Inhoud regeling

Regeling vervallen per 21-07-2016

Subsidieregeling transformatie jeugdzorg Noord-Brabant 2013

Geldend van 07-11-2013 t/m 20-07-2016 met terugwerkende kracht vanaf 30-10-2013

Intitulé

Subsidieregeling transformatie jeugdzorg Noord-Brabant 2013

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat Provinciale Staten op 12 oktober 2012 de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant hebben vastgesteld, waarin de uitgangspunten van het Kader financieel beheer rijkssubsidies zijn geïmplementeerd, alsmede een algehele actualisatie is doorgevoerd;

Overwegende dat aanpassing van de Subsidieregeling transformatie jeugdzorg Noord-Brabant aan de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant leidt tot een groot aantal noodzakelijke wijzigingen en Gedeputeerde Staten het derhalve wenselijk achten een geheel nieuwe regeling vast te stellen;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Bureau Jeugdzorg: Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant;

  • b.

    jeugdzorgaanbieder: organisatie voor jeugd en opvoedhulp, waarmee de provincie een subsidierelatie onderhoudt;

  • c.

    jeugdzorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg Midden-Brabant: Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant vestiging Tilburg en Kompaan en De Bocht;

  • d.

    jeugdzorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg Noordoost-Brabant: Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant vestigingen ’s-Hertogenbosch en Oss, Herlaarhof Jeugdhulpverlening, Maashorst, Oosterpoort en Topaze;

  • e.

    jeugdzorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg West-Brabant: Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant vestigingen Breda en Roosendaal, Idris, Juzt en Safegroup Valkenhorst;

  • f.

    jeugdzorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg Zuidoost-Brabant: Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant vestigingen Eindhoven en Helmond, BJBrabant, Combinatie Jeugdzorg, Neos;

  • g.

    hulp en ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen: jeugdhulp binnen de provinciale jeugdzorg, Jeugd Geestelijke Gezondheidszorg, Jeugd Licht Verstandelijk Beperktenzorg of binnen de domeinen onderwijs, zorg, maatschappelijke ondersteuning, werk en inkomen en politie en justitie;

  • h.

    niet-hulpverlenend gemeentelijk personeel: beleidsambtenaren die geen hulp en ondersteuning verlenen aan jeugdigen en gezinnen of taken hebben binnen een Centrum voor Jeugd en Gezin.

  • i.

    regio Midden-Brabant: gemeenten Dongen, Gilze-Rijen, Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk;

  • j.

    regio Noordoost-Brabant: gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, Heusden, Landerd, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Schijndel, 's-Hertogenbosch, Sint-Anthonis, Sint-Michelsgestel, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel en Vught;

  • k.

    regio West-Brabant: gemeenten Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem en Zundert;

  • l.

    regio Zuidoost-Brabant: gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre;

  • m.

    transformatie: inhoudelijke en organisatorische vernieuwing van de zorg voor jeugd;

  • n.

    zorgtoeleiding: alle activiteiten die gericht zijn op het vinden van passend zorgaanbod voor jeugd;

  • o.

    zorgsturing: manieren waarop de overheid vraag en aanbod in de zorg voor jeugd beïnvloedt.

§ 2 Transformatieprojecten voor gemeenten

Artikel 2 Doelgroep

  • 1 Subsidie kan worden aangevraagd door:

    • a.

      de regio Midden-Brabant,

    • b.

      de regio Noordoost-Brabant,

    • c.

      de regio Zuidoost-Brabant;

    • d.

      de regio West-Brabant.

  • 2 Bij de aanvraag, bedoeld in het eerste lid:

    • a.

      treedt een gemeente op als penvoerder en draagt zorg voor:

      • 1°.

        de subsidieaanvraag;

      • 2°.

        de overige correspondentie;

      • 3°.

        de inhoudelijke en financiële verantwoording;

    • b.

      draagt het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd, de instemming van alle gemeenten in de desbetreffende regio.

  • 3 Onverminderd het tweede lid, onder a, kunnen voor de regio’s Zuidoost-Brabant en West Brabant als penvoerder optreden de gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Regio Eindhoven, respectievelijk de gemeenschappelijke regeling Regio West-Brabant.

Artikel 3 Subsidievorm

  • 1 Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.

  • 2 Subsidies, als bedoeld in het eerste lid, worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op de ontwikkeling en uitvoering van zorgtoeleiding, zorgsturing of hulp en ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen in Noord-Brabant.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    het project ten koste gaat van de toegankelijkheid van de jeugdzorg voor cliënten die provinciale jeugdzorg nodig hebben volgens de Wet op de jeugdzorg;

  • b.

    het project gericht is op het nastreven van commerciële doeleinden;

  • c.

    voor de activiteiten reeds door Gedeputeerde Staten een subsidie is verstrekt.

Artikel 6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project is gericht op transformatie van het zorgaanbod, zorgsturing of zorgtoeleiding in een regio of subregio eventueel in samenwerking met andere partners;

  • b.

    het project heeft een voorbeeldwerking binnen Noord-Brabant;

  • c.

    het project levert een verbetering op in de zorg voor jeugd;

  • d.

    het project draagt bij aan het terugdringen van het beroep op jeugdzorg;

  • e.

    indien het project beleid raakt van organisaties die hulp en ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen bieden, vindt overeenstemming plaats met de desbetreffende organisaties;

  • f.

    aan het project liggen ten grondslag:

    • 1°.

      een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze is voldaan aan de vereisten onder a tot en met e, alsmede de planning van het project, een plan tot borging en onderhoud van de resultaten en de gegevens van de deelnemende partners;

    • 2°.

      een sluitende begroting.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten voor subsidie in aanmerking.

Artikel 8 Niet-subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    loonkosten boven een maximum van € 45 per uur, inclusief sociale lasten en overhead;

  • b.

    kosten voor jeugdzorg die vanuit de provinciale doeluitkering worden bekostigd;

  • c.

    kosten voor regulier zorgaanbod of behoud van regulier zorgaanbod;

  • d.

    kosten voor financiering of vervangende financiering voor al lopende projecten;

  • e.

    kosten voor niet-hulpverlenend gemeentelijk personeel;

  • f.

    reguliere kosten voor scholing en onderwijs;

  • g.

    kosten gemaakt voor 1 januari 2014.

Artikel 9 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend voor 30 november 2013.

Artikel 10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4 vast op € 500.000.

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1 De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 4, bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 0,87 per jeugdige, vermenigvuldigd met het aantal jeugdigen van 0 tot en met19 jaar per regio.

  • 2 Het aantal jeugdigen, bedoeld in het eerste lid, wordt berekend volgens de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek met als peildatum 1 januari 2011.

Artikel 12 Verdeelcriteria

  • 1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van die aanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • a.

    het project wordt voor 1 januari 2015 gerealiseerd;

  • b.

    indien de subsidie meer bedraagt dan € 25.000 en het project een looptijd heeft van langer dan 12 maanden wordt jaarlijks een voortgangsverslag overgelegd;

  • c.

    de subsidieontvanger houdt bij subsidies van € 125.000 en hoger een administratie bij van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerst lid, onder b, van de Awb en overlegt deze desgevraagd aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 14 Prestatieverantwoording

  • 1 Bij subsidies tot € 25.000 toont de subsidieontvanger in de beschikking tot subsidieverlening desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

  • 2 Bij subsidies van € 25.000 en hoger toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling aan dat de subsidiabele activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 15 Betaling en bevoorschotting

  • 1 Bij subsidies van € 25.000 en hoger verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van 80% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2 Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt in een keer betaald.

§ 3 Transformatieprojecten voor jeugdzorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg

Artikel 16 Doelgroep

  • 1 Subsidie kan worden aangevraagd door jeugdzorgaanbieders werkzaam in één van de vier regio’s tezamen met Bureau Jeugdzorg of door een gemeente namens jeugdzorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg.

  • 2 Bij de aanvraag, bedoeld in het eerste lid:

    • a.

      treedt een jeugdzorgaanbieder of Bureau Jeugdzorg, als bedoeld in het eerste lid, op als penvoerder en draagt zorg voor:

      • 1°.

        de subsidieaanvraag;

      • 2°.

        de overige correspondentie;

      • 3°.

        de inhoudelijke en financiële verantwoording;

    • b.

      draagt het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd, de instemming van alle jeugdzorgaanbieders in de desbetreffende regio en Bureau Jeugdzorg.

Artikel 17 Subsidievorm

  • 1 Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.

  • 2 Subsidies, als bedoeld in het eerste lid, worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 18 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op de ontwikkeling en uitvoering van zorgtoeleiding of hulp en ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen in Noord-Brabant.

Artikel 19 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    het project ten koste gaat van de toegankelijkheid van de jeugdzorg voor cliënten die provinciale jeugdzorg nodig hebben volgens de Wet op de jeugdzorg;

  • b.

    het project gericht is op het nastreven van commerciële doeleinden;

  • c.

    voor de activiteiten reeds door Gedeputeerde Staten een subsidie is verstrekt.

Artikel 20 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 18 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project is gericht op transformatie van zorgtoeleiding of het zorgaanbod bij jeugdzorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg eventueel in samenwerking met andere partners;

  • b.

    het project heeft een voorbeeldwerking binnen Noord-Brabant;

  • c.

    het project levert een verbetering op in de zorg voor jeugd;

  • d.

    het project draagt bij aan het terugdringen van het beroep op jeugdzorg;

  • e.

    indien het project beleid raakt van organisaties die hulp en ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen bieden, vindt overeenstemming plaats met desbetreffende organisaties;

  • f.

    het project heeft de instemming van een of meerdere gemeenten blijkend uit een schriftelijke instemmingsverklaring;

  • g.

    aan het project liggen ten grondslag:

    • 1°.

      een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze is voldaan aan de vereisten onder a tot en met f, alsmede de planning van het project, een plan tot borging en onderhoud van de resultaten en de gegevens van de deelnemende partners;

    • 2°.

      een sluitende begroting.

Artikel 21 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten voor subsidie in aanmerking.

Artikel 22 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 21 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    loonkosten boven een maximum van € 45 per uur, inclusief sociale lasten en overhead;

  • b.

    kosten voor jeugdzorg die vanuit de provinciale doeluitkering worden bekostigd;

  • c.

    kosten voor regulier zorgaanbod of behoud van regulier zorgaanbod;

  • d.

    kosten voor financiering of vervangende financiering voor al lopende projecten;

  • e.

    kosten voor niet-hulpverlenend gemeentelijk personeel;

  • f.

    reguliere kosten voor scholing en onderwijs;

  • g.

    kosten gemaakt voor 1 januari 2014.

Artikel 23 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend voor 30 november 2013.

Artikel 24 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 18 vast op € 500.000.

Artikel 25 Subsidiehoogte

  • 1 De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 18, bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 0,87 per jeugdige, vermenigvuldigd met het aantal jeugdigen van 0 tot en met19 jaar per regio.

  • 2 Het aantal jeugdigen, bedoeld in het eerste lid, wordt berekend volgens de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek met als peildatum 1 januari 2011.

Artikel 26 Verdeelcriteria

  • 1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van die aanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 27 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • a.

    het project wordt voor 1 januari 2015 gerealiseerd;

  • b.

    indien de subsidie meer bedraagt dan € 25.000 en het project een looptijd heeft van langer dan 12 maanden wordt jaarlijks een voortgangsverslag overgelegd;

  • c.

    de subsidieontvanger houdt bij subsidies van € 125.000 en hoger een administratie bij van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerst lid, onder b, van de Awb en overlegt deze desgevraagd aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 28 Prestatieverantwoording

  • 1 Bij subsidies tot € 25.000 toont de subsidieontvanger in de beschikking tot subsidieverlening desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

  • 2 Bij subsidies van € 25.000 en hoger toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling aan dat de subsidiabele activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 29 Betaling en bevoorschotting

  • 1 Bij subsidies van € 25.000 en hoger verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van 80% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2 Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt in een keer betaald.

§ 4 Slotbepalingen

Artikel 30 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 31 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling transformatie jeugdzorg Noord-Brabant 2013.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 2 juli 2013
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten
 

Wetstechnische informatie

Regeling vervallen per 21-07-2016

Subsidieregeling transformatie jeugdzorg Noord-Brabant 2013

Geldend van 07-11-2013 t/m 20-07-2016 met terugwerkende kracht vanaf 30-10-2013

Algemeen

Overheidsorganisatie Noord-Brabant
Organisatietype Provincie
Officiële naam regeling Subsidieregeling transformatie jeugdzorg Noord-Brabant 2013
Citeertitel Subsidieregeling transformatie jeugdzorg Noord-Brabant 2013
Vastgesteld door gedeputeerde staten
Onderwerp maatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp jeugdzorg, subsidies, financieel kader
Indeling regeling Overig
Regeling onder de Omgevingswet Nee
Externe bijlagen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Noord-Brabant, art. 2

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Dit overzicht bevat alleen gepubliceerde versies.

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-11-2013 30-10-2013 21-07-2016 Art. 9, 23

05-11-2013

Provinciaal Blad, 2013, 155

S0274685
30-10-2013 07-11-2013 Art. 3

22-10-2013

Provinciaal Blad, 2013, 150

S0273578
04-07-2013 30-10-2013 nieuwe regeling

02-07-2013

Provinciaal Blad, 2013, 108

3423840