Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel C.15 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;
Gezien de in het Georganiseerde overleg tijdens de overlegvergadering van 20 mei 2015
bereikte instemming;
Overwegende dat de provincie Noord-Brabant zich wil ontwikkelen tot een flexibele,
ondernemende opgaven gestuurde organisatie met een passende inzet van mensen, zowel
in aantal als met de juiste competenties;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten in dat kader op 16 december 2014 hebben besloten
tot een aantal mobiliteitsbevorderende maatregelen op vrijwillige basis, waaronder
de maatregel waarbij medewerkers een eenmalige vergoeding ontvangen bij ontslag op
eigen verzoek;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten derhalve medewerkers wensen te stimuleren ontslag
op eigen verzoek te nemen, zodat de mobiliteit binnen de provinciale organisatie
wordt bevorderd.
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Toelichting behorende bij de Regeling vertrek personeel Noord-Brabant 2015
Algemeen
Doel
De regeling houdt in dat de medewerker die in de periode tot 1 oktober 2015 aangeeft
vrijwillig uit dienst te treden door middel van een ontslag op eigen verzoek, welk
ontslag in moet gaan voor 1 januari 2016, in ruil daarvoor een éénmalige bruto vergoeding
ontvangt. Uitdrukkelijk vereiste om gebruik te maken van deze mobiliteitsbevorderende
maatregel is dat de aanstelling met de medewerker voor 1 januari 2016 of zo veel eerder
als overeengekomen, volledig, dat wil zeggen honderd procent eindigt.
Pensioenopbouw
De pensioenopbouw eindigt met ingang van de datum van het ontslag, maar in elk geval
voor 1 januari 2016
Artikelsgewijs
Artikel 3 Regeling vertrekvergoeding
Eerste lid Keuze
De provincie laat het vanzelfsprekend aan de medewerker over waarvoor hij de eenmalige
uitkering wil gebruiken, mits de keuze niet in strijd is met fiscale regels en niet
tot kostenverhoging voor de provincie leidt. Medewerkers kunnen dus naar gelang behoefte
en mogelijkheden een keuze maken uit de aangeboden opties.Onder a Eenmalige uitkering
Fiscaal kan het soms minder interessant zijn voor medewerkers om de vergoeding eenmalig
te laten uitkeren. Bovendien loopt de pensioenopbouw, inclusief de premieafdracht
alleen nog door bij optie b. Ook de deelnemer die ervoor kiest om zijn levensloop
of verlofsaldo-restanten in te zetten voorafgaand aan de ingangsdatum van ontslag,
komt voor de vergoeding in aanmerking, mits de datum van ontslag is gelegen voor 1
januari 2016.Onder b en c Vrijstelling van werkzaamheden of combinatie
De medewerker kan er voor kiezen om het bedrag geheel of gedeeltelijk niet uit te
laten keren, maar in te zetten voor vrijstelling van werkzaamheden. Gelet op de uiterste
ingangsdatum van het ontslag, te weten per 1 januari 2016, kan de vrijstelling van
werkzaamheden met behoud van volledige bezoldiging ten hoogste tot 1 januari 2016
duren. Voordelen van vrijstelling van werk, met recht op loondoorbetaling, boven uitbetaling
ineens zijn onder andere dat tijdens vrijstelling van werk de pensioenopbouw doorloopt
en de belastinginhouding op loon minder is dan op de uitkering ineens. De inzet van
de vergoeding of een deel daarvan voor bijvoorbeeld een nog te starten opleiding,
kan daarentegen weer wel fiscaal voordeel opleveren.
Tweede lid Flankerend beleid
De provincie biedt geen compensatie voor mogelijke fiscale of financiële nadelen,
die het gevolg zijn van een gemaakte keuze. Wel is het mogelijk de medewerker te ondersteunen
door de vergoeding te combineren met een vorm van flankerend beleid. De beoordeling
of een medewerker in aanmerking komt voor flankerend beleid is maatwerk. Ter bevordering
van een eenduidige aanwending van vormen van flankerend beleid in individuele gevallen,
is besluitvorming ter zake voorbehouden aan de algemeen directeur, die zich hierbij
laat adviseren door de eenheid die zich bezig houdt met personele zaken.
Vormen van flankerend beleid zijn bijvoorbeeld:
a. detachering;
b. volledige of gedeeltelijke kwijtschelding van terugbetalingsverplichtingen;
c. een outplacementtraject;
d. een snuffelstage;
e. een studie;
f. een tijdelijke aanvulling van een lager salaris bij aanvaarding van een lager betaalde
baan buiten de provincie;
g. het meenemen van betaalde klussen ten behoeve van de opstart van een eigen bedrijf;
h. het volgen van workshops.
De medewerker kan er bijvoorbeeld ook voor kiezen om tot uiterlijk 1 januari 2016
gedetacheerd te worden bij een andere werkgever. Als deze detachering geen kosten
voor de provincie met zich brengt, kan de medewerker bij uitdiensttreding vóór 1 januari
2016 in aanmerking komen voor de vergoeding.
Artikel 5 VereistenOnder b Volledig ontslag
De keuze voor deeltijdontslag is niet mogelijk.
Artikel 6 Vereisten verzoek
De medewerker die bijvoorbeeld vanaf 1 oktober 2015 ontslag wil, moet zijn verzoek
dus indienen vóór 1 september 2015.
Artikel 7 Hoogte vergoeding
Eerste lid Staffel
Onder a Geen vergoeding
Bij twee dienstjaren of minder bestaat geen recht op vergoeding.Onder g Maximaal 12 maanden
De vergoeding bedraagt maximaal twaalf maal de bruto bezoldiging per maand. Gelet
op de omschrijving van het begrip ‘bezoldiging’, omvat de bezoldiging tevens het Individueel
keuzebudget (IKB).
Vierde lid Naar rato
De bruto vergoeding wordt dus alleen volledig toegekend als medewerkers twee jaar
of meer voorafgaand aan hun AOW-gerechtigde leeftijd deelnemen. In de periode tussen
0 en 2 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd wordt de staffel naar rato toegepast.
Een medewerker die bijvoorbeeld een jaar voor zijn AOW-gerechtigde leeftijd uit dienst
treedt, ontvangt dus de helft van de bedragen, genoemd in de staffel.
Vijfde lid Uitbetaling verlof en IKB
Ingevolge artikel C.19, eerste lid, van de CAP, wordt bij het einde van het dienstverband
het nog beschikbare budget uit het IKB bij de laatste salarisbetaling aan de medewerker
uitbetaald.
Artikel 8 Beschikking
Tweede lid Ontbindende voorwaarde
Artikel 7, tweede lid en artikel 8, tweede en derde lid, bepalen dat aan een ontslag
op eigen verzoek geen recht op een ontslaguitkering ten laste van de provincie Noord-Brabant
verbonden is, zowel niet ingevolge de Werkloosheidswet als bovenwettelijk. Indien
de medewerker een dergelijke uitkering wel aanvraagt en het UWV de uitkering toekent,
is de door Gedeputeerde Staten toegekende beschikking ingevolge de Regeling mobiliteit
personeel Noord-Brabant 2015 van rechtswege ontbonden. Bovendien zullen Gedeputeerde
Staten de volledige vergoeding en de kosten, die voor de provincie aan de eventuele
flankerende maatregelen zijn verbonden, als onverschuldigde betaling op de medewerker
verhalen. Het tweede lid is de ontbindende voorwaarde waarin dit is geregeld.
Derde lid Termijn ontbindende voorwaarde
Het derde lid regelt hoe lang de ontbindende voorwaarde geldt en hoe lang de medewerker
dus geen aanvraag ingevolge artikel 22 van de Werkloosheidswet mag doen.
Vijfde lid Ingangsdatum na drie maanden Algemeen
Ingevolge artikel B.10, eerste lid, van de CAP, kan een medewerker gehouden worden
aan een opzegtermijn van maximaal drie maanden. Dit lid regelt dat de opzegtermijn
in sommige gevallen ook langer kan zijn dan drie maanden.Onder a Verzoek medewerker
Als de medewerker in zijn verzoek een ingangsdatum aangeeft, die gelegen is na drie
maanden, zullen Gedeputeerde Staten dit verzoek inwilligen, mits de ingangsdatum van
het ontslag is gelegen voor 1 januari 2016. Onder b Zwaarwegende belangen
Als de leidinggevende wil dat de medewerker voor een langere duur dan 3 maanden niet
wordt vrijgesteld van werk, dan dient hij dit op grond van artikel B.10, tweede lid,
van de CAP, te overleggen met de medewerker. Dit kan noodzakelijk zijn om lopende
werkzaamheden af te ronden en over te dragen. Ook als de medewerker bijvoorbeeld nog
zoveel verlof heeft dat hij reeds direct na inwilliging van het verzoek zijn werkzaamheden
zou kunnen beëindigen, wordt in overleg met de medewerker een latere ingangsdatum
afgesproken, zodat er voldoende mogelijkheid is voor afronding en overdracht van werkzaamheden.
Artikel 9 Verplichtingen
Algemeen
In de individuele beschikking kunnen nog extra verplichtingen worden opgelegd, die
te maken hebben met het maatwerkpakket flankerend beleid.
De algemeen directeur is beslissingsbevoegd ter zake de te maken afspraken. In de
mandaatregeling is geregeld dat het mandaat niet lager gelegd mag worden dan de algemeen
directeur. De algemeen directeur zet de met de medewerker gemaakte afspraken op papier,
die door de medewerker worden getekend voor akkoord.onder c en d Verlof
De leidinggevende maakt met de medewerker afspraken over de opname van verlof. Het
betreft hier alle soorten van verlof, zoals vakantieverlof, zwangerschapsverlof, verlofsaldo-restanten,
levensloop, etc. De opname van het verlof kan er niet toe leiden dat de medewerker
op 1 januari 2016 of later nog steeds formeel in dienst is bij de provincie. Het verlof
dat voor 1 januari 2016 niet meer kan worden opgenomen, wordt daarom uitbetaald aan
de medewerker.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter de secretaris
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger