Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op grond van artikel 6.4 van de Waterwet het bevoegd gezag zijn voor vergunningverlening ten behoeve van het onttrekken of infiltreren van grondwater voor industriële toepassingen (boven de 150.000 m3 per jaar), de openbare drinkwatervoorziening en bodemenergiesystemen;
Overwegende dat het toetsingskader daarvoor is opgenomen in de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Verordening water Noord-Brabant, de Provinciale milieuverordening Noord-Brabant 2010 en het operationeel deel van het Provinciaal Waterplan Noord-Brabant 2010-2015;
Overwegende dat op 22 december 2015 het nieuwe Provinciaal Milieu- en Waterplan Noord-Brabant 2016-2021 in werking treedt;
Overwegende dat het Provinciaal Milieu- en Waterplan Noord-Brabant 2016-2021 een strategisch plan betreft waarin geen operationeel deel is opgenomen, zodat een concreet toetsingskader voor vergunningverlening ontbreekt;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten het derhalve wenselijk achten het bestaande toetsingskader uit het Provinciaal Waterplan Noord-Brabant 2010-2015 als beleidsregel vast te stellen;
Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel: