Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 10 oktober 2017 het Uitvoeringsprogramma Ondersteunende
Maatregelen Transitie Veehouderij hebben vastgesteld, dat gericht is op een verdere
ontwikkeling van de veehouderij naar een duurzame en rendabele sector;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten daartoe onder meer een paragraaf hebben opgenomen
in de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant om de doorontwikkeling
naar natuurinclusieve landbouw te stimuleren, door veehouders in staat te stellen
realistische businessplannen op te stellen om een meer natuurinclusieve manier van
ondernemen mogelijk te maken;
Overwegende dat natuurinclusieve landbouw vaak alleen mogelijk is met behulp van extensivering
en het doen van investeringen; dat om die reden een veehouder dient te beschikken
over voldoende middelen om de doorontwikkeling of omschakeling naar een natuurinclusieve
onderneming mogelijk te maken en Gedeputeerde Staten het daartoe wenselijk achten
een beleidsregel vast te stellen omtrent de aankoop, het in erfpacht geven en de verkoop
van landbouwgrond door de provincie Noord-Brabant;
Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
aankoop: in eigendom verwerven van gronden door de provincie, met inbegrip van de levering
door middel van een notariële akte en de inschrijving daarvan in de openbare registers;
biologische veehouderij: door de Stichting Skal gecertificeerde veehouder;
businessplan: plan waarin de natuurinclusieve bedrijfsvoering uiteen is gezet als bedoeld in bijlage
1 bij deze beleidsregel;
ecologische verbindingszone: langgerekt gebied waarbinnen natuur- en landschapselementen zijn of worden gerealiseerd,
gericht op het verbinden van natuurgebieden als opgenomen en begrensd in de Interim
omgevingsverordening Noord-Brabant;
erfpacht: overeenkomst als bedoeld in artikel 85 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij
een veehouder de bevoegdheid krijgt om grond van de provincie te houden en te gebruiken;
gecombineerde opgave: door agrarische ondernemers bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland jaarlijks
aangeleverde bedrijfsgegevens;
groenblauwe mantel: gebieden zoals opgenomen op de kaart in bijlage 10 van de Subsidieregeling transitie
veehouderijen Noord-Brabant die een belangrijke nevenfunctie voor natuur en water
hebben en overwegend grenzen aan het Natuurnetwerk Brabant en ecologische verbindingszones;
grond: gras- of bouwland dat in gebruik is als landbouwgrond;
GVE: groot vee-eenheid als bedoeld in de bijlage met GVE-normen per dier, gebaseerd op
RVO en WUM-fosfaatexcreties uit de meest actuele versie van het rapport “Rekenregels
van de Kringloopwijzer” van Wageningen University Research;
kruidenrijk grasland: grasland waarop ten minste vier verschillende indicatorsoorten aanwezig zijn tijdens
het groeiseizoen, voorkomend op de indicatorsoortenlijst als bedoeld in bijlage 3
van de Subsidieregeling Natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant;
natuurinclusieve
landbouw: economisch rendabel en grondgebonden landbouwsysteem dat voedsel en gewassen produceert,
in balans is met de natuurlijke omgeving, natuurlijke hulpbronnen integreert in de
bedrijfsvoering en zorgdraagt voor de biodiversiteit op en rond het bedrijf;
natuurinclusief vruchtwisselingssysteem: vruchtwisselingssysteem van zes jaar waarbij gedurende een aaneengesloten periode
van minimaal drie jaar ofwel kruidenrijk grasland ofwel gras-klaver wordt afgewisseld
met maximaal drie jaar bouwland bestaande uit teelt van de voedergewassen granen,
mais, voederbieten of vlinderbloemigen;
Natuur Netwerk Brabant: samenhangend netwerk van natuurgebieden, dat van nationaal en internationaal belang
is en het veiligstellen van ecosystemen als doel heeft, en is opgenomen en begrensd
in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant;
veebezetting: aantal GVE per hectare grond die, behalve voor biologische veehouderijen, gelegen
is binnen een straal van 15 km van de veehouderij en waarover het bedrijf langdurig
beschikt of kan beschikken, berekend op basis van grond in eigendom, erfpacht of langdurige
pacht, alsmede de minimale oppervlakte overige grond zoals over de drie meest recente,
achtereenvolgende jaren gerapporteerd in de gecombineerde opgave;
veehouder: ondernemer met een agrarische onderneming gericht op het fokken, mesten of houden
van landbouwhuisdieren;
verkoop: het in eigendom van een derde doen overgaan van gronden die in eigendom toebehoren
aan de provincie, met inbegrip van de levering door middel van een notariële akte
en de inschrijving daarvan in de openbare registers.
Bijlage 2, behorende bij artikel 5 van de Beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw Noord-Brabant
Model erfpachtovereenkomst
OVEREENKOMST TOT VESTIGING RECHT VAN ERFPACHT
DE ONDERGETEKENDEN:
- 1.
………………., statutair gevestigd te ………… en kantoorhoudende te ……….., ………… .., ingeschreven
in het handelsregister onder nummer …………., ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd
door …………, ………………., geboren op …………… te ………….., en ……………….., geboren op ………….. te
……, ……………….. hierna te noemen: “(de) Erfpachter”
en
- 2.
De publiekrechtelijke rechtspersoon, de provincie Noord-Brabant, gevestigd te 's-Hertogenbosch, kantoorhoudende te (5216 TV) 's-Hertogenbosch, Brabantlaan
1, ten deze op grond van ………… rechtsgeldig vertegenwoordigd door ……………, programmamanager
Majeure Projecten en Ontwikkelbedrijf, ten deze handelende voor en namens de provincie
Noord-Brabant: "(de) Provincie”
De ondergetekenden onder 1. en 2. hierna tezamen te noemen: “(de) Partijen”
IN OVERWEGING NEMENDE DAT:
- a.
De Provincie wil de gangbare agrarische bedrijfsvoering doorontwikkelen en stimuleren
naar een natuurinclusieve bedrijfsvoering. De Erfpachter heeft aangegeven deze doorontwikkeling
in zijn bedrijfsvoering te willen doorvoeren. Erfpachter zal ecologische processen
inzetten voor de productie van voedsel en gewassen, hetgeen blijkt uit zijn goedgekeurde
businessplan. De Provincie heeft (een deel) van de agrarische gronden van Erfpachter
aangekocht. De gronden worden door deze overeenkomst weer in erfpacht uitgegeven voor
de duur van 26 jaren. Op deze manier verkrijgt de Erfpachter liquide middelen om daarmee
in zijn bedrijf te kunnen investeren. De erfpachtovereenkomst geeft daarbij invulling
aan de intentie van de Provincie om een duurzame relatie met elkaar aan te gaan.
- b.
De Provincie zal in beginsel de erfpachtcanon enkel indexeren op grond van artikel
4 van onderstaande overeenkomst.
- c.
De Provincie in het kader van de verduurzaming van de landbouw de ‘beleidsregel grond
voor natuurinclusieve landbouw’ heeft opgesteld, die is vastgesteld door Gedeputeerde
Staten van de provincie Noord-Brabant op 4 februari 2020 en gewijzigd per ………………;
- d.
Erfpachter op basis van de onder b. vermelde beleidsregel een businessplan, dan wel
een toelichtende notitie als sprake is van een biologische veehouderij, heeft opgesteld,
die op …..….. positief beoordeeld is door de Adviescommissie businessplannen natuurinclusieve
landbouw;
- e.
De Provincie tegen deze achtergrond een grondtransactie met Erfpachter wenst aan te
gaan, waarbij zij bereid is om het/de door haar aangekochte respectievelijk bij haar
in eigendom zijnde perce(e)l(en) kadastraal bekend gemeente …….., sectie ………….., nummer(s)
……….. voor 26 jaar in erfpacht uit te geven, om door te ontwikkelen of om te schakelen
naar natuurinclusieve landbouw;
- f.
Partijen de rechten en plichten van het recht van erfpacht in onderhavige overeenkomst
hebben vastgelegd.
VERKLAREN HET NAVOLGENDE OVEREEN TE KOMEN:
Artikel 1. Het Terrein
- 1.
Partijen verklaren een overeenkomst aan te gaan, op grond waarvan de Provincie in
erfpacht aan de Erfpachter uitgeeft, die zulks aanvaardt, het/de registergoed(eren),
zoals hieronder nader omschreven en met arcering aangegeven op de door Partijen gewaarmerkte
situatietekening, die als bijlage 1 is aangehecht, betreffende (een) perce(e)l(en)
cultuurgrond, gelegen aan de …….. te ……., hierna (tezamen) te noemen: “het Terrein”.
Kadastrale omschrijving van het perceel waarop het recht van erfpacht zal worden gevestigd
|
Grootte van het perceel
|
Grootte van het gedeelte van het perceel waarop het recht van erfpacht zal worden
gevestigd (circa)
|
gemeente
|
sectie
|
nummer
|
ha
|
a
|
ca
|
ha
|
a
|
ca
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
|
|
- 2.
Indien van toepassing: De Provincie verklaart, voor zover nodig, onherroepelijk volmacht te geven aan de
notaris, alwaar de uitgifte in erfpacht van het Terrein plaats zal vinden, om ten
behoeve van de akte van uitgifte in erfpacht van het Terrein, een splitsingsverzoek
middels de Splitsapplicatie bij het Kadaster in te dienen in het kader van het vormen
van nieuwe percelen met een voorlopige kadastrale grens en oppervlakte. Deze volmacht
geschiedt met de macht van substitutie. Alle kosten die het Kadaster in rekening brengt,
waaronder mede begrepen de kosten voor het splitsingsverzoek en de verificatiemeting,
komen voor rekening van de provincie.
- 3.
Op deze overeenkomst zijn de bepalingen, zoals opgenomen in de artikelen 5:85 tot
en met 5:100 van het Burgerlijk Wetboek, van toepassing, voor zover daarvan in deze
overeenkomst niet wordt afgeweken.
Artikel 2. Duur van erfpacht
Het recht van erfpacht wordt gevestigd voor een aaneengesloten periode van 26 jaren, ingaande op de datum dat de notariële akte tot uitgifte in erfpacht wordt verleden,
zoals vermeld in artikel 31.
Artikel 3. Vergoeding en canon
- 2.
De Erfpachter is aan de Provincie een jaarlijkse canon verschuldigd wegens de erfpacht
van het Terrein en bedraagt bij aanvang € ……. (zegge: …………………euro) per hectare per
jaar, ofwel in totaal € …………… (zegge: ……………………. euro), te voldoen bij vooruitbetaling
in jaarlijkse termijnen, vervallende per 1 oktober van ieder jaar.
- 3.
Over de canon is geen omzetbelasting verschuldigd.
- 4.
De Erfpachter dient de canon voor het eerst te voldoen bij gelegenheid van ondertekening
van de notariële akte die naar aanleiding van de onderhavige overeenkomst zal worden
opgemaakt, betrekking hebbende op de periode vanaf de datum van uitgifte in erfpacht
tot en met 31 december van dat jaar.
- 5.
Indien betaling van een canontermijn niet op de vervaldag als bedoeld in lid 2 van
dit artikel heeft plaatsgehad is de Erfpachter zonder nadere ingebrekestelling, aanmaning,
bevel of soortgelijke daad van rechtsopvolging in verzuim en wordt het verschuldigde
verhoogd met de wettelijke rente voor niet-handelstransacties naar rato van de tijdsduur
van het verzuim.
Artikel 4. Canon indexering
- 1.
De canon wordt op/per1 januari van ieder jaar aangepast aan de hand van de ontwikkeling
van de consumentenprijsindexcijfer (CPI) alle huishoudens, zoals door het Centraal
Bureau voor de Statistiek vastgesteld, of indien deze index niet meer bestaat, door
middel van/aan de hand van de index die de oude index het meest benadert. Deze aanpassing
geschiedt op basis van de formule:
C(n) = (A:B) x C(o)
In deze formule is:
C(n): de nieuwe canon;
A: de CPI van het kalenderjaar voorafgaand aan de ingangsdatum van de canonaanpassing;
B: de CPI van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar bedoeld onder A;
C(o): de oude, aan te passen canon.
- 2.
De eerste jaarlijkse canon aanpassing vindt plaats op 1 januari volgende op het eerste
volledige jaar vanaf de datum van uitgifte in erfpacht.
- 3.
De geïndexeerde canon is ook verschuldigd wanneer door de Provincie geen afzonderlijke
schriftelijke mededeling van deze aanpassing wordt gedaan aan de Erfpachter, doch
zal nimmer lager dan de aanvangscanon, als bedoeld in artikel 3 lid 2, kunnen zijn.
- 4.
De indexering van de canon is ook van overeenkomstige toepassing op een krachtens
artikel 5 herziene canon, met ingang van het jaar volgend op het jaar waarop de herziening
voor het eerst geldt.
Artikel 5. Periodieke canonherziening
- 1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 4 kan de canon op verzoek van de Provincie telkens
na verloop van vijf erfpachtsjaren, voor het eerst vijf jaar na uitgifte van het recht
van erfpacht conform artikel 31, worden herzien in verband met fluctuaties in de waarde
van onroerende zaken. Hierbij zal rekening worden gehouden met de marktconformiteit
van de canon, mede in het licht van het opbrengend vermogen van het Terrein.
- 2.
De Provincie maakt uitsluitend van de mogelijkheid uit het eerste lid gebruik indien
zwaarwegende externe factoren dat noodzakelijk maken, zoals planologische wijzigingen,
peilveranderingen en andere nu onbekende externe gebeurtenissen die het overeengekomen
gebruik van de grond beïnvloeden.
- 3.
De herziene canon is verschuldigd met ingang van de dag, waarop de vermelde termijn
van vijf jaren is verlopen.
- 4.
De Provincie geeft de Erfpachter per aangetekende brief kennis van het voornemen
tot herziening van de canon.
- 5.
De Erfpachter deelt de Provincie binnen zes weken na de datum van de in lid 3 bedoelde
brief per aangetekende brief mee of hij instemt met het voorstel.
- 6.
Wanneer uit de brief, als bedoeld in lid 4, blijkt dat de Erfpachter niet instemt
met het voorstel, of wanneer de Erfpachter die brief niet of niet bijtijds verzendt,
zal de herziene canon worden vastgesteld door drie onafhankelijke deskundigen. Elk
van de Partijen benoemt een deskundige en deze twee benoemen samen de derde, die als
voorzitter zal fungeren. Als over deze derde deskundige geen overeenstemming wordt
verkregen, benoemt een rechter van de Rechtbank van het arrondissement waarin het
Terrein is gelegen, op verzoek van de meest gerede partij, de derde deskundige.
- 7.
Het door de in lid 5 bedoelde deskundigen uitgebrachte advies is bindend voor Partijen.
De kosten van de deskundigen zullen door elk van Partijen voor de helft worden gedragen.
Artikel 6. Verlenging
Tot uiterlijk één jaar voor afloop van de overeengekomen duur van het erfpacht, als
bedoeld in artikel 2 van deze overeenkomst, kunnen Partijen met elkaar in overleg
treden omtrent een eventuele verlenging en de daarbij te stellen voorwaarden. Aan
het gestelde in dit artikel kan door geen van de Partijen een recht van continuatie
van het erfpachtrecht worden ontleend. Zowel de Erfpachter als de Provincie kan zonder
opgaaf van redenen weigeren medewerking te verlenen aan een door de wederpartij gewenste
verlenging.
Artikel 7. Einde en opzegging
- 1.
De erfpacht eindigt door het verstrijken van de duur, als overeengekomen in artikel
2 van deze overeenkomst. Wanneer de Erfpachter het Terrein niet op dat tijdstip heeft
ontruimd, blijft het recht van erfpacht doorlopen, tenzij de Provincie uiterlijk zes
maanden na dat tijdstip doet blijken, dat zij het recht van erfpacht als geëindigd
beschouwt.
- 2.
De Erfpachter is niet gerechtigd het erfpachtrecht op te zeggen gedurende de eerste
26 jaren na vestiging.
- 3.
De Provincie en de Erfpachter zijn gerechtigd het aldus verlengde recht van erfpacht,
zoals bedoeld in artikel 6, op te zeggen bij exploot, tenminste één jaar voor het
tijdstip waartegen wordt opgezegd.
- 4.
Ingevolge het in artikel 5:87 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, kan het
erfpachtrecht door de Provincie worden opgezegd indien de Erfpachter in verzuim is
de canon over twee achtereenvolgende jaren te betalen of in ernstige mate tekortschiet
in de nakoming van zijn andere verplichtingen. Onder ‘in ernstige mate tekortschieten
in de nakoming van zijn andere verplichtingen’ zoals hiervoor vermeld dient in ieder
geval te worden begrepen: het niet voldoen aan de in artikelen 12 en 13 van deze overeenkomst
omschreven verplichtingen. De opzegging geschiedt bij exploot en tenminste een maand
voor het tijdstip waartegen wordt opgezegd. Deze opzegging moet tevens op straffe
van nietigheid binnen acht dagen worden betekend aan degenen die als beperkt gerechtigde
of beslaglegger op de erfpacht in de openbare registers staan ingeschreven.
Ingevolge het in artikel 5:87 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, kan het erfpachtrecht
(tussentijds) door de Provincie (deels) worden opgezegd om redenen van algemeen belang
of voor gebruik ten algemenen nutte. De redenen die deze opzegging rechtvaardigen
moeten gemotiveerd uiteen worden gezet in het besluit tot opzegging, met overeenkomstige
toepassing van artikel 1 van de Onteigeningswet. De opzegging geschiedt bij exploot
en tenminste twee jaar voor het tijdstip waartegen wordt opgezegd. Deze opzegging
moet tevens op straffe van nietigheid binnen acht dagen worden betekend aan degenen
die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op de erfpacht in de openbare registers
staan ingeschreven.
- 6.
Ingevolge het in artikel 5:97 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, kan de rechter,
indien 25 jaren na de vestiging van de erfpacht zijn verlopen, op vordering van de
Provincie of Erfpachter de erfpacht wijzigen of opheffen op grond van onvoorziene
omstandigheden, die van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid
ongewijzigde instandhouding van de akte van vestiging niet van de Provincie of de
Erfpachter kan worden gevergd.
- 7.
Het recht van erfpacht kan (tussentijds) door de Provincie worden opgezegd indien
(i) de Erfpachter in staat van faillissement wordt verklaard of surseance van betaling
of schuldsanering natuurlijke personen aanvraagt, of (ii) de rechtspersoon van de
Erfpachter, om welke reden dan ook, wordt ontbonden of het samenwerkingsverband wordt
beëindigd ingeval de Erfpachter een rechtspersoon of een samenwerkingsverband is.
De opzegging geschiedt overeenkomstig het bepaalde in artikel 5:88 lid 1 van het Burgerlijk
Wetboek, bij exploot en ten minste één jaar voor het tijdstip waartegen wordt opgezegd.
Artikel 8. Bodemverontreiniging
- 1.
De Provincie verklaart niet bekend te zijn met feiten, onder meer op grond van eigen
deskundigheid en het gebezigde gebruik van het Terrein, die erop wijzen dat het Terrein
enige bodemverontreiniging bevat die kan leiden tot een verplichting tot sanering
van het Terrein dan wel tot het (laten) nemen van andere maatregelen.
- 2.
Voor zover aan de Provincie bekend:
- a.
Is met betrekking tot het Terrein door de daartoe bevoegde instanties nooit een aanwijzing
voor een verkennend onderzoek naar verontreiniging uitgebracht;
- b.
Zijn krachtens de Wet bodembescherming tot op heden ten aanzien van het Terrein door
de daartoe bevoegde instanties geen beschikkingen of bevelen uitgevaardigd.
- 3.
Partijen komen overeen dat geen opdracht wordt gegeven tot het uit laten voeren van
een verkennend bodemonderzoek gebaseerd op de NEN 5740, inclusief een vooronderzoek
NEN 5725 en asbestonderzoek, gebaseerd op de NEN 5707, van het Terrein en gaan ervan
uit dat de grond en/of het grondwater van het Terrein niet verontreinigd is. De Erfpachter
vrijwaart de Provincie na de vestiging van het recht van erfpacht voor alle hiermee
samenhangende gevolgen, hoe dan ook genaamd. Het risico van verontreiniging die de
beoogde gebruiksfunctie van het Terrein beperkt, is alsdan voor de Erfpachter.
- 4.
Bij gelegenheid van het einde van het recht van erfpacht, als bedoeld in artikel
7 van deze overeenkomst, is de Provincie gerechtigd om voor haar rekening een verkennend
bodemonderzoek gebaseerd op de NEN 5740, inclusief een vooronderzoek NEN 5725 en asbestonderzoek,
gebaseerd op de NEN 5707, uit te laten voeren. Indien uit het verkennend bodemonderzoek
blijkt dat er sprake is of kan zijn van bodem- en/of asbestverontreiniging, dan is
de Provincie gerechtigd om voor haar rekening een nader onderzoek in te stellen.
- 5.
Voor rekening en risico van de Erfpachter komen de (gevolgen van) verontreinigingen
van de grond en/of het grondwater van het Terrein.
- 6.
Van bodem- en/of asbestverontreiniging is sprake indien zich op en/of in de grond
en/of het grondwater van het Terrein hogere concentraties van schadelijke stoffen
bevinden dan de streefwaarde van de bij de Wet bodembescherming behorende uitvoeringsregelingen
dan wel daarvoor in de plaats tredende algemeen gangbare kwaliteitseisen of op grond
van natuurlijk voorkomen is te verwachten.
- 7.
Onder verontreiniging wordt niet verstaan:
- a.
De aanwezigheid van de draagkracht van de grond beïnvloedende omstandigheden;
- b.
Stobben van bomen en/of struiken;
- c.
Funderings- en puinresten die geen asbest of andere schadelijke stoffen bevatten.
Artikel 9. Wijziging, vervreemding, verhuur en jacht
- 1.
Het is de Erfpachter niet geoorloofd, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming,
van de Provincie:
- a.
Het erfpachtrecht geheel of ten dele te vervreemden, waaronder begrepen de inbreng
van het recht in een rechtspersoon of samenwerkingsverband;
- b.
Het erfpachtrecht geheel of ten dele te verhuren, te verpachten of in ondererfpacht
uit te geven of anderszins onder welke titel ook, geheel of gedeeltelijk aan derden
in gebruik te geven;
- c.
Het erfpachtrecht geheel of ten dele te splitsen;
- d.
Het recht van erfpacht of enig deel daarvan met hypotheek of enig ander zakelijk recht
te bezwaren;
- e.
Op of aan het Terrein werkzaamheden of handelingen te verrichten of na te laten dan
wel activiteiten of een bedrijf uit te oefenen, waardoor gevaar, schade of hinder,
dan wel aantasting van de volksgezondheid en/of het milieu – waaronder die van de
bodem – wordt veroorzaakt;
- f.
De bestemming van het Terrein te wijzigen;
- g.
Overeenkomsten aan te gaan, die het gangbare gebruik en/of de waarde van het erfpachtrecht
dan wel het Terrein negatief beïnvloeden;
- h.
In het gebruik van het Terrein, zoals omschreven in artikel 12 van deze overeenkomst,
een wijziging aan te brengen;
- i.
Gebouwen, werken en/of beplantingen op het Terrein op te richten;
- j.
Te handelen in strijd met nu of te eniger tijd geldende vergunningen of -voorschriften.
- 2.
De Provincie kan op grond van haar moverende redenen toestemming aan de in lid 1 vermelde
punten onthouden. Daarnaast kan de Provincie voorwaarden verbinden aan de bedoelde
toestemming, waaronder voorwaarden van financiële aard.
- 3.
De Erfpachter is bevoegd om in overleg met de WBE (wildbeheereenheid), welke WBE actief
is in het gebied waar het Terrein is gelegen, een jachtrecht uit te geven conform
de dan geldende wet- en regelgeving. Dit jachtrecht mag enkel gedurende de duur van
het erfpachtrecht, conform artikel 2, worden uitgegeven waarbij de duur van het jachtrecht
de duur van het erfpachtrecht niet mag overschrijden.
Artikel 10. Voorkeursrecht tot koop
- 1.
De Provincie verleent aan de Erfpachter een voorkeursrecht tot koop van het blote
eigendom van het Terrein. Indien de Provincie het blote eigendom van het Terrein geheel
of gedeeltelijk wenst te vervreemden, dient zij de Erfpachter daarvan in kennis te
stellen door middel van een aangetekend schrijven. Voormeld voorkeursrecht is niet
van toepassing ingeval de Provincie het blote eigendom van het Terrein geheel of gedeeltelijk
wenst te vervreemden aan een ander publiekrechtelijk lichaam dan wel …………………………..
die de intenties van de verduurzaming van de landbouw zoals opgenomen in de ‘beleidsregel
grond voor natuurinclusieve landbouw’ op het Terrein nastreeft.
- 2.
Het voorkeursrecht van de Erfpachter, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, eindigt
op het moment dat de erfpachtovereenkomst eindigt. Indien de Provincie besluit tot
verkoop over te gaan dan dient zij de Erfpachter daarvan binnen 6 maanden voor het
einde van onderhavige erfpachtovereenkomst in kennis te stellen.
- 3.
Indien de Provincie het voorkeursrecht van de Erfpachter, zoals bedoeld in lid 1 van
dit artikel, passeert, verbeurt de Provincie ten behoeve van de Erfpachter een direct
opeisbare boete van € 15.000,00 (zegge: vijftienduizend euro), zonder dat daartoe
enige ingebrekestelling nodig is. Deze boete laat onverlet het recht van de Erfpachter
op vergoeding van de door haar geleden en/of te lijden schade en interesten. De boete
zal jaarlijks worden geïndexeerd, conform de wijziging van het Consumentenprijsindexcijfer,
CPI, alle huishoudens (2015 = 100), zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek
maandelijks wordt gepubliceerd, of indien deze index niet meer bestaat, middels de
index die de oude index het meest benadert.
- 4.
De Erfpachter dient binnen zes weken na ontvangst van het aangetekend schrijven, zoals
bedoeld in lid 1 van dit artikel, aan de Provincie te kennen te geven of hij van zijn
voorkeursrecht gebruik wil maken.
- 5.
5. Indien de Erfpachter van zijn voorkeursrecht gebruik wil maken, wordt de koopsom
van het blote eigendom vastgesteld door een door de Provincie aangewezen onafhankelijke
erkende taxateur tegen de alsdan geldende marktwaarde vrij van erfpacht. Voor het
begrip ‘marktwaarde’ dient daarbij aansluiting te worden gezocht bij de European Valuation
Standards (EVS): “het geschatte bedrag waartegen vastgoed zou worden overgedragen
op de waarde peildatum tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper
in een zakelijke transactie, na behoorlijke marketing en waarbij de partijen zouden
hebben gehandeld met kennis van zaken, prudent en niet onder dwang”.
- 6.
6. Indien Partijen over de hoogte van de koopsom geen overeenstemming bereiken, zal
de waarde van het blote eigendom tegen de alsdan geldende marktwaarde door maximaal
drie onafhankelijke erkende taxateurs (deskundige) worden vastgesteld. Elk van de
Partijen benoemt een deskundige en deze twee benoemen samen de derde, die als voorzitter
zal fungeren. Als over deze derde deskundige geen overeenstemming wordt verkregen,
benoemt een rechter van de Rechtbank van het arrondissement waarin het Terrein is
gelegen, op verzoek van de meest gerede partij, de derde deskundige. Het waardeoordeel
van deze commissie is voor Partijen bindend. De kosten van deze deskundigen komen
evenredig voor rekening van Partijen. Het als zodanig uitgebrachte rapport dient door
de deskundigen ten spoedigste aan de betrokken Partijen ter hand te worden gesteld
door middel van een aangetekend schrijven met bericht van ontvangst. Na ontvangst
daarvan hebben zowel de Erfpachter als de Provincie één maand bedenktijd. Zowel de
Erfpachter als de Provincie dienen binnen deze maand bedenktijd aan de wederpartij,
door middel van een aangetekend schrijven met bericht van ontvangst, te kennen te
geven of zij willen verkopen respectievelijk kopen voor de door de deskundigen vastgestelde
prijs.
- 7.
Indien Erfpachter overgaat tot aankoop zijn Partijen gebonden aan de hierna onder
a tot en met f gemelde bepalingen:
- a.
Zodra er overeenstemming is, dienen de Erfpachter en de Provincie de gemaakte afspraken
schriftelijk vast te leggen in een koopovereenkomst en dient het verlijden van de
notariële akte van levering binnen een maand daarna te geschieden, dan wel op een
later, in onderling overleg te bepalen, tijdstip, doch uiterlijk voor één december
van het kalenderjaar waarin de wilsovereenstemming tot stand is gekomen;
- b.
De kosten van overdracht en levering, waaronder overdrachtsbelasting en notariskosten
en kadastraal recht, zijn voor rekening van de Erfpachter;
- c.
De betaling van de koopsom en de afrekening van de zakelijke lasten dienen te geschieden
bij het verlijden van de notariële akte van levering;
- d.
Het Terrein zal worden geleverd in de staat waarin het zich op het moment van het
tot stand komen van de koopovereenkomst bevindt, met alle heersende en lijdende erfdienstbaarheden
en zichtbare en verborgen gebreken en rechten en verplichtingen;
- e.
Het verkochte dient te worden geleverd, vrij van hypotheken en beslagen en inschrijvingen
daarvan;
- f.
De Erfpachter en de Provincie verbinden zich in de notariële akte van levering afstand
te zullen doen van het recht om ontbinding te vorderen.
- 8.
Indien de Provincie aan de Erfpachter te kennen geeft, dat zij niet wil verkopen voor
de door de deskundigen vastgestelde prijs en de Erfpachter geeft aan de Provincie
te kennen, dat hij wel wil kopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs, dan
blijft het voorkeursrecht van kracht en is de Provincie niet vrij om aan derden te
vervreemden.
- 9.
Indien de Provincie aan de Erfpachter te kennen geeft, dat zij wil verkopen voor de
door de deskundigen vastgestelde prijs en de Erfpachter geeft aan de Provincie te
kennen, dat hij niet wil kopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs, dan
eindigt het voorkeursrecht per de datum waarop de in lid 4 van dit artikel bedoelde
maand bedenktijd verstrijkt en is de Provincie vrij om aan derden te vervreemden.
Artikel 11. Staat van het Terrein
- 1.
De feitelijke levering (aflevering) van het Terrein vindt plaats op de dag dat de
notariële akte tot uitgifte in erfpacht, als bedoeld in artikel 31, wordt verleden,
in de staat waarin het zich bij het tot stand komen van deze overeenkomst bevindt,
met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, zichtbare en onzichtbare gebreken,
daaraan verbonden heersende en lijdende erfdienstbaarheden en alle andere (kwalitatieve)
rechten, lasten en verplichtingen als daaraan zijn verbonden, doch vrij van hypotheken,
beslagen en inschrijvingen daarvan.
- 2.
De Provincie geeft kennis van de volgende met het Terrein verbonden lasten uit hoofde
van erfdienstbaarheden als dienend of heersend erf, van kettingbedingen, kwalitatieve
verplichtingen en overige lasten en beperkingen: ….
Voor het overige wijst de Provincie op de kwalitatieve verplichtingen/kettingbedingen
die gelijktijdig met de uitgifte in erfpacht, zoals omschreven in artikel 31, op het
Terrein respectievelijk het recht van erfpacht zullen worden gevestigd, zoals omschreven
in artikel 14
OF:
De Provincie heeft geen kennis gegeven van eventueel met het Terrein verbonden lasten
uit hoofde van erfdienstbaarheden als dienend of heersend erf, van kettingbedingen,
kwalitatieve verplichtingen en overige lasten en beperkingen, met dien verstande dat
gelijktijdig met de uitgifte in erfpacht, zoals omschreven in artikel 31, kwalitatieve
verplichtingen/kettingbedingen op het Terrein respectievelijk het recht van erfpacht
zullen worden gevestigd, zoals omschreven in artikel 14.
- 3.
Het Terrein zal op het moment van de notariële akte van vestiging, zoals omschreven
in artikel 31 van deze overeenkomst, de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig
zijn voor het huidige gebruik als bedoeld in artikel 12 van deze overeenkomst. De
Erfpachter is bevoegd het Terrein voor de notariële akte van vestiging te inspecteren.
- 4.
De staat waarin het Terrein zich op het moment van de ondertekening van deze overeenkomst
bevind, is omschreven en aangegeven op de foto’s, die als bijlage 2 zijn aanhecht.
Artikel 12. Gebruik
- 1.
De Erfpachter verplicht zich het Terrein uitsluitend te gebruiken als landbouwgrond
in overeenstemming met hetgeen is opgenomen in de beleidsregel grond voor natuurinclusieve
landbouw, meer specifiek de in deze beleidsregel opgenomen verplichting om op de in
erfpacht gegeven grond minimaal de volgende maatregelen te treffen:
- a.
Geen gebruik van kunstmest dan wel OPTIE geen gebruik van kunstmest in combinatie met geen gebruik van varkensdrijfmest en
een beperking van runderdrijfmest tot een gift van maximaal 100 kg N/ ha EINDE OPTIE;
- b.
Geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen;
- c.
Het realiseren van OPTIE kruidenrijk grasland of het toepassen van een natuurinclusief vruchtwisselingssysteem
EINDE OPTIE;
- 2.
Indien van toepassing: Bij de realisatie van kruidenrijk grasland is het de Erfpachter toegestaan om het
grasland maximaal 1 keer per 6 jaar te scheuren onder de voorwaarde dat het Terrein
aansluitend opnieuw wordt ingezaaid met een kruidenrijk grasmengsel.
- 3.
De Erfpachter kan de Provincie verzoeken, mee te werken aan een herziening van het
gebruik van het Terrein, op grond van bijzondere of gewijzigde omstandigheden. De
Provincie kan haar toestemming aan een herziening van het gebruik van het Terrein
onthouden, op grond van haar moverende redenen. Indien van toepassing: Zulks laat onverlet de mogelijkheid tot aanpassing van het recht van erfpacht, als
bedoeld in artikel 24.
- 4.
De Erfpachter draagt er zorg voor dat nooit enige situatie ontstaat, waarbij het
Terrein wordt gebruikt in strijd met het gebruik als bedoeld in lid 1 van dit artikel
of in strijd met de eventueel overeengekomen herziening van het gebruik, overeenkomstig
het bepaalde daarover in lid 2 van dit artikel.
- 5.
De Erfpachter is verantwoordelijk voor het tijdig aanvragen en verkrijgen van alle
vergunningen, ontheffingen en andere beschikkingen die benodigd zijn voor het in lid
1 van dit artikel bedoelde gebruik, voor de correcte nakoming van alle daaruit voortvloeiende
verplichtingen en voor de correcte naleving van alle daarbij gestelde voorwaarden
en voorschriften. Erfpachter is bekend met de voorzieningen die in het kader van de
eventuele milieuvergunning voor rekening en risico van de Erfpachter dienen te worden
getroffen.
Artikel 13. Beheer en onderhoud
- 1.
De Erfpachter verplicht zich voor zijn rekening en risico zorg te dragen voor de instandhouding
dan wel het beheer en (dagelijks en groot) onderhoud van het Terrein in overeenstemming
met het gebruik als bedoeld in artikel 12.
- 2.
Voor rekening van de Erfpachter komen tevens de premies van de verzekering(en) van
het Terrein alsmede alle kosten, verband houdende met de aansluitingen en/of het verbruik
van gas, water, elektriciteit of andere nutsvoorzieningen.
Artikel 14. Kwalitatieve verplichtingen/ kettingbedingen
- 1.
Voor zover een verplichting uit hoofde van artikel 12 en artikel 13 een dulden of
niet doen inhoudt en niet reeds een goederenrechtelijke werking heeft, is deze verplichting
een kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 BW en zal deze verplichting
bij notariële akte worden vastgelegd en worden ingeschreven in de daartoe bestemde
openbare registers waardoor deze verplichting zal overgaan op degenen die het recht
van erfpacht onder bijzondere titel verkrijgen en mede gebonden zullen zijn degenen
die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het Terrein en/of het recht van
erfpacht verkrijgen of diegenen die een beperkt recht zullen verkrijgen, hierna te
noemen: “Rechtsopvolger”.
- 2.
De vastlegging van de kwalitatieve verplichtingen in een notariële akte, zoals bedoeld
in lid 1 van dit artikel, dient plaats te vinden gelijktijdig met de uitgifte in erfpacht,
zoals beschreven in artikel 31.
- 3.
3. Indien en voor zover een verplichting uit hoofde van artikel 12 en artikel 13 een
Rechtsopvolger van Erfpachter als Erfpachter, door welke oorzaak dan ook, niet binden,
komen Erfpachter en de Provincie overeen dat de Erfpachter, evenals zijn Rechtsopvolger,
verplicht is – op straffe van een direct opeisbare boete van € 30.000,00 (zegge: dertigduizend
euro) - de betreffende verplichtingen bij overdracht van het recht van erfpacht of
vestiging van een beperkt recht als kettingbeding op te leggen aan de Rechtsopvolger
door deze te doen aanvaarden en voorts de daaruit voor de Provincie voortvloeiende
rechten namens de Provincie aan te nemen.
- 4.
De in lid 3 bedoelde boete laat onverlet het recht van de Provincie om alsnog nakoming
en aanvullende schadevergoeding te vorderen. De boete zal jaarlijks worden geïndexeerd,
conform de wijziging van het Consumentenprijsindexcijfer, CPI, alle huishoudens (2015
= 100), zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek maandelijks wordt gepubliceerd,
of indien deze index niet meer bestaat, middels de index welke de oude index het meest
benadert.
- 5.
In verband met het in dit artikel bedoelde kettingbeding zijn Erfpachter en zijn Rechtsopvolger
of toekomstige beperkt gerechtigden ter zake verplicht om in iedere akte van overdracht
of vestiging van een beperkt recht naar de in de akte omschreven (persoonlijke) verplichtingen
als hiervoor in artikel 12 en artikel 13 vermeld alsmede de daarmee samenhangende
boete van artikel 27 te verwijzen en deze letterlijk aan te halen.
Artikel 15. Garanties
Artikel 16. Oplevering en vergoeding na einde recht van erfpacht
- 1.
De Erfpachter is verplicht om het Terrein bij het einde van de erfpacht, zoals omschreven
in artikel 7, onmiddellijk te ontruimen en vrij van hypotheken, beslagen, pacht, huur,
ondererfpacht en/of gebruik of aanspraken daarop, geheel leeg, ontruimd en voor het
overige in de staat waarin het zich bevond op het moment van de notariële akte van
vestiging, ter vrije beschikking te stellen aan de Provincie.
- 2.
Indien het erfpachtrecht (tussentijds) door de Provincie wordt opgezegd om redenen
van algemeen belang of voor gebruik ten algemene nutte, zoals vermeld in artikel 7
lid 5, is de Provincie verplicht een vergoeding te betalen die aansluit bij de schadeloosstelling
op basis van de Onteigeningswet.
- 3.
Behoudens de in lid 2 gemelde situaties heeft de Erfpachter na het einde van het
erfpachtrecht geen recht op vergoeding van de waarde van de eventuele door de Erfpachter
(onverplicht) aangebrachte en nog aanwezige gebouwen, werken en/of beplantingen op
het Terrein. Onder ‘werken’ zoals hiervoor vermeld, dient in ieder geval te worden
verstaan: (ondergrondse) leidingen, drainages, hekwerken en /of waterputten.
- 4.
Mocht de beëindiging van het erfpachtrecht slechts betrekking hebben op een gedeelte
van het Terrein, dan zal de canon naar rato van de nieuwe oppervlakte worden aangepast.
Artikel 17. Productierechten
Indien er door veranderende wet- en regelgeving productierechten worden toegekend
aan het bedrijf van Erfpachter, waaronder het Terrein toebehoort, en het erfpachtrecht
wordt beëindigd, treden Partijen met elkaar in overleg om te komen tot een verdeling
van de waarde hiervan. Partijen zullen daarin de lijn volgen van de jurisprudentie
met betrekking tot de verrekening van het melkquotum en fosfaatrechten, waarbij Partijen
afspreken dat de productierechten die enkel toekomen aan de Erfpachter ook aan de
Erfpachter worden toegekend.
Artikel 18. Onder- of overmaat
Een verschil tussen de in deze overeenkomst genoemde oppervlakte van het Terrein,
als bedoeld in artikel 1 lid 1, en de op grond van de mogelijke kadastrale meting
vast te stellen daadwerkelijke oppervlakte, verleent Partijen geen recht op verrekening/herberekening
van de canon.
Artikel 19. Betaling
Alle betalingen door de Erfpachter aan de Provincie in verband met de uitgifte van
het recht van erfpacht op grond van onderhavige overeenkomst, zullen moeten geschieden
zonder enige korting, inhouding of schuldverrekening aan de Provincie, op IBAN-nummer
………, ten name van de Provincie onder vermelding van “…………………………”.
Artikel 20. Betreding door de Provincie
De Provincie, de in dienst van de Provincie zijnde ambtenaren, door de Provincie aangewezen
derden, alsmede zij die in opdracht van alle bovengenoemde functionarissen werkzaamheden
verrichten, hebben ten behoeve van de hun opgedragen taak, na voorafgaande kennisgeving,
toegang tot het Terrein.
Artikel 21. Zakelijke lasten
Alle zakelijke lasten, die ter zake van het Terrein worden geheven of zullen worden
geheven, komen vanaf 1 januari volgend op de datum van ondertekening van de notariële
akte die naar aanleiding van de onderhavige overeenkomst zal worden opgesteld, als
bedoeld in artikel 31 van deze overeenkomst, voor de tijd gedurende welke het recht
van erfpacht opstal zal bestaan, voor rekening van de Erfpachter.
Artikel 22. Gevolgen regelgeving overheid
De gevolgen van de naleving en handhaving van publiekrechtelijke regelgeving, met
name op het gebied van het milieu en de ruimtelijke ordening, zijn geen reden tot
beëindiging of wijziging van het recht van erfpacht. Mogelijke nadelige gevolgen van
verplichtingen of verboden ter zake zijn voor rekening en risico van de Erfpachter
en zullen nimmer aanleiding geven tot een recht op enige vergoeding voor de Erfpachter
ten opzichte van de Provincie, noch op vermindering van de canon.
Artikel 23. Risico
Vanaf het tijdstip van de notariële akte van vestiging, die naar aanleiding van deze
overeenkomst zal worden opgesteld, komen de baten van het Terrein de Erfpachter ten
goede, zijn de lasten voor zijn risico en draagt hij het risico van het Terrein.
Artikel 24. Gewijzigde inzichten
- 1.
Indien binnen het project ‘natuurinclusieve landbouw’ zodanig gewijzigde inzichten
komen dat onverkorte uitvoering van het recht van erfpacht respectievelijk de kwalitatieve
verplichtingen/kettingbedingen op het Terrein niet meer redelijk is, dan treden Partijen
met elkaar in overleg, waarbij zo veel mogelijk met inachtneming van de doelstelling
van het recht van erfpacht respectievelijk de kwalitatieve verplichtingen/kettingbedingen
op het Terrein, zal worden gezocht naar een voor alle Partijen aanvaardbare oplossing.
- 2.
Alle kosten voor eventuele aanpassing van het recht van erfpacht respectievelijk de
kwalitatieve verplichtingen/kettingbedingen op het Terrein ten gevolge van de in dit
artikel bedoelde afspraken zijn voor rekening van de Provincie.
Artikel 25. Verzuim
- 1.
Indien een partij nalatig is in de nakoming van een uit deze overeenkomst voortvloeiende
verplichting, dient de wederpartij hem schriftelijk in gebreke te stellen. In de ingebrekestelling
zal een termijn van acht werkdagen worden gesteld, waarbinnen de nalatige partij zijn
gebrek alsnog kan herstellen, zonder dat hij in verzuim is. Indien de nalatige partij,
na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht werkdagen nalatig blijft
in de nakoming van een uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting, is hij in
verzuim jegens de wederpartij.
- 2.
Indien de nalatige partij, na door de wederpartij in gebreke te zijn gesteld, binnen
de in lid 1 genoemde termijn van acht werkdagen alsnog zijn uit deze overeenkomst
voortvloeiende verplichting nakomt, is deze partij niettemin gehouden aan de wederpartij
diens schade ten gevolge van de niet tijdige nakoming te vergoeden, tenzij de niet
of niet tijdige nakoming van de overeenkomst niet aan hem kan worden toegerekend.
- 3.
3. Indien de nalatige partij in verzuim is, is deze partij gehouden aan de wederpartij
diens schade ten gevolge van de niet tijdige nakoming te vergoeden, tenzij de niet
of niet tijdige nakoming van de overeenkomst niet aan hem kan worden toegerekend.
De nalatige partij is tevens verplicht zijn verzuim zo spoedig mogelijk te herstellen
en zijn verplichtingen uit de overeenkomst alsnog na te leven.
Artikel 26. Toepassing wet Bibob
- 1.
De Provincie kan ten aanzien van een erfpachtovereenkomst een eigen onderzoek op grond
van de Wet Bibob uitvoeren.
- 2.
Het eigen onderzoek, als bedoeld in het eerste lid, kan in ieder geval worden uitgevoerd
indien sprake is van één of meer van de volgende feiten en omstandigheden:
- a.
De Provincie ontvangt op grond van artikel 11, respectievelijk artikel 26 van de Wet
Bibob een tip om bij het Landelijk Bureau Bibob advies te vragen;
- b.
Aan de Erfpachter is in de afgelopen vijf jaar een beschikking tot terugvordering
van subsidie opgelegd dan wel is binnen genoemde periode een schikking tot terugbetaling
van verkregen subsidiegelden overeengekomen;
- c.
Aan de Erfpachter is in de afgelopen vijf jaar een handhavingsbeschikking opgelegd;
- d.
Aan de Erfpachter is in de afgelopen vijf jaar surseance van betaling verleend of
ten aanzien van Erfpachter is gedurende genoemde periode faillissement uitgesproken;
- e.
De Provincie treft maatregelen of heeft maatregelen getroffen op grond van de Wet
Bibob in een andere procedure ten aanzien van dezelfde Erfpachter of een natuurlijk
persoon of rechtspersoon die in relatie staat tot de Erfpachter zoals bedoeld in artikel
3, vierde lid, van de Wet Bibob;
- f.
Een ander bestuursorgaan of een andere rechtspersoon met overheidstaak past de Wet
Bibob toe of heeft de Wet Bibob toegepast in een andere procedure, waarbij sprake
was van dezelfde Erfpachter of een natuurlijk persoon of rechtspersoon die in relatie
staat tot de Erfpachter als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de Wet Bibob;
- g.
De Erfpachter dan wel een natuurlijk persoon of rechtspersoon die in relatie staat
tot de Erfpachter als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Wet Bibob, staat vermeld
in het onregelmatighedenregister, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder e, van
de Asv Noord-Brabant (Beleidsregel misbruik en oneigenlijk gebruik subsidies Noord-Brabant
2020);
- h.
Naar het oordeel van de Provincie is mogelijk sprake van feiten en omstandigheden
in de zin van de Wet Bibob;
- i.
De Erfpachter wil voor het verstrijken van de duur van de erfpachtovereenkomst het
erfpachtrecht overdragen of toebedelen aan een derde partij en vraagt daartoe schriftelijke
toestemming van de Provincie, zoals vereist op grond van artikel 9
- j.
De Erfpachter is een rechtspersoon die voor het verstrijken van de duur van de erfpachtovereenkomst
geheel of ten dele in handen komt van een derde partij (waaronder mede begrepen wordt
het juridisch splitsen, afsplitsen, fuseren, ontbinden, liquideren of het opgeven
van (een deel) van de rechtspersoonlijkheid);
- k.
Eigen informatie, gegevens en bescheiden, informatie van één van de partners uit het
samenwerkingsverband RIEC of andere informatie of signalen over mogelijke betrokkenheid
bij strafbare feiten geven aanleiding tot een eigen onderzoek.
- 3.
De Provincie kan bij de bevoegde rechter ontbinding of opschorting van de erfpachtovereenkomst
vorderen indien uit het onderzoek als bedoeld in het eerste lid blijkt dat sprake
is van:
- a.
Een mate van gevaar dat deze vastgoedtransactie (erfpacht Terrein) mede zal worden
gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare
voordelen te benutten;
- b.
Een mate van gevaar dat in of met de onroerende zaak waar deze vastgoedtransactie
betrekking op heeft (het Terrein), mede strafbare feiten zullen worden gepleegd;
- c.
Feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter
verkrijging of behoud van deze vastgoedtransactie (erfpacht Terrein) een strafbaar
feit is gepleegd.
- 4.
Alvorens Provincie overgaat tot bedoelde vordering tot ontbinding of opschorting van
de erfpachtovereenkomst als bedoeld in het derde lid, kan hij advies vragen bij het
Landelijke Bureau Bibob.
- 5.
De Erfpachter is verplicht ten behoeve van een onderzoek als bedoeld in het eerste
lid door de Provincie gevraagde gegevens en bescheiden, als bedoeld in artikel 7a,
tweede en derde lid, van de Wet Bibob te verstrekken. Tevens is de Erfpachter verplicht
ten behoeve van het advies, als bedoeld in het vierde lid, door het Landelijk Bureau
Bibob gevraagde gegevens en bescheiden als bedoeld in artikel 12, derde lid, van de
Wet Bibob te verstrekken. Indien daaraan niet wordt voldaan en de gevraagde gegevens
en bescheiden niet, niet volledig of niet waarheidsgetrouw worden verstrekt, kan de
Provincie bij de bevoegde rechter ontbinding of opschorting van de erfpachtovereenkomst
vorderen.
Artikel 27. Boete
- 1.
Ingeval van niet naleving van enige in deze overeenkomst genoemde verplichting van
Erfpachter, is de Erfpachter aan de Provincie, na schriftelijke ingebrekestelling
met inachtneming van een termijn van acht dagen waarin de Erfpachter alsnog aan zijn
verplichtingen kan voldoen, een direct opeisbare en niet voor matiging vatbare boete
verschuldigd van € 250,00 (zegge: tweehonderdvijftig euro) voor iedere dag dat nakoming
uitblijft, zulks onverkort het aan de Provincie van rechtswege toekomend recht aanvullende
schadevergoeding te vorderen. De boete zal jaarlijks worden geïndexeerd, conform de
wijziging van het Consumentenprijsindexcijfer, CPI, alle huishoudens (2015 = 100),
zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek maandelijks wordt gepubliceerd,
of indien deze index niet meer bestaat, middels de index die de oude index het meest
benadert.
- 2.
De kosten, zowel in als buiten rechte veroorzaakt, van de Provincie als gevolg van
overtreding door de Erfpachter van enige bepaling van deze overeenkomst, zijn voor
rekening van de Erfpachter.
Artikel 28. Aansprakelijkheid
- 1.
De Erfpachter is aansprakelijk voor alle schade en vervolgschade die als direct of
indirect gevolg van het recht van erfpacht of de bedrijfsvoering van de Erfpachter
ontstaat aan het Terrein.
- 2.
De Erfpachter vrijwaart de Provincie tegen alle aanspraken van derden tot vergoeding
van schade die als direct of indirect gevolg van het recht van erfpacht of de bedrijfsvoering
van de Erfpachter ontstaat. Daarbij is uitdrukkelijk inbegrepen schade die veroorzaakt
is door of met personeel of andere bezoekers van het Terrein.
- 3.
De Erfpachter is gehouden zijn aansprakelijkheid ingevolge de voorgaande leden van
dit artikel deugdelijk te verzekeren en verzekerd te houden, zulks ten genoegen van
de Provincie.
Artikel 29. Geschillenregeling
- 1.
Partijen verplichten zich om, indien er een geschil ontstaat omtrent de uitleg van
deze overeenkomst, dan wel over de uitvoering daarvan, met elkaar in overleg te treden
teneinde te trachten het geschil in der minne te beslechten.
- 2.
Een geschil wordt geacht te bestaan, indien één der Partijen aan de andere partij(en)
schriftelijk te kennen geeft, dat er over een aan (de ten uitvoerlegging van) deze
overeenkomst gelieerd essentieel onderwerp een zodanig verschil van mening aanwezig
is, dat dit als een geschil moet worden aangemerkt. Deze kennisgeving wordt ‘aangetekend’
verzonden.
- 3.
Indien tussen Partijen in het kader van deze overeenkomst een geschil mocht ontstaan
dat niet in der minne – en in geval van hun aller instemming door middel van mediation
– kan worden opgelost, dan is de rechter bevoegd om over dit geschil te oordelen.
Artikel 30. Exclusiviteit
Met de ondertekening van deze overeenkomst vervallen alle (eventueel) eerder tussen
Partijen mondeling of schriftelijk gemaakte afspraken ter zake de in deze overeenkomst
vastgelegde vestiging van het recht van erfpacht.
Artikel 31. Notariële akte
- 1.
De notariële akte tot uitgifte in erfpacht zal worden verleden, ten overstaan van
een notaris verbonden aan notariskantoor DGF Notarissen te Kaatsheuvel uiterlijk twee
maanden nadat de totstandkomingsvoorwaarden zoals vermeld in artikel 32 zijn vervuld,
of zoveel later als overeengekomen.
- 2.
Alle kosten en belastingen met betrekking tot de uitgifte, vestiging, opheffing en
tenietgaan van het recht van erfpacht, zijn voor rekening van de Erfpachter.
Artikel 32. Totstandkomingsvoorwaarden
Deze overeenkomst komt tot stand:
- a.
Nadat de Erfpachter onderhavige overeenkomst heeft ondertekend en;
- b.
Nadat Gedeputeerde staten van de Provincie hebben besloten tot het aangaan van onderhavige
overeenkomst en;
- c.
Nadat de van Provinciewege vertegenwoordigingsbevoegde persoon deze overeenkomst
op grond van voornoemd besluit heeft ondertekend en;
- d.
Nadat de onder c van de considerans bedoelde percelen in eigendom zijn van de Provincie.
Artikel 33. Overige bepalingen
- 1.
Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing;
- 2.
Op de in deze overeenkomst gemelde termijnen is de Algemene Termijnenwet van toepassing.
- 3.
De uit de onderhavige overeenkomst voortvloeiende verplichtingen zijn ondeelbaar en
hoofdelijk.
- 4.
Wijzigingen in deze overeenkomst zijn alleen geldig als deze schriftelijk zijn vastgelegd
en door of namens alle Partijen zijn ondertekend.
- 5.
Indien een bepaling in deze overeenkomst ongeldig of niet afdwingbaar is of wordt,
blijven de Partijen aan de overige bepalingen gebonden. In dat geval vervangen de
Partijen de ongeldige of niet-afdwingbare bepaling door bepalingen die wel geldig
en afdwingbaar zijn en die met het oog op de aard en strekking van deze overeenkomst,
voor zo veel als mogelijk, eenzelfde werking hebben als de ongeldige of niet-afdwingbare
bepaling.
Artikel 34. Inhoud overeenkomst
Partijen verklaren dat zij, voordat zij deze overeenkomst hebben ondertekend, kennis
hebben genomen van de bepalingen en zij zodanige informatie hebben ontvangen, dat
zij zich bewust zijn van de inhoud en de gevolgen van deze overeenkomst. De bijlagen
maken onlosmakelijk onderdeel uit van deze overeenkomst. Bij een eventuele discrepantie
tussen de bijlagen en de bepalingen uit deze overeenkomst prevaleren de bepalingen
uit deze overeenkomst.
Aldus overeengekomen en in drievoud ondertekend
……
De Erfpachter,
De Provincie,
Annex: