Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
streek: gebied zoals weergegeven in bijlage 1;
- b.
streeknetwerk: regionaal vrijwillig netwerk dat zich richt op de
realisatie van een toekomstbestendig en vitaal platteland.
Artikel 2 Doelgroep
Subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor het genereren van projecten gericht op
het vitaler maken van het platteland.
Artikel 4 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3 in aanmerking te komen, wordt
voldaan aan de volgende vereisten:
- a.
de aanvrager is deelnemer van een streeknetwerk;
- b.
het streeknetwerk heeft als werkingsgebied een streek;
- c.
het streeknetwerk is gericht op plattelandsontwikkeling;
- d.
aan de subsidiabele activiteit ligt een sluitende begroting ten
grondslag.
Artikel 5 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie
komen alle daadwerkelijk gemaakte kosten voor subsidie in aanmerking.
Artikel 6 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 5 komen de volgende kosten niet voor subsidie in
aanmerking:
- a.
kosten voor de uitvoering van projecten;
- b.
kosten gemaakt voor 1 juli 2012;
- c.
kosten van inzet van eigen personeel van de subsidieaanvrager of
van andere deelnemers van het streeknetwerk die publiekrechtelijk
rechtspersoon zijn.
Artikel 7 Vereisten subsidieaanvraag
- 1
Subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten.
- 2
Subsidieaanvragen worden ingediend voor 1 juli 2015.
- 3
Subsidieaanvragen worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe
door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.
- 4
Een subsidieaanvraag bevat tenminste het volledig ingevulde
aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen.
Artikel 8 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode van 13
december 2012 tot en met 1 juli 2015 vast op € 7.500.000.
Artikel 9 Subsidiehoogte
De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de totale subsidiabele kosten met
een maximum van € 1.000.000 per aanvrager.
Artikel 10 Verdeelcriteria
- 1
Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de
subsidieaanvragen.
- 2
Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het
bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de
subsidie als datum van binnenkomst de dag waarop de subsidieaanvraag
volledig is.
- 3
Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan
vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige
subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
Artikel 11 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
- a.
de te genereren projecten zijn gericht op de streek waar het
streeknetwerk zijn werkingsgebied heeft;
- b.
de te genereren projecten zijn gericht op het aantrekkelijker maken
van de streek als leefomgeving en hebben betrekking op tenminste een
van de volgende thema’s:
- 1°.
vestigings- en leefklimaat inclusief natuur en water;
- 2°.
innovatie in de sector van agrofood en het Midden- en
Kleinbedrijf;
- 3°.
recreatie en ontspanning;
- 4°.
- 5°.
- 6°.
energietransitie en klimaat;
- c.
de te genereren projecten dragen bij aan structurele verduurzaming
van de desbetreffende streek;
- d.
de subsidieontvanger zoekt aansluiting bij initiatieven in zijn
eigen netwerk voor het genereren van projecten;
- e.
de subsidieontvanger draagt zorg voor naamsbekendheid van het
streeknetwerk onder initiatiefnemers van te genereren
projecten;
- f.
de subsidieontvanger organiseert participatie van overheden,
ondernemers, onderwijs en overige partijen in het
streeknetwerk;
- g.
de subsidieontvanger overlegt jaarlijks voor 1 juli een tussentijds
voortgangsverslag waarin tenminste is opgenomen:
- 1°.
de mate waarin aan de verplichtingen genoemd onder a tot en
met f is voldaan;
- 2°.
het aantal projecten als bedoeld in artikel 3, dat door het
streeknetwerk is gegenereerd;
- 3°.
de omvang van de financiële en personele bijdrage van de
deelnemers aan het streeknetwerk;
- 4°.
de taakverdeling binnen de deelnemers aan het
streeknetwerk;
- h.
de subsidieontvanger houdt een administratie bij van aan de
activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel
4:37, eerste lid, onder b, van de Algemene wet bestuursrecht;
- i.
de subsidiabele activiteit is uiterlijk 1 juli 2016
gerealiseerd.
Artikel 12 Bevoorschotting en betaling
Gedeputeerde Staten betalen het voorschot op het verleende subsidiebedrag in
termijnen, waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot
subsidieverlening worden bepaald.
Artikel 13 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 14 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling streeknetwerken
Noord-Brabant.
Toelichting behorende bij de Subsidieregeling streeknetwerken
Noord-Brabant.
Algemeen
AanleidingHet in 2011 door Provinciale Staten vastgestelde
koersdocument “Transitie stad en platteland” geeft de wijze aan waarop de
provincie wil samenwerken in de ontwikkeling van het landelijk gebied in relatie
met de Brabantse steden. De provincie wil de ambities voor een vitaal landelijk
gebied in aansluiting op het stedelijk gebied realiseren door samenwerking te
bevorderen tussen partijen zoals gemeenten, terreinbeheerders, bedrijfsleven,
maatschappelijke organisaties en burgers. Op 22 juni 2012 hebben Provinciale
Staten kennisgenomen van de territoriale aanpak van de nieuwe koers Stad en
platteland opgenomen in het koersdocument “Uitvoering Transitie stad en
platteland; een nieuw koers”. De nieuwe koers leidt tot een andere wijze van
organiseren. De gebieds- en reconstructiecommissie zijn opgeheven en voro het
realiseren van de provinciale ambities wordt aangesloten bij de zogenaamde
streeknetwerken. De reconstructie- en gebiedscommissies hebben in iedere regio
de basis gelegd voor een manier van werken waarbij partijen samen bepalen wat
nodig is en hoe de uitvoering moet gebeuren. Streeknetwerken pakken door waar de
reconstructie- en gebiedscommissies zijn gebleven. De provincie participeert in
de streeknetwerken. De streeknetwerken leggen daarbij nóg meer de focus op
participatie. Van onderwijs, de omgeving, ondernemers en overheid. Dat moet
leiden tot gedragen, innovatieve en betaalbare ideeën, met voldoende evenwicht
en samenhang tussen natuur, maatschappij en economie. Dat zijn ideeën die
bijdragen aan een duurzaam platteland.
Voorts hebben Gedeputeerde Staten op 22 juni 2012 van Provinciale Staten
opdracht gekregen om samenwerkingsovereenkomsten aan te gaan met de
streeknetwerken. Hierin zijn afspraken vastgelegd over wederzijdse inzet in het
gebied en wat de samenwerking tussen de verschillende partners richting
uitvoerbare projecten moet opleveren. De samenwerkingsovereenkomst dient ter
realisatie van het regionale uitvoeringsprogramma. Het regionale
uitvoeringsprogramma zelf maakt geen deel uit van de
samenwerkingsovereenkomst.
Ten behoeve van procesondersteuning van de streeknetwerken zijn daartoe bestemde
middelen uit het bestuursakkoord vrijgemaakt. De middelen kunnen worden benut
voor het organiseren van netwerkbijeenkomsten, communicatie of aanvullende
procesondersteuning zoals bijvoorbeeld het instellen van een onafhankelijk
voorzitter. Met deze regeling wordt beoogd de financiële bijdrage aan de
streeknetwerken de juiste grondslag te geven.
Doelstelling van de regeling Een streeknetwerk opereert in een streek in Brabant
en wordt daarom ook streeknetwerk genoemd. Het is een regionaal vrijwillig, maar
niet vrijblijvend samenwerkingsverband tussen partners, dat zich richt op de
realisatie van een toekomstbestendig, vitaal platteland. De netwerken dienen te
leiden tot een hoge mate van zelforganiserend vermogen en veerkracht, om nu en
in de toekomst te zorgen voor regionale identiteit en een vitaal platteland. Ten
tijde van het opstellen van het koersdocument “Uitvoering Transitie stad en
platteland; een nieuw koers” waren zeven netwerken relevant omdat zij de ambitie
hadden ook provinciale doelen te realiseren. Uiteindelijk betreft het acht
netwerkenen gebiedsopgave Brabantse Wal. Dit zijn netwerken in Kempenland,
Boven-Dommel, De Peel, Noordoost-Brabant, Biesbosch, Landstad de Baronie, Groene
Woud en Hart van Brabant.
De provincie heeft middelen vrijgemaakt om de processen binnen het netwerk te
faciliteren, processen om tot uitvoering van projecten te komen, het proces om
uitvoerbare projecten te genereren door middel van bijvoorbeeld het organiseren
van netwerkbijeenkomsten, communicatie of aanvullende procesondersteuning.
Met de regeling geeft de Provincie de komende vier jaren een bijdrage aan de
streeknetwerken die passen binnen de ambitie van de Provincie voor het genereren
van projecten die leiden tot een vitaler platteland. Jaarlijks wordt gemonitord
of er daadwerkelijk uitvoerbare projecten zijn gegeneerd, op de juiste wijze en
passend binnen de afgesproken doelen. Waar nodig wordt als gevolg van deze
monitoring de bijdrage bijgesteld.
Juridisch kaderDe regels van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en
de Algemene subsidieverordening provincie Noord-Brabant (ASV) zijn op deze
subsidieregeling van toepassing.
Artikelsgewijs
Artikel 1 Begripsbepalingena. In de bijlage bij de verordening zijn
de streken weergegeven waar de relevante netwerken zich op richten. De
afbakening van de gebieden is ontstaan na de opheffing van de reconstructie- en
gebiedscommissie door de vorming van netwerken van energie.
Artikel 4 Subsidievereisten Dit artikel richt zich met name op de
aanvrager van subsidie. Immers wordt subsidie verstrekt ten behoeve van de
streeknetwerken. Met deze vereisten wordt gewaarborgd dat de aanvrager deelnemer
is van een dergelijk netwerk.
Artikel 5 Subsidiabele kostenDit artikel bepaalt welke kosten voor
subsidie in aanmerking komen. In principe betreft het alle daadwerkelijk
gemaakte kosten. Deze wijze waarop dit dient te worden verantwoord is geregeld
in artikel 12 bij de verplichtingen van de subsidieontvanger.
Artikel 6 Niet subsidiabele kostenDe middelen kunnen worden benut
voor het organiseren van netwerkbijeenkomsten, communicatie of aanvullende
procesondersteuning die gemaakt zijn na het opheffen van de
reconstructiecommissie per 1 juli 2012. Vandaar dat kosten voor het uitvoeren
van projecten en kosten gemaakt voor 1 juli 2012 niet subsidiabel zijn.
Omdat de provincie ondersteunt met budget, via deze regeling, en capaciteit op
voorwaarde dat het gebied een evenredige inzet levert, zijn de kosten van inzet
van eigen capaciteit door de aanvrager of andere deelnemers van het
streeknetwerk die rechtspersoonlijkheid krachtens het publiekrecht bezitten,
niet subsidiabel.
Artikel 7 Vereisten subsidieaanvraag In dit artikel staat aangegeven
in welke periode en op welke wijze de subsidieaanvragen ingediend moeten
worden.
Artikel 8 SubsidieplafondHet subsidieplafond geeft het bedrag aan dat
voor de genoemde periode beschikbaar is voor subsidie.
Artikel 10 Verdeelcriteria Omdat de omvang van het voor verstrekking
van subsidies beschikbare bedrag wordt beperkt door het subsidieplafond, wordt
in dit artikel bepaald hoe de beschikbare gelden over de in beginsel voor
verlening in aanmerking komende aanvragen wordt verdeeld.
Artikel 11 Verplichtingen van de subsidieontvangerIn de artikelen
4:37 tot en met 4:41 van de Awb is geregeld welke verplichtingen aan de
subsidieontvanger kunnen worden opgelegd. Enkele verplichtingen vloeien
rechtstreeks voor uit de Awb. De verplichtingen starten zodra de subsidie wordt
verleend en eindigen over het algemeen als de subsidie wordt vastgesteld. Dit
betekent dat niet bij de aanvraag reeds getoond hoeft te worden dat voldaan
wordt aan de verplichtingen. Gedurende het project dient jaarlijks voor 1 juli
te worden getoond dat voldaan wordt aan de verplichtingen. Het niet voldoen aan
de verplichtingen kan overigens leiden tot bijstelling van de subsidieverlening
binnen de in de regeling gestelde ruimte. Artikel 4:48 van de Awb geeft de
grondslag voor het tussentijds wijzigen ten nadele van de
subsidieontvanger.
De thema’s genoemd onder b zijn afgeleid uit de Agenda van Brabant. Bij de
beoordeling of aan een van de thema’s is voldaan wordt de uitleg van de Agenda
van Brabant gevolgd alsmede de hierop gebaseerde koersdocumenten. Ten aanzien
van het begrip structurele verduurzaming onder c is bij het vaststellen van het
koersdocument door Provinciale Staten op 9 december 2011 een motie aangenomen
waarin structurele verduurzaming per regio uitgangspunt is bij het formuleren
van gezamenlijke doestellingen voer economische ontwikkeling, natuur, recreatie
en toerisme, duurzame energie en kringlopen. Aan deze motie wordt getoetst. Ter
zake van de participatie van overheden, ondernemers, onderwijs en overige
partijen, de 4 O’s, is in het koersdocument “Uitvoering Transitie stad en
platteland; een nieuw koers” opgenomen dat de territoriale aanpak op regionale
schaal moet leiden tot een uitvoeringsprogramma met participatie van de 4 O’s,
bijvoorbeeld door netwerken waarin deze O’s deelnemen.
Artikel 12 Bevoorschotting en betalingDit artikel beoogt te
realiseren dat gedurende de looptijd van het project de verleende subsidie
gelijkmatig wordt bevoorschot. Omdat de aanvraag ziet op projecten die reeds 1
juli 2012 zijn aangevangen en doorlopen tot 1 juli 2016, betreft het niet een
gelijkmatige jaarlijkse bevoorschotting en dient in iedere beschikking tot
subsidieverlening concreet gemaakt te worden welk bedrag op welk moment wordt
bevoorschot.
’s-Hertogenbosch, 11 december 2012
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter | de secretaris |
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk | drs. W.G.H.M. Rutten |