Investeringscategorie | Toelichting | Score |
1. Precisiebemesting | |
a. Systemen voor het gericht emissiearm, in de juiste dosering, zonder overlapping in de bodem toedienen van vloeibare stikstofhoudende kunstmeststoffen bij het planten, zaaien, aanaarden of het moment dat het gewas er aantoonbaar om vraagt. Inclusief GPS en automatische sectieafsluiting. | Vloeibare meststoffen zijn nauwkeuriger te doseren dan vaste meststoffen. Met de eis dat de meststoffen in de bodem moeten worden toegediend wordt voorkomen dat toediening gepaard gaat met onnodige ammoniakemissie. Zowel zelfstandige werktuigen (zoals de spaakwielbemester) als opbouwmachines komen voor subsidie in aanmerking. | 9 |
b. Systemen om vloeibare meststoffen via druppelslangen in de juiste dosering en op het juiste moment toe te dienen in eenjarige teelten in de vollegrond. | De hele installatie is subsidiabel. Dus zowel de installatie voor het doseren van de vloeibare meststoffen als druppelslangen en apparatuur om de slangen uit te rollen en weer op te rollen. Er dient een Gecombineerde Opgave van 2018 te worden meegestuurd om aan te tonen dat er sprake is van eenjarige teelten in de vollegrond. Aanleg in meerjarige teelten is niet subsidiabel omdat druppelslangen daar al veel worden gebruikt, waardoor er onvoldoende noodzaak is voor een stimulans via het POP. Hetzelfde geldt voor niet-grondgebonden teelten. | 6 |
c. Automatische sectieafsluiting op zodebemesters, zode-injecteurs en bouwlandinjecteurs inclusief GPS. | Automatische sectieafsluiting zorgt ervoor dat overlap bij het bemesten kleiner wordt, waardoor onnodige stikstofgiften en daarmee risico op uitspoeling worden verkleind. | 4 |
d. Werktuigen voor rijenbemesting met dierlijke mest ten behoeve van gewassen met een rijenafstand van tenminste 50 cm. Inclusief GPS en automatische sectieafsluiting. | Bij rijenbemesting worden de nutriënten dichter bij de plantenwortel gebracht waardoor met een lagere dosering kan worden volstaan. De machine en de tank zijn niet subsidiabel. Uitsluitend het werktuig voor het verdelen van de meststroom en het injecteren in de bodem is subsidiabel. | 5 |
e. Systemen voor het meten van het stikstofgehalte van de toegediende mest met NIRS indien dit meteen wordt door vertaald in het doseren. Inclusief GPS en automatische sectieafsluiting. | Het stikstof- en fosfaatgehalte van dierlijke mest is bij het toedienen meestal niet bekend en kan ook variëren door ontmenging tijdens het transport. Door met NIRS het stikstof- en fosfaatgehalte tijdens het toedienen te bepalen en het doseren hierop af te stemmen kan egaler worden bemest. Uitsluitend de meerkosten voor het meten en regelen zijn subsidiabel, naast de kosten voor GPS en automatische sectieafsluiting. De bemestingunit is niet subsidiabel. | 5 |
f. Systemen voor het digitaal meten van opbrengsten op oogst- en rooimachines inclusief software voor gegevensverwerking. | Met de verzamelde informatie kunnen opbrengstkaarten worden gemaakt die gebruikt kunnen worden voor nadere analyse en plaatsspecifieke correctiemaatregelen ten behoeve van de teelt van volggewassen. | 5 |
g. Vaste meetopstelling voor het volgen van tenminste het verloop van bodemtemperatuur, bodemvocht en geleidbaarheid in landbouwgrond. | Informatie over veranderingen in bodemtemperatuur, bodemvocht en geleidbaarheid helpt de landbouwer bij het bepalen van het optimale moment voor het toedienen van meststoffen of het berijden van het land. | 6 |
|
2. Beter bodembeheer | Score |
a. Machines en hulpmiddelen voor het overschakelen op een teeltsysteem met vaste rijpaden. Inclusief GPS en railsystemen. | Bij vaste rijpaden wordt alleen tussen de rijpaden een gewas geteeld. Daar blijft de grond onbereden waardoor een hogere opbrengst en een betere nutriëntenbenutting kan worden gerealiseerd. Voor subsidie komen in aanmerking machines of werktuigen die speciaal voor dit doel zijn ontwikkeld en investeringen in de aanpassing van gangbare machines of werktuigen. En verder investeringen in hulpmiddelen, zoals GPS of railsystemen. | 7 |
b. Werktuigen voor strokenbewerking van landbouwgrond waarbij maximaal 50% van de oppervlakte wordt bewerkt, inclusief GPS. | Bij strokenbewerking of strip till worden alleen die stroken bewerkt waar het volggewas gezaaid gaat worden. De tussenliggende stroken blijven onbewerkt. Daardoor blijven bodemleven en draagkracht beter behouden en gaat minder organische stof verloren. | 6 |
c. Werktuigen voor het bovenover ploegen van landbouwgrond, inclusief GPS. | Bovenover ploegen heeft als voordeel dat geen trekkerwiel door de ploegvoor rijdt. Daardoor wordt de vorming van een ploegzool voorkomen en kan de trekker gebruik maken van bredere banden of lage druk banden. Ook GPS-sturing is subsidiabel. Alleen werktuigen die uitsluitend geschikt zijn voor bovenover ploegen komen voor subsidie in aanmerking. | 5 |
d. Werktuigen voor niet-kerende grondbewerking. | Werktuigen die zijn bedoeld voor het oppervlakkig bewerken, inwerken of onderwerken van gewasresten en groenbemesters met behulp van rollen, schijven, tanden of snijders tot een maximale diepte van 15 centimeter. Spitmachines en werktuigen die hoofdzakelijk zijn bedoeld voor het bewerken van geploegd land komen niet voor subsidie in aanmerking. Bij zaaicombinaties komen alleen de meerkosten voor subsidie in aanmerking. | 4 |
e. Graslandwoelers en graslandbeluchters. | Door berijden en beweiden kan grasland zodanig verdicht zijn dat natuurlijk herstel uitblijft. Bewerking met een graslandwoeler of graslandbeluchter zorgt dat overtollig regenwater beter infiltreert en graswortels weer dieper in de bodem kunnen doordringen. | 5 |
f. Werktuigen voor het verspreiden van beheergras, bermmaaisel, slootmaaisel of gewasresten over landbouwgrond. | Voor een positieve organische stofbalans is het belangrijk dat organische stof uit de omgeving van het landbouwperceel wordt aangevoerd en gelijkmatig over het perceel wordt verdeeld. | 4 |
g. Voorzieningen ten behoeve van sleepslangbemesting. Inclusief maximaal 500 meter slang, GPS en automatische sectieafsluiting. | Alle investeringen die noodzakelijk zijn om met sleepslangen te bemesten, zoals bijvoorbeeld sleepslangen, roterende pijp, aansturing. De bemestingsunit is niet subsidiabel. | 5 |
h. Mesthaspelsysteem voor het in de bodem toedienen van dierlijke mest zonder dat de aanvoerslang wordt versleept. Inclusief maximaal 500 meter slang, GPS en automatische sectieafsluiting. | Door gebruik te maken van een mesthaspel in plaats van een sleepslang is minder trekkracht nodig waardoor de kans op structuurschade wordt verkleind. Met behulp van de haspel wordt de slang steeds opnieuw afgerold en opgerold. De bemestingsunit is niet subsidiabel. | 6 |
i. Drukwisselsystemen met een zodanige capaciteit dat de banden binnen 1 minuut op 2 bar kunnen worden gebracht. | Het hele drukwisselsysteem is subsidiabel, met uitzondering van de banden. | 5 |
j. Aanleggen van ondiepe drainage (maximaal 70 cm beneden maaiveld) in combinatie met voorzieningen voor waterconservering. | Drainage vermindert de kans op structuurschade onder natte omstandigheden en vergroot de doorwortelbare zone. Nadeel is dat een deel van het neerslagoverschot versneld wordt afgevoerd. Daarom wordt deze maatregel alleen gesteund wanneer voorzieningen zijn aangebracht om dit te voorkomen. Dit kan door de drainage peilgestuurd te maken, met waterconserveringsstuwen of met peilbeheer van het waterschap. Er dient een vergunning van het waterschap voor het aanleggen van de drainage bij de aanvraag te worden meegestuurd. | 4 |
k. Het maken of laten maken van digitale bodemkaarten om de variatie in organisch stofgehalte, pH, bemestingstoestand of bodemstructuur in beeld te brengen. | De kaarten kunnen ingekocht worden, maar de apparatuur kan ook worden aangeschaft. De digitale kaarten kunnen worden gebruikt voor het verminderen van de variatie in pH, organisch stofgehalte, bodemstructuur of bemestingstoestand binnen het perceel. | 4 |
l. Penetrometer om bodemverdichting in kaart te brengen. | Kennis over bodemverdichting is nodig om te bepalen hoe deze kan worden opgeheven en herverdichting kan worden voorkomen. | 4 |
|
3. Verminderen emissie van gewasbeschermingsmiddelen vanaf het erf | Score |
a. Aanleg van een overdekte verharde, vloeistofdichte vul- en wasplaats voor spuitmachines, inclusief een voorziening voor opvang en opslag van waswater | De wasplaats kan worden aangelegd in een bestaande loods. Ook de eventuele kosten voor het toegankelijk maken van de loods komen dan voor subsidie in aanmerking. Een alternatief is om de wasplaats te voorzien van een overkapping met hemelwaterafvoer. | 8 |
b. Aanleg niet-overdekte verharde, vloeistofdichte vul- en wasplaats voor spuitmachines, inclusief een voorziening voor opvang en opslag van waswater en voor gescheiden afvoer van regenwater. Het regenwater mag niet op de riolering of een sloot worden geloosd. | Omdat ook regenwater wordt opgevangen, moet de wasplaats zijn voorzien van een dubbel leidingsysteem waarbij steeds een leiding gesloten is. Om milieuschade bij vergissingen te beperken mag de regenwaterafvoer niet zijn aangesloten op het riool of het oppervlaktewater. Alleen bodeminfiltratie van het regenwater is toegestaan. | 6 |
c. Chemisch zuiveringssysteem voor was- en spoelwater van spuitmachines. | Aanschaf en aanleg van een chemisch zuiveringssysteem dat is opgenomen op de BZG-lijst. Op grond van het Activiteitenbesluit Milieubeheer zijn bedrijven die vanuit kassen drainwater lozen waarin residuen van gewasbeschermingsmiddelen kunnen zitten, vanaf 1-1-2018 al verplicht om dit zodanig te zuiveren dat tenminste 95% van de gewasbeschermingsmiddelen wordt verwijderd. Zij komen niet voor deze investering in aanmerking. | 7 |
d. Biologisch zuiveringssysteem voor was- en spoelwater van spuitmachines. | Aanschaf en aanleg van een vloeistofdicht biologisch zuiveringssysteem. Voorwaarde is dat het zuiveringssysteem tegen inregenen is beschermd en voldoende verdampingscapaciteit heeft. Dit moet met een berekening worden aangetoond. | 6 |
e. Voorziening voor het indampen van restvloeistof of spoelvloeistof. | Vloeistofdichte voorzieningen waarbij het water verdampt, bijvoorbeeld door wind of zonlicht en het restant achterblijft in kunststof folie en samen met de folie afgevoerd kan worden als chemisch afval | 5 |
f. Apparaat dat de spuitmachine inwendig reinigt door middel van vloeistofverdringing. | Door bij het spoelen van de spuittank gebruik te maken van vloeistofverdringing ontstaat minder spoelwater. | 7 |
g. Voorziening om te voorkomen dat gewasbeschermingsmiddel in de spuittank komt. | Door de spuitvloeistof niet in de tank, maar ergens tussen de tank en de spuitdoppen aan te maken wordt vorkomen dat restanten spuitvloeistof of spuitmiddel in de tank achterblijven. De spuitmachine zelf is niet subsidiabel. Wel de meerprijs. | 9 |