Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten in het gebied van de grenscorridor N69 de ruimtelijke
kwaliteit willen versterken;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op de te subsidiëren projecten van de paragrafen
1 en 2 het Besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de
toepassing van artikel 106, tweede lid , van het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst,
verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste
ondernemingen (PbEU 2012, L 7) van toepassing verklaren;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op de te subsidiëren projecten van paragraaf 3
gebruik willen maken van de Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25
juni 2014 waarbij bepaalde categorieën van steun van de artikelen 107 en 108 van het
Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB EU L 193 van 1 juli
2014) en voor het onderdeel erfbeplanting in deze paragraaf gebruik willen maken van
de Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende
de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie op de-minimissteun, Pb EU L 352/9 van 24 december 2013;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling: