Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Gelet op artikel 6.3, 7.3 en 25.3 van de Verordening ruimte Noord-Brabant
2014;
Besluiten:
vast te stellen de volgende, met planid NL.IMRO.9930.nrvr2014bzv-va01 vast
te leggen, Nadere regels Verordening ruimte 2014 - Brabantse
Zorgvuldigheidsscore Veehouderij:
’s-Hertogenbosch, 18 februari 2014
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris mw. ir. A.M. Burger
Toelichting bij Nadere regels Verordening ruimte 2014 - Brabantse
zorgvuldigheidsscore veehouderij
Artikel 3De nadere regels geven invulling aan artikel 6.3/7.3 derde
lid Verordening ruimte 2014 (Vr2014).
In de Vr2014 is aangegeven dat de regels invulling geven aan het treffen van
maatregelen die invulling geven aan een zorgvuldige veehouderij. De toepassing
van de nadere regels is daarbij gekoppeld aan een toename van de
bebouwingsoppervlakte van een veehouderij.
In de Vr2014 is ook bepaald wanneer er geen toepassing gegeven hoeft te worden
aan de regels. In artikel 6.4/7.4 is in het vierde lid opgenomen dat een
bestemmingsplan toename van de bestaande bebouwingsoppervlakte zonder toepassing
van de BZV kan toestaan als:
1. is geborgd dat de bebouwing niet gebruikt wordt voor de uitoefening
van de gevestigde veehouderij;
2. het voorzieningen betreft -geen gebouwen zijnde- voor de opslag van
ruwvoer.
In aanvulling daarop is in deze nadere regels aangegeven dat marginale
ontwikkelingen niet aan de BZV hoeven te voldoen. Hiervoor is een maximumgrens
gesteld van 100 m2 per periode per 10 jaar, zodat het echt beperkt blijft tot
kleinschalige ontwikkelingen. Indien een gemeente hiervan gebruik wil maken, is
het dus nodig om de in het vergunningensysteem te checken of al eerder van deze
mogelijkheid gebruik is gemaakt. De periode van tien jaar is gekozen omdat deze
aansluit bij de wettelijke termijn voor aanpassing van bestemmingsplannen. Het
ijkpunt van bestaande bebouwing is vastgelegd in de Vr2014. Het gaat dan om de
bestaande bebouwing die op 21 september 2013 op het bedrijf aanwezig was of
bebouwing die op dat moment krachtens een omgevingsvergunning gebouwd mag
worden.
Artikel 7 Gedeputeerde Staten stellen de BZV periodiek bij om zo te
bewerkstelligen dat deze blijft sturen en stimuleren op een steeds verdergaande
zorgvuldigheid van de veehouderij in Brabant. Dit artikel legt dit vast,
minimaal iedere vier jaar vindt bijstelling plaats. Bij de vaststelling van de
Verordening ruimte 2014 is afgesproken dat al op korte termijn een eerste
bijstelling plaats vindt. Deze leidt tot de versie 1.1 en is uiterlijk in
oktober 2014 gereed. Alle bijstellingen komen tot stand in overleg met de
betrokken partijen (vertegenwoordigd in het Brabant Beraad). Naast de periodieke
bijstelling kunnen er tussentijds certificaten en maatregelen –op advies van het
Panel Zorgvuldige Veehouderij- aan de BZV worden toegevoegd.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter | de secretaris |
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk | mw. ir. A.M. Burger |