Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Provinciale Staten op 21 september 2012 in de nota “Brabant
uitnodigend groen” hebben bepaald dat de uitvoering van het soortenbeleid
binnen de provincie Noord-Brabant uitgaat van een leefgebiedenbenadering met
als doel behoud en herstel van biodiversiteit;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 24 september 2013 het
Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit en Leefgebieden hebben vastgesteld,
waarin ook alle leefgebiedsplannen en maatregelkaarten zijn opgenomen.
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 5 november 2013 de Subsidieregeling
biodiversiteit en leefgebieden Noord-Brabant hebben vastgesteld;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten die regeling op enkele onderdelen
inhoudelijk wensen te wijzigen en daarbij tevens van de mogelijkheid gebruik
willen maken om de regeling flexibeler in te richten;
Overwegende dat die ombouw tot een groot aantal technische wijzigingen leidt
en Gedeputeerde Staten het derhalve wenselijk achten een geheel nieuwe
regeling vast te stellen; Besluiten vast te stellen de volgende
regeling:
’s-Hertogenbosch, 15 december 2015
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris mw. ir. A.M. Burger
Toelichting behorende bij de Subsidieregeling biodiversiteit Noord-Brabant.
Algemeen
Aanleiding De provincie heeft in de nota “Brabant Uitnodigend Groen” de ambities
voor de Noord-Brabantse biodiversiteit benoemd. De aanpak is gebaseerd op de
leefgebiedenbenadering. Het betreft een integrale en gebiedsgerichte aanpak
gebaseerd op systeemherstel. Voor de analyse en aansturing van de uitvoering
zijn leefgebiedsplannen en maatregelkaarten gemaakt.
Juridisch kader Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene
subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten
van de verstrekking van subsidies niet in deze subsidieregeling zijn vastgelegd,
maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden
ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene
verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht. Ook de
Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van
toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.
Artikelsgewijs
Artikel 1.6 Subsidievereisten Onderdeel c, onder 2 verbetering leefgebied Als
subsidievereiste is hier bepaald dat het project een aantoonbare verbetering
oplevert voor de plant- of diersoorten waarvoor het project wordt uitgevoerd.
Hiermee wordt bedoeld dat in het leefgebied van de betreffende soorten
maatregelen worden uitgevoerd, waarvan op basis van kennis en inschatting van
experts bekend is dat dat positieve effecten heeft voor die soorten. In het
desbetreffende leefgebiedsplan is een analyse te vinden over de leefgebieden van
de prioritaire soorten en het scala aan maatregelen dat verbeteringen voor het
soortenspectrum zal opleveren. Op de maatregelkaarten zijn de maatregelen te
vinden die gesubsidieerd kunnen worden. Onderdeel d, onder 2 Ondersteunend
kaartmateriaal Als subsidievereiste is hier bepaald dat tevens ondersteunend
kaartmateriaal moet worden meegezonden. Hiermee wordt bedoeld dat aangegeven
wordt op welk gebied het project gericht is en welke maatregelen op welke plek
in het gebied uitgevoerd gaan worden.
Artikel 1.7 Subsidiabele kosten Doordat op grond van artikel 1.4 uiteenlopende
projecten voor subsidie in aanmerking kunnen komen, kunnen de subsidies op grond
van deze regeling in het eerste, tweede of derde arrangement vallen (zie de
artikelen 20, 21 en 22 van de Asv). Indien sprake is van subsidies tot € 125.000
gaat het in dit artikel om de begrote kosten en in geval van subsidies vanaf €
125.000 om de daadwerkelijke kosten. Zie voor verdere regels hierover de
Asv.
Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,
de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger