De leden van het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, op grond van artikel 5, tweede lid, van het Besluit EFRO programmaperiode 2007-2013, gezamenlijk de beheersautoriteit vormend voor het grondgebied van de provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van de Europese Unie van 11 juli 2006, houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999, zoals gewijzigd bij Vo. 1989/2006, van 21 december 2006, Vo. 1341/2008, van 18 december 2008 en Vo. 284/2009 van 7 april 2009 (hierna te noemen de Kaderverordening);
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;
Gelet op de artikelen 5 en 6 van het Besluit EFRO programmaperiode 2007-2013;
Gelet op artikel 2 juncto de artikelen 6 en 7 van de Regeling EFRO doelstelling 2 programmaperiode 2007-2013;
Gezien de goedkeuring van het Comité van Toezicht, bedoeld in artikel 65 van de Kaderverordening, d.d. 21 april 2010;
Overwegende dat de beheersautoriteit regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid wenst te stimuleren, ingedeeld naar de volgende prioriteiten:
- kenniseconomie, ondernemerschap en innovatie;
- attractieve regio’s;
- stedelijke dimensie;
Overwegende dat de beheersautoriteit in 2007 en 2008 de volgende nadere regelingen heeft vastgesteld ter regeling van het Operationeel Programma voor Zuid-Nederland 2007-2013, bedoeld in artikel 32 van de Kaderverordening:
- Toetsingskader OP-Zuid, nadere regeling ter uitvoering van het Operationeel Programma voor Zuid-Nederland en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 2007-2013;
- OP-Zuid Regeling Innovation Officer 2007-2013 (OPZ-IO);
- OP-Zuid Adviesregeling 2007-2013 (OPZ-AR);
- OP-Zuid Innovatieregeling 2007-2013 (OPZ-IR);
- OP-Zuid Sociale Innovatie-regeling 2009-2011 (OPZ-SI);
Overwegende dat de bestaande regelingen wijzigingen behoeven en de beheersautoriteit vanwege de omvang van deze wijzigingen een nieuwe integrale regeling wenst vast te stellen;
Overwegende dat de beheersautoriteit een viertal subsidies op laagdrempelige wijze toegankelijk wenst te maken voor MKB-ondernemingen en derhalve voor deze MKB-subsidies de Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008, is gevolgd, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Bijlagen
Bijlage 1 bij Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland
AANBEVELING VAN DE COMMISSIE
van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen
(kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 1422)
(2003/361/EG)
TITEL I
DOOR DE COMMISSIE VASTGESTELDE DEFINITIE
VAN MIDDELGROTE, KLEINE EN MICRO-ONDERNEMINGEN
Artikel 1
Onderneming Als onderneming wordt beschouwd iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm, die een economische activiteit uitoefent. Met name worden als zodanig beschouwd eenheden die individueel of in familieverband ambachtelijke of andere activiteiten uitoefenen, personenvennootschappen en verenigingen die regelmatig een economische activiteit uitoefenen.
Artikel 2
Aantal werkzame personen en financiële drempels ter bepaling van de categorieën ondernemingen
1. Tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO's) behoren ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt.
2. Binnen de categorie KMO's is een „kleine onderneming” een onderneming waar minder dan 50 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 10 miljoen EUR niet overschrijdt.
3. Binnen de categorie KMO's is een „micro-onderneming” een onderneming waar minder dan 10 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 2 miljoen EUR niet overschrijdt.
Artikel 3
Soorten ondernemingen welke voor de berekening van het aantal werkzame personen en van de financiëlebedragen in aanmerking worden genomen
1. Een „zelfstandige onderneming” is elke onderneming die niet als partneronderneming in de zin van lid 2 of als verbonden onderneming in de zin van lid 3 wordt aangemerkt.
2. „Partnerondernemingen” zijn alle ondernemingen die niet als verbonden ondernemingen in de zin van lid 3 worden aangemerkt en waartussen de volgende band bestaat: een onderneming (van een hoger niveau) heeft, alleen of samen met een of meer verbonden ondernemingen in de zin van lid 3, 25 % of meer van het kapitaal of de stemrechten van een andere onderneming (van een lager niveau). Ook al wordt de drempel van 25 % bereikt of overschreden, toch kan een onderneming als zelfstandige onderneming of als onderneming zonder partnerondernemingen worden aangemerkt, indien het om de volgende categorieën investeerders gaat en mits dezen individueel noch gezamenlijk met de betrokken onderneming verbonden zijn in de zin van lid 3:
- a)
openbare participatiemaatschappijen, risicokapitaalmaatschappijen, natuurlijke personen of groepen natuurlijke personen die geregeld risicokapitaal beleggen („business angels”) en eigen middelen in niet ter beurze genoteerde ondernemingen investeren, mits de totale investering van deze „business angels” in een zelfde onderneming 1 250 000 EUR niet overschrijdt;
- b)
universiteiten of onderzoekcentra zonder winstoogmerk;
- c)
institutionele beleggers, met inbegrip van regionale ontwikkelingsfondsen;
- d)
autonome locale autoriteiten, die een jaarlijkse begroting hebben onder 10 miljoen EUR en minder dan 5 000 inwoners tellen.
3. „Verbonden ondernemingen” zijn ondernemingen die met elkaar een van de volgende banden onderhouden:
- a)
een onderneming heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van een andere onderneming;
- b)
een onderneming heeft het recht de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een andere onderneming te benoemen of te ontslaan;
- c)
een onderneming heeft het recht een overheersende invloed op een andere onderneming uit te oefenen op grond van een met deze onderneming gesloten overeenkomst of een bepaling in de statuten van laatstgenoemde onderneming;
- d)
een onderneming die aandeelhouder of vennoot is van een andere onderneming, heeft op grond van een met andere aandeelhouders of vennoten van die andere onderneming gesloten overeenkomst als enige zeggenschap over de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van laatstgenoemde onderneming.
- Er wordt verondersteld dat geen overheersende invloed wordt uitgeoefend, indien de in lid 2, tweede alinea, genoemde investeerders zich niet direct of indirect met het beheer van de betrokken onderneming bemoeien, onverminderd de rechten die zij als aandeelhouders of vennoten bezitten.
Ondernemingen worden eveneens als verbonden ondernemingen beschouwd indien ze via een of meerdere andere ondernemingen of via in de tweede paragraaf bedoelde investeerders, een van de in de eerste alinea bedoelde banden onderhouden.
Ondernemingen die via een natuurlijke persoon of een in gemeenschappelijk overleg handelende groep van natuurlijke personen een van deze banden onderhouden, worden eveneens als verbonden ondernemingen beschouwd indien zij hun activiteiten of een deel van hun activiteiten op dezelfde markt of op verwante markten uitoefenen.
Als verwante markt wordt beschouwd de producten- of dienstenmarkt die zich direct boven of onder het niveau van de relevante markt bevindt.
4. Behoudens de in lid 2, tweede alinea, bedoelde gevallen kan een onderneming niet als KMO worden aangemerkt, indien één of meer overheidsinstanties of openbare lichamen gezamenlijk direct of indirect zeggenschap heeft of hebben over 25 % of meer van het kapitaal of de stemrechten.
5. Ondernemingen kunnen een verklaring opstellen over hun hoedanigheid van zelfstandige onderneming, partneronderneming of verbonden onderneming en de gegevens met betrekking tot de in artikel 2 vermelde drempels. Ook wanneer het wegens de spreiding van het kapitaal onmogelijk is precies te weten wie het in handen heeft, kan deze verklaring toch worden opgesteld mits de onderneming te goeder trouw verklaart dat zij terecht mag aannemen niet voor 25 % of meer in handen te zijn van één onderneming of van verscheidene verbonden ondernemingen gezamenlijk of via natuurlijke personen afzonderlijk of in een groep. Dergelijke verklaringen doen geen afbreuk aan de controles of verificaties waarin de nationale of communautaire regelgeving voorziet.
Artikel 4
Gegevens voor de berekening van het aantal werkzame personen en van de financiële bedragen en referentieperiode
1. De gegevens voor de berekening van het aantal werkzame personen en van de financiële bedragen hebben betrekking op het laatste afgesloten boekjaar en worden jaarlijks berekend. Zij worden vanaf de datum van afsluiting van de rekeningen in aanmerking genomen. Het bedrag van de omzet wordt berekend exclusief belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en andere indirecte rechten of heffingen.
2. Wanneer een onderneming op de datum van afsluiting van de rekeningen vaststelt dat de op jaarbasis berekende gegevens boven of onder de in artikel 2 aangegeven drempels voor het aantal werkzame personen of de financiële maxima liggen, verkrijgt of verliest zij de hoedanigheid van middelgrote, kleine of micro-onderneming slechts wanneer deze situatie zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet.
3. In het geval van recent opgerichte ondernemingen waarvan de eerste jaarrekening nog niet is afgesloten, worden de in aanmerking te nemen gegevens bepaald door middel van een in de loop van het boekjaar te goeder trouw gemaakte schatting.
Artikel 5
Aantal werkzame personen
Het aantal werkzame personen komt overeen met het aantal arbeidsjaareenheden (AJE), dat wil zeggen het aantal personen dat het gehele desbetreffende jaar voltijds in de betrokken onderneming of voor rekening van deze onderneming heeft gewerkt. Het werk van personen die niet het gehele jaar hebben gewerkt, deeltijdwerk ongeacht de duur ervan en seizoenarbeid worden in breuken van AJE uitgedrukt. Het aantal werkzame personen bestaat uit:
a) de loontrekkenden,
b) de personen die voor deze onderneming werken, er een ondergeschikte verhouding mee hebben en voor het nationale recht met loontrekkenden gelijkgesteld zijn,
c) de eigenaren-bedrijfsleiders,
d) de vennoten die geregeld een activiteit in de onderneming uitoefenen en van de onderneming financiële voordelen genieten.
Leerlingen en studenten die een beroepsopleiding volgen en een leer- of beroepsopleidingsovereenkomst hebben, worden niet meegeteld in het aantal werkzame personen. De duur van zwangerschaps- en ouderschapsverlof wordt niet meegerekend.
Artikel 6
Vaststelling van de gegevens van de onderneming
1. In het geval van een zelfstandige onderneming worden de gegevens, met inbegrip van het aantal werkzame personen, uitsluitend op basis van de rekeningen van die onderneming vastgesteld.
2. De gegevens, met inbegrip van het aantal werkzame personen, van een onderneming die partnerondernemingen of verbonden ondernemingen heeft, worden vastgesteld op basis van de rekeningen en andere gegevens van de onderneming of, zo van toepassing, van de geconsolideerde rekeningen van de onderneming of van de geconsolideerde rekeningen waarin de onderneming door consolidatie is opgenomen.
De in de eerste alinea bedoelde gegevens worden samengeteld met de gegevens van de eventuele partnerondernemingen van de betrokken onderneming, die zich meteen boven of onder het niveau van die onderneming bevinden. De samentelling geschiedt in evenredigheid met het aandeel in het kapitaal of de stemrechten (het hoogste van de twee percentages). Bij wederzijdse participatie geldt het hoogste van deze percentages.
De in de eerste en tweede alinea bedoelde gegevens worden samengeteld met alle, nog niet door consolidatie in de rekeningen opgenomen gegevens (100 %) van de eventuele, direct of indirect met de betrokken onderneming verbonden ondernemingen.
3. Voor de toepassing van lid 2 resulteren de gegevens van de partnerondernemingen van de betrokken onderneming uit de, indien van toepassing, geconsolideerde rekeningen en andere gegevens. Deze worden samengeteld met alle gegevens (100 %) van de met deze partnerondernemingen verbonden ondernemingen, tenzij hun gegevens reeds door consolidatie daarin zijn opgenomen.
Voor de toepassing van het genoemde lid 2 resulteren de gegevens van de met de betrokken onderneming verbonden ondernemingen uit hun, indien van toepassing, geconsolideerde rekeningen en andere gegevens. Deze worden evenredig samengeteld met de gegevens van de eventuele partnerondernemingen van deze verbonden ondernemingen, die zich meteen boven of onder het niveau van laatstgenoemde ondernemingen bevinden, mits deze gegevens in de geconsolideerde rekeningen nog niet zijn opgenomen in een verhouding die ten minste gelijk is aan het in de tweede alinea van lid 2 vastgestelde percentage.
4. Indien het aantal werkzame personen van een bepaalde onderneming niet uit de geconsolideerde rekeningen blijkt, wordt het berekend door de gegevens van haar partnerondernemingen evenredig samen te tellen en daaraan de gegevens toe te voegen van de ondernemingen waarmee zij is verbonden.
TITEL II
DIVERSE BEPALINGEN
Artikel 7
Statistieken
De Commissie neemt de nodige maatregelen om de door haar opgestelde statistieken te presenteren naar de volgende klassen van ondernemingen:
a) 0 tot 1 persoon;
b) 2 tot en met 9 personen;
c) 10 tot en met 49 personen;
d) 50 tot en met 249 personen.
Artikel 8
Verwijzingen
1. In alle communautaire regelingen of programma's die worden gewijzigd of vastgesteld en die de termen „KMO's”, „MKB”, „micro-onderneming”, „kleine onderneming”, „middelgrote onderneming”, of soortgelijke termen bevatten, zou naar de in deze aanbeveling vervatte definitie moeten worden verwezen.
2. De lopende communautaire programma's waarin de definitie van KMO's uit Aanbeveling 96/280/EG wordt gebruikt, blijven tijdens een overgangsperiode van toepassing op ondernemingen die bij de vaststelling van die programma's als KMO's werden aangemerkt. De rechtens bindende verplichtingen die de Commissie op grond van deze programma's heeft aangegaan, blijven onverlet.
De definitie van de KMO's die in het kader van die programma's wordt gehanteerd, mag onverminderd de eerste alinea slechts worden gewijzigd door overname van de in de onderhavige aanbeveling vervatte definitie, overeenkomstig lid 1.
Artikel 9
Herziening
Op basis van een uiterlijk op 31 maart 2006 opgemaakte balans met betrekking tot de uitvoering van in de onderhavige aanbeveling vervatte definitie en rekening houdend met eventuele wijzigingen van artikel 1 van Richtlijn 83/349/EEG in verband met de definitie van verbonden ondernemingen in de zin van die richtlijn, past de Commissie de in de onderhavige aanbeveling vervatte definitie en met name de voor de omzet en het balanstotaal gekozen drempels aan om rekening te houden met de ervaring en de economische ontwikkelingen in de Gemeenschap.
Bijlage 2 bij de Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland
Bijlage bij paragraaf 1 van de Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland (bijlage 2)(06.03.2013) [Klik hier om het document te downloaden]
Bijlage 6 bij de Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland
Bijlage bij paragraaf 2 van de Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland AANVRAAGFORMULIER SUBSIDIEREGELING
PARAGRAAF 2 MKB SUBSIDIES
PERIODE 2007 - 2013 Versie: 5.0 mei 2010
Status: behorend bij Toetsingskader
6.0 | |
Aanvrager | | te | |
Projecttitel: | |
| |
Toelichting bij het indienen van de aanvraag |
Dit aanvraagformulier is bedoeld voor aanvragen in het kader van de MKB subsidie, paragraaf 2, voor de innovatiemedewerker, het innovatieadvies, het innovatieproject en het sociale innovatie advies in het kader van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in de periode 2007-2013, betreffende de deelregio Zuid Nederland, zoals verwoord in het Operationeel Programma Zuid 2007-2013 en de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland. Met dit aanvraagformulier kunt u subsidie aanvragen voor de MKB-subsidies, zoals beschreven in paragraaf 2 van de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland en de bijbehorende toelichting. Uw aanvraag zal in behandeling worden genomen wanneer een volledige aanvraag is ingediend. Een volledige aanvraag bevat het volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier en de in de checklist genoemde verplichte bijlagen. |
Procedure en werkwijze MKB subsidies Operationeel Programma voor Zuid-Nederland Europees Fonds Regionale Ontwikkeling 2007 – 2013 |
Op de website www.brabant.nl kunt u de procedure voor behandeling van aanvragen onder de MKB subsidies vinden. Ook in de toelichting op de subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland kunt u de procedure voor behandeling van aanvragen onder de MKB subsidies lezen. Volledige en ondertekende aanvragen worden ingediend bij De Beheersautoriteit OP Zuid, p/a Stimulus Programmamanagement, postbus 585, 5600 AN te Eindhoven. |
|
Dit aanvraagformulier geldt voor de aanvraag van MKB subsidies, zoals omschreven in paragraaf 2 van de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland, in het kader van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in de periode 2007 – 2013 betreffende de deelregio Zuid Nederland, zoals verwoord in het Operationeel Programma Zuid 2007 – 2013. De MKB subsidies vallen in het OP-Zuid Programma onder prioriteit 1. |
Geef hiernaast aan onder welke regeling u subsidie aanvraagt. | | OP-Zuid Innovatie Advies |
| OP-Zuid Innovatiemedewerker |
| OP-Zuid Innovatieprojecten, individueel deel |
| OP Zuid Innovatieprojecten, module samenwerking |
| OP Zuid Sociale Innovatie advies |
| Prestatie | Eenheid | |
---|
A. ALGEMENE GEGEVENS SUBSIDIEAANVRAGER | |
| | |
1. NAW gegevens aanvrager
Voor module samenwerking: penvoerder (“lead partner”) hieronder invullen. Voor gegevens overige projectpartners dient bijlage 3 te worden ingevuld. | |
Organisatie | | |
Naam: | | |
Telefoonnummer: | | |
Faxnummer: | | |
E-mail adres: | | |
Website: | | |
Contactpersoon | | |
Naam en voorletters: | | |
Titel: | | |
Functie binnen de organisatie: | | |
Functie binnen het project: | | |
Telefoonnummer: | | |
Mobiel nummer: | | |
E-mailadres: | | |
| | |
Adresgegevens | | |
Postadres |
Straat en huisnummer: | Plaats | |
Postcode: | | |
|
Verblijfsadres | | |
Straat en huisnummer: | | |
Postcode: | | Plaats: | | |
2. Nummer Kamer van koophandel |
| Is aanvrager ingeschreven bij de Kamer van Koophandel? | | Nee |
| Ja |
Indien ja: | Inschrijvingsnummer: | |
| Code Bedrijfsindeling (BIK): | |
| | |
3. Bankgegevens aanvrager |
(post)bankrekeningnummer: | |
Tenaamstelling rekening: | |
Onder vermelding van: | |
4. Contact Regionale Ontwikkeling Maatschappij 1) |
Heeft u contact gehad met één van de personen van een ontwikkeling maatschappij of Syntens of PSW? | |
Zo ja, welke ontwikkelingsmaatschappij en wie was uw contactpersoon? | |
Zo nee, waarom niet? | |
| |
5. | Indicatoren | Geef in onderstaande tabel per indicator de verwachte prestatie voor het project aan. Zie voor definities de toelichting op de website www.op-zuid.nl. | |
D. OVERIGE BENODIGDE INFORMATIE |
D1. Ruimtelijke ordening |
1. | Past het project binnen het vigerend bestemmingsplan? | | Niet van toepassing |
| Nee |
| Wanneer wordt goedkeuring verwacht? | |
| Ja |
| | |
D2. Vergunningen en ontheffingen |
1. | Zijn er vergunningen, ontheffingen en/of andere wettelijke goedkeuringen vereist waarvan de afgifte nog tot vertraging van het project kan leiden? | | Nee |
| Ja |
Geef in onderstaande tabel aan welke vereiste vergunningen en/of ontheffingen nodig zijn voordat met de uitvoering van het project mag worden aangevangen. Hierbij kan gedacht worden aan: bodemsaneringen, vergunningen Wet Milieubeheer, Milieu Effect Rapportages etc. Indien de vergunning of ontheffing nog niet is afgegeven wordt bij “datum afgegeven”, de datum ingevuld waarop de beschikking wordt verwacht. In het projectplan dienen de planning en de risico’s met betrekking tot de vergunningen en/of ontheffingen nader uitgelegd te worden. |
| |
Vergunning/ontheffing | Van toepassing | Datum afgifte |
| | |
| | |
| | |
| | |
| | | | | | |
E. ONDERTEKENING |
|
E1. Verklaring |
Ondergetekende verklaart / ondergetekenden verklaren: |
· bevoegd te zijn voor het indienen en ondertekenen van de subsidieaanvraag;
· alle gegevens in het aanvraagformulier en de bijlagen naar waarheid te hebben ingevuld;
· dat de subsidie noodzakelijk is als resterende financiering van de kosten van het project;
· dat er geen sprake is van andere financiering uit Europese subsidieprogramma’s;
· op de hoogte te zijn van en zich te houden aan de voorwaarden en verplichtingen, zoals bepaald in het aanvraagformulier, de subsidieregeling Operationeel Programma Zuid Nederland en overige van toepassing zijnde regelgeving;
· zich verantwoordelijk en aansprakelijk te stellen voor een goed verloop van de activiteiten in het kader van het project, de naleving van de voorwaarden die in de regelgeving zijn vastgelegd en de nakoming aan de subsidieverlening verbonden en verplichtingen;
· er van op de hoogte te zijn dat de aanvrager zelf verantwoordelijk is en blijft voor het verkrijgen van de noodzakelijke vergunningen en dat schade voortvloeiend uit het niet verkrijgen daarvan voor rekening zijn van de aanvrager;
· op verzoek alle gewenste informatie te verschaffen aan functionarissen die door de subsidieverstrekker daartoe zijn aangewezen;
· garant te staan voor de opgegeven eigen bijdrage die voor dit project is benodigd;
· niet in surseance van betaling of in staat van faillissement te zijn. |
|
E2. Ondertekening |
Aldus naar waarheid ingevuld en ondertekend |
| | | | |
Aanvrager (penvoerder): | | | | |
Plaats | | Datum | | Naam |
| | | | |
Stempel organisatie: | | | | Functie: |
| | | | |
| | | | Handtekening: |
| | | | |
Indien aanvrager(s) dit wensen: | | | | |
Gemachtigde (kopie volmacht bijvoegen) | | |
Contactinformatie gemachtigde | | Datum | | Naam |
Naam bedrijf: | | | | |
Naam persoon: | | | | Functie: |
Postadres: | | Plaats: | | |
PC + plaats: | | | | Handtekening: |
| | | | |
| | | | |
| | | | |
| | | | |
| | | | |
| | | | |
Bij Innovatieproject, module samenwerking: | | | | |
Partner 1: | | | | |
Plaats | | Datum | | Naam |
| | | | |
Stempel organisatie: | | | | Functie: |
| | | | |
| | | | Handtekening: |
| | | | |
| | | | |
| | | | |
Partner 2: | | | | |
Plaats | | Datum | | Naam |
| | | | |
Stempel organisatie: | | | | Functie: |
| | | | |
| | | | |
| | | | Handtekening: |
| | | | |
| | | | |
Eventueel aanvullen bij meer dan 3 partijen (penvoerder + 2 partners).
Volledige aanvragen worden ingediend bij Stimulus Programmamanagement, Postbus 585, 5600 AN te Eindhoven.
BIJLAGE 1 |
|
Checklist mee te zenden bijlagen bij de aanvraag |
1. | | Projectvoorstel |
| | De aanvraag dient altijd vergezeld te gaan van een projectvoorstel . De criteria waaraan het projectplan dient te voldoen zijn te downloaden via www.brabant.nl., in de toelichting op de subsidieregeling. |
2. | | Kopie Statuten |
| | Niet van toepassing voor gemeenten |
3. | | Kopie van de laatst opgemaakte en volledige jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel de balans en de staat van baten en lasten en de toelichting daarop of, indien deze bescheiden ontbreken, een verslag over de financiële positie op het moment van de aanvraag. |
| | De aanvraag dient altijd vergezeld te gaan van bescheiden waaruit de financiële positie van de aanvrager blijkt. (Niet van toepassing voor gemeenten) |
4. | | Kopie Actueel uittreksel uit het handelsregister |
| | Indien aanvrager is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Met een actueel uittreksel wordt bedoeld een uittreksel dat minder dan een jaar oud is op moment van indiening. |
5. | | Een verklaring van de bank dat het opgegeven rekeningnummer bij de betreffende bank bekend is en op naam van de aanvrager staat; of een recent bankafschrift. |
6. | | Kopie samenwerking- c.q. uitvoeringsovereenkomst getekend door alle projectpartners |
| | · Indien begunstigde als private partij een overheidstaak uitvoert en daarbij een uitvoeringsovereenkomst is gesloten, zoals bedoeld in artikel 2.6.
· Indien begunstigde betrokken is bij een juridisch samenwerkingsverband voor het project, zoals bedoeld in artikel 2.6. |
7. | | Kopie Belastingverklaring of accountantsverklaring afgegeven door een RA of AA accountant. |
| | Indien de begunstigde niet-verrekenbare BTW als subsidiabele kosten opvoert. |
8. | | Bewijzen van toegezegde financiering. |
| | De aanvraag dient altijd vergezeld te gaan van bewijs waaruit blijkt dat de financiering van het project gedekt is, zowel wat betreft de eigen bijdrage als eventuele overige financiering. |
9. | | Indien aankoop onroerend goed en/of tweedehands apparatuur van toepassing is op uw project, dient er een verklaring van verkoper, dat er de afgelopen 10 jaar geen nationale of communautaire subsidie is ontvangen, bijgevoegd te worden. |
10. | | Beschrijving AO/IC van aanvrager c.q. partner |
12. | | Voor iedere deelnemer die zich classificeert als MKB-ondernemer, een volledig ingevulde en ondertekende“bijlage 2 MKB-verklaring”, inclusief de achterliggende berekeningswijzen (eigen onderneming + partnerondernemingen + verbonden ondernemingen). |
13. | | Indien aanvrager(s) hiervoor kiezen: kopie volmacht. |
| | | |
BIJLAGE 2 |
|
MKB-verklaring |
Voor iedere aanvrager die zich classificeert als MKB-onderneming, dient navolgende bijlage te worden ingevuld.
De definities van MKB-status is te vinden op de website www.brabant.nl. |
Nota bene: Volgens de definitie van de Commissie die zij in de Aanbeveling betreffende kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (zie: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/site/nl/oj/2003/l_124/l_12420030520nl00360041.pdf) doet, heeft een middelgrote onderneming minder dan 250 werknemers, en een kleine minder dan 50. Een onderneming dient zelfstandig te zijn en een beperkte jaaromzet te hebben. Voor gedetailleerde criteria zie de Aanbeveling. De criteria worden toegepast op een onderneming in haar geheel, inclusief dochterondernemingen (ook buiten Nederland).
Meer informatie:
Handreiking van de Europese Commissie ‘The new SME definition’ (in het Engels, zie http://ec.europa.eu/enterprise/enterprise_policy/sme_definition/sme_user_guide.pdf) Deze handreiking bevat duidelijke voorbeelden over hoe totaal van de onderneming moet worden berekend, inclusief partnerondernemingen (“partner”) en verbonden ondernemingen (“linked”). Neem hiervan a.u.b. gedegen kennis en leg de berekening vast! |
Ondergetekende verklaart kennis te hebben genomen van de regelgeving omtrent MKB-status van ondernemingen. Inzake onderneming verklaart ondergetekende vervolgens dat: · het aantal werkzame personen minder dan 250 bedraagt, en
· de jaaromzet minder dan 50 miljoen Euro bedraagt, of
· het balanstotaal minder dan 43 miljoen Euro bedraagt. Gemeten over het laatst afgesloten boekjaar 20 bedroegen deze variabelen namelijk:
· aantal werkzame personen: personen,
· jaaromzet: Euro,
· balanstotaal: Euro.
(jaarrekening en berekeningswijzen bijvoegen) NB: voorgaande cijfers dienen te gelden voor het geheel van de onderneming inclusief partnerondernemingen en/of verbonden ondernemingen! Bij indiening van de aanvraag dient een toelichting en berekening van deze variabelen overlegd te worden. |
Plaats | | Datum | | Naam |
| | | | |
Stempel organisatie: | | | | Functie: |
| | | | |
| | | | Handtekening: |
| | | | |
| | | | |
Bijlage 3: gegevens projectpartners voor module samenwerking |
Partner 1 |
1. Rechtsvorm |
Rechtsvorm: Kies één van de aangegeven mogelijkheden | | Rechtspersoon met rechtspersoonlijkheid te weten: | |
| |
| MKB-status | ja / nee (aub doorhalen wat niet van toepassing is) |
| vul MKB-verklaring (bijlage 2) in | |
| | |
2. NAW gegevens |
Organisatie | |
Naam: | |
Telefoonnummer: | |
Faxnummer: | |
E-mail adres: | |
Website: | |
Contactpersoon | |
Naam en voorletters: | |
Titel: | |
Functie binnen de organisatie: | |
Functie binnen het project: | |
Telefoonnummer: | |
Mobiel nummer: | |
E-mailadres: | |
| |
Adresgegevens | |
Postadres | |
Straat en huisnummer: | |
Postcode: | |
| | Plaats: | |
Verblijfsadres | |
Straat en huisnummer: | |
Postcode: | | Plaats: | |
| |
3. Overige gegevens |
1. | Is begunstigde ingeschreven bij de Kamer van Koophandel? | | Nee |
| Ja |
Indien ja: | Inschrijvingsnummer: | |
| Code Bedrijfsindeling (BIK): | |
2. | Is begunstigde BTW-plichtig voor dit project? | | Nee |
| | | Ja |
| | |
| | | | | | | | | | | |
Bijlage 3: gegevens projectpartners voor module samenwerking |
Partner 2 |
1. Rechtsvorm |
Rechtsvorm: Kies één van de aangegeven mogelijkheden | | Rechtspersoon met rechtspersoonlijkheid te weten: | |
| |
| MKB-status | ja / nee (aub doorhalen wat niet van toepassing is) |
| vul MKB-verklaring (bijlage 2) in | |
| | |
2. NAW gegevens projectpartner |
Organisatie | |
Naam: | |
Telefoonnummer: | |
Faxnummer: | |
E-mail adres: | |
Website: | |
Contactpersoon | |
Naam en voorletters: | |
Titel: | |
Functie binnen de organisatie: | |
Functie binnen het project: | |
Telefoonnummer: | |
Mobiel nummer: | |
E-mailadres: | |
| |
Adresgegevens | |
Postadres | |
Straat en huisnummer: | |
Postcode: | |
| | Plaats: | |
Verblijfsadres | |
Straat en huisnummer: | |
Postcode: | | Plaats: | |
| |
3. Overige gegevens |
1. | Is begunstigde ingeschreven bij de Kamer van Koophandel? | | Nee |
| Ja |
Indien ja: | Inschrijvingsnummer: | |
| Code Bedrijfsindeling (BIK): | |
2. | Is begunstigde BTW-plichtig voor dit project? | | Nee |
| | | Ja |
| | |
| | | | | | | | | | | |
NB: bij meer dan 3 partijen (penvoerder + 2 partners) a.u.b. bijlage 3 vermenigvuldigen en invullen.
1) De subsidieaanvrager wordt geadviseerd contact op te nemen met een regionale ontwikkelingsmaatschappij, Syntens of PSW (voor sociale innovatieadvies) ter voorbereiding van een subsidieaanvraag (informele status). De contactgegevens voor de regionale ontwikkelingsmaatschappijen en Syntens kunt u vinden op de website www.brabant.nl.
Bijlage 3 bij de Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland
Bijlage bij de artikelen 1.16 en 2.18 van de Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland VOORTGANGSFORMULIER SUBSIDIE PERIODE 2007 - 2013 Versie: 1.0
Datum: 06 april 2010
Status: definitief | |
Begunstigde: | | te | |
Projecttitel: | |
Projectnummer: | |
| |
|
Inhoudsopgave: 1. Inhoudelijke rapportage.
2. Bijlage aanbestedingen.
3. Factuurbijlage.
4. Urenbijlage.
5. Indicatorenbijlage.
6. Lijst aan te leveren stukken bij voortgangsrapportage (de stukken dienen per post of per e-mail bij de beheersautoriteit, p/a Stimulus Programmamanagement te worden ingediend). |
| | |
1. INHOUDELIJKE RAPPORTAGE | |
1 A. Uitvoering van het project | |
Geef inzicht in de fysieke / inhoudelijke stand van het project. (mijlpalen hier vermelden).
Er dient een aansluiting gemaakt te worden met het oorspronkelijke projectplan | |
| |
Is sprake geweest van inhoudelijke en/of financiële wijzigingen t.o.v. het ingediende projectplan? | |
| |
Zo ja, welke en wat waren eventuele consequenties voor het project? | |
| |
Is voor deze wijzigingen een verzoek tot ontheffing ingediend bij het programmamanagement? | |
| |
Is dit verzoek goedgekeurd door het programmamanagement? | |
| |
Wordt het project uitgevoerd conform het overeengekomen tempo in het projectplan en toekenning?
Zo nee, geef aan wat hiervan de consequenties zijn voor de verdere looptijd van het project en de subsidietoekenning. | |
| |
Geef aan welke bedragen van cofinanciers in de projectperiode zijn ontvangen. | |
| |
Is de uitgavenplanning nog in overeenstemming met de planning in het aanvraagformulier en beschikking?
Zo nee, geef hier gedetailleerd de nieuwe planning op per rapportage moment t/m einde projectperiode | |
| |
Is de administratieve organisatie van het project bij Stimulus in het bezit? | |
| |
Zo ja, is deze gewijzigd? | |
| |
Zo nee, deze als bijlage meesturen, minimaal de urenprocedure en inkoop-/betaalprocedure | |
| |
Heeft U een controle ter plaatse gehad vanuit Stimulus? | |
| |
Zo ja, indien er correcties waren, heeft U die verwerkt in dit voortgangsformulier? | |
| |
1 B. Europese en Nationale regelgeving | |
Geef aan welke acties u in de projectperiode heeft ondernomen op het vlak van promotie en publiciteit. | |
| |
Geef aan hoe u bij bovenstaande acties kenbaar heeft gemaakt dat het project met financiële steun van de Europese Unie is uitgevoerd. | |
| |
Geef aan hoe u bij bovenstaande acties kenbaar heeft gemaakt dat het project met financiële steun van het Rijk en/of Provincie(s) is uitgevoerd. | |
| |
1 C. Vragen en opmerkingen | |
Heeft u nog vragen en/of opmerkingen die u wilt bespreken met het programmamanagement? | |
| |
Zo ja, welke? | |
| |
Naar waarheid ingevuld: Plaats: Datum: Naam: Functie: Stempel organisatie: Handtekening: | |
| | | |
2. BIJLAGE AANBESTEDINGEN |
|
|
3. FACTUURBIJLAGE |
|
|
4. URENBIJLAGE |
| Medewerker | Omschrijving | Aantal uren | Kostentype | Code | Tarief (ex BTW) | Bedrag | |
| | | | | | | | |
| | | | | | | | |
| | | | | | | | |
| | | | | | | | |
|
5. INDICATORENBIJLAGE |
| | | | | | | | |
| Jaar | Indicator beschikking | Doelstelling beschikking | Realisatie t/m huidig voortgang formulier | Realisatie t/m huidig voortgang formulier |
| | | | | |
| | | | | |
| | | | | |
| | | | | |
|
6. Lijst aan te leveren stukken bij de voortgangsformulier |
|
| | | | | |
Bijlage 4 bij de Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland
Bijlage bij de artikelen 1.17 en 2.19 van de Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland VERZOEK TOT ONTHEFFING voor
het vertragen, wijzigen of
stopzetten van de subsidiabele activiteiten PERIODE 2007 - 2013 · Versie: 1.0
· Datum: 06 april 2010
· Status: definitief | |
Begunstigde: | | te | |
Projecttitel: | |
Projectnummer: | |
| |
| Dit is het formulier voor het verzoek tot ontheffing in het kader van de Subsidieregeling operationeel programma 2007-2013. Het volledige formulier bestaat uit 2 pagina’s. De vragen die niet zijn van toepassing voor uw project, hoeven niet ingevuld te worden. Graag ontvangen wij het verzoek met handtekening retour. U ontvangt een bevestiging zodra uw verzoek accoord is. |
| Inhoudelijke gegevens |
| |
| Datum: |
| Opgemaakt door: |
| |
I. | Algemene projectgegevens |
| Naam project: |
| Projectnummer: |
| |
II. | Gegevens eindbegunstigde |
| Naam: |
| Adres: |
| Postcode/vestigingsplaats: |
| Contactpersoon: |
| Functie: |
| Telefoonnummer: |
| E-mailadres: |
| |
III. | Inhoudelijke doelstellingen van het project |
a. | Wat wilt u gewijzigd hebben en wat is de reden van de wijziging? 1) |
| |
b. | Wat zijn de consequenties hiervan voor het behalen van de inhoudelijke doelstellingen van het project? |
| |
c. | Worden alle activiteiten uitgevoerd zoals omschreven in het aanvraagformulier? |
| |
d. | Indien het antwoord nee is, wat is hiervan de oorzaak? |
| |
e. | In hoeverre veranderen de verwachte effecten van uw project op de duurzaamheidsaspecten People, Planet en Profit, door het project te wijzigen? |
| |
f. | In hoeverre verandert het project innovatief gezien door het wijzigingsvoorstel voor uw onderneming, product, dienst, proces, etc.? |
| |
g. | Zijn er wijzigingen in de bijdrage van het project voor het perspectief van uw bedrijf (in termen van bijvoorbeeld [verwachte] werkgelegenheid, omzet, marktperspectief, etc.)? |
| |
IV. | Financiële doelstellingen van het project |
a | Wat zijn de consequenties van de wijziging voor het behalen van de financiële doelstellingen van het project? |
| |
b | In hoeverre verandert de financieringsopzet van het project door het wijzigingsvoorstel? |
| |
c | Hoe ziet de begroting er uit na het wijzigingsvoorstel? |
| |
d | Hoe ziet de financieringsopzet eruit na het wijzigingsvoorstel? |
| |
e | Hoe ziet de uitgavenplanning eruit door het wijzigingsvoorstel? |
| |
| Plaats: Datum: Naam: Functie: Stempel organisatie: Handtekening: |
1) Onder wijzigen wordt tevens verstaan stopzetten of vertragen.
Bijlage 5 bij de Subsidieregeling operationeel programma Zuid Nederland
Bijlage bij de artikelen 1.19 en 2.21 van de Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland VERZOEK TOT VASTSTELLING SUBSIDIE PERIODE 2007 - 2013 Versie: 1.0
Datum: 06 april 2010
Status: definitief | |
Begunstigde: | | te | |
Projecttitel: | |
Projectnummer: | |
| |
|
Inhoudsopgave: 1. Inhoudelijke rapportage.
2. Bijlage aanbestedingen.
3. Factuurbijlage.
4. Urenbijlage.
5. Indicatorenbijlage.
6. Lijst aan te leveren stukken bij het verzoek tot vaststelling. |
| | |
1. INHOUDELIJKE RAPPORTAGE | |
1 A. Uitvoering van het project
| |
Geef inzicht in de fysieke / inhoudelijke uitvoering van het project op totaalniveau (mijlpalen hier vermelden).
Er dient een analyse gemaakt te worden met het oorspronkelijke projectplan | |
| |
Is sprake geweest van inhoudelijke en/of financiële wijzigingen t.o.v. het ingediende projectplan? | |
| |
Zo ja, welke en wat waren eventuele consequenties voor het project? | |
| |
Is voor deze wijzigingen een verzoek tot ontheffing ingediend bij de beheersautoriteit (p/a Stimulus programmamanagement)? | |
| |
Is dit verzoek goedgekeurd door de beheersautoriteit? | |
| |
Is het project uitgevoerd conform de overeengekomen looptijd van het project? | |
| |
Zo nee, geef aan wat hiervan de consequenties waren voor het project en de subsidietoekenning. | |
| |
Geef aan welke bedragen van cofinanciers in de projectperiode zijn ontvangen. | |
| |
1 B. Europese en Nationale regelgeving
| |
Geef aan welke acties u in de projectperiode heeft ondernomen op het vlak van promotie en publiciteit. | |
| |
Geef aan hoe u bij bovenstaande acties kenbaar heeft gemaakt dat het project met financiële steun van de Europese Unie is uitgevoerd. | |
| |
Geef aan hoe u bij bovenstaande acties kenbaar heeft gemaakt dat het project met financiële steun van het Rijk en/of Provincie(s) is uitgevoerd. | |
| |
1 C. Vragen en opmerkingen
| |
Heeft u nog vragen en/of opmerkingen die u wilt bespreken met het programmamanagement? | |
| |
Zo ja, welke? | |
| |
Naar waarheid ingevuld: Plaats: Datum: Naam: Functie: Stempel organisatie: Handtekening: | |
| | | |
2. BIJLAGE AANBESTEDINGEN |
|
|
3. FACTUURBIJLAGE |
|
|
4. URENBIJLAGE |
| Medewerker | Omschrijving | Aantal uren | Kostentype | Code | Tarief (ex BTW) | Bedrag | |
| | | | | | | | |
| | | | | | | | |
| | | | | | | | |
| | | | | | | | |
|
5. INDICATORENBIJLAGE |
| | | | | | | | |
| Jaar | Indicator beschikking | Doelstelling beschikking | Realisatie t/m huidig voortgang formulier | Realisatie t/m huidig voortgang formulier |
| | | | | |
| | | | | |
| | | | | |
| | | | | |
|
6. Lijst aan te leveren stukken bij de voortgangsformulier |
|
CONTROLEPROTOCOL
EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING
OP-Zuid 2007 – 2013
VERSIE 1.0
06 APRIL 2010
Controleprotocol OP-Zuid 2007-2013 Versie 1.0, 06 april 2010 |
Dit controleprotocol behoort bij het “Operationeel Programma voor Zuid-Nederland, Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 2007-2013” en de subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland 2007-2013. Dit controleprotocol is van toepassing op de controle van een verzoek tot vaststelling van een uit het OP-Zuid gesubsidieerd project.
Wettelijk kader
Dit controleprotocol is opgesteld op basis van de subsidieregeling operationeel programma Zuid Nederland 2007-2013. Deze subsidieregeling is van toepassing op de beoordeling van subsidieaanvragen en bevat de verschillende criteria waaraan de subsidieaanvragen en subsidievaststellingen binnen het OP-Zuid worden getoetst. Die criteria zijn onder andere een vertaling van de overige verordeningen en regelgeving die van toepassing zijn op het programma.
Object van controle is het door de subsidieontvanger opgestelde verzoek tot vaststelling.
Doel
Doel van dit controleprotocol is:
- De subsidieontvanger en de controlerend accountant te informeren over waar de controle zich op zal richten;
- De subsidieontvanger en de controlerend accountant te informeren hoe en met inachtneming waarvan de controle uitgevoerd zal worden;
- De controle voor zowel de subsidieontvanger als de controlerend accountant zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.
De accountant wordt gevraagd zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid van het verzoek tot vaststelling te controleren.
Procedure
De controle dient plaats te vinden door een externe deskundige zoals bedoeld in artikel 393, lid 1 Burgerlijk Wetboek Boek 2 1) en mondt uit in het verstrekken van een accountantsverklaring, conform bijlage 1 bij dit controleprotocol. Deze extern deskundige wordt aangewezen door de subsidieontvanger middels een schriftelijke opdracht. In deze schriftelijke opdracht dient expliciet te worden opgenomen dat de accountant zijn controle zal uitvoeren met inachtneming van dit controleprotocol.
De controle zal primair plaatsvinden bij de subsidieontvanger. Indien noodzakelijk kan de controle zich uitbreiden naar de locatie van andere projectpartners. Aan de projectadministratie en –documentatie worden afzonderlijke eisen gesteld. De accountant dient zijn bevindingen af te stemmen met de subsidieontvanger voordat rapportage plaatsvindt. Rapportage vindt plaats in de vorm van een accountantsverklaring, conform de in de bijlage opgenomen model-accountantsverklaring. De accountantsverklaring is bestemd voor de beheersautoriteit (p/a Stimulus Programmamanagement), dient voor de definitieve einddatum van het project afgegeven te zijn en is bedoeld als hulpmiddel voor de beheersautoriteit bij het vaststellen van de subsidie.
De mogelijkheid bestaat dat de Rijksauditdienst en/of de Rekenkamer en/of de beheersautoriteit een review uitvoeren op de controle. Dossierinzage door de eventuele reviewer vindt plaats bij de accountant die de controle heeft uitgevoerd aan de hand van het door de accountant opgebouwde controledossier, dit nadat de subsidieontvanger daarvan in kennis is gesteld.
Eventuele vragen over (interpretaties van) het controleprotocol kunnen door de subsidieontvanger of de controlerend accountant aan medewerkers van Stimulus Programmamanagement gesteld worden.
Onderzoeksaanpak
De onderzoeksaanpak is de verantwoordelijkheid van de accountant zelf. Het is mogelijk zowel een primair systeemgerichte aanpak toe te passen, waarbij de accountant bij uitvoering van zijn werkzaamheden zo veel mogelijk steunt op de interne procedures van de subsidieontvanger, als een primair gegevensgerichte controleaanpak.
Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid
De controle dient te geschieden met inachtneming van een betrouwbaarheid van 95% en een controletolerantie van 1% van de in de eindafrekening opgenomen subsidiabele kosten. De rapporterings-tolerantie bedraagt 0%, alle geconstateerde en niet gecorrigeerde fouten en onzekerheden dienen te worden gerapporteerd. De controletolerantie geldt, in afwijking van wat u gewend bent, voor fouten en onzekerheden tezamen.
Controleaspecten
De accountant dient de ‘Checklist vaststelling subsidie OP-Zuid’ (bijlage B bij dit controleprotocol) in te vullen en tezamen met het verzoek tot vaststelling (de eindrapportage) te waarmerken.
De accountant stelt vast dat de uitgaven en ontvangsten zijn berekend met inachtneming van de in de beschikking opgenomen algemene en bijzondere subsidievoorwaarden, alsmede de in de subsidieregeling OP-Zuid opgenomen voorschriften.
Let op dat subsidieontvangers, naast de schriftelijke indiening, ook het verzoek aan de beheersautoriteit tot vaststelling via de website http://stimulus.klantsite.net moeten indienen. Vanzelfsprekend geldt dat de ingediende rapportages aan elkaar gelijk moeten zijn.
BIJLAGE 1 MODEL ACCOUNTANTSVERKLARING
Accountantsverklaring
Afgegeven ten behoeve van de provincie Noord-Brabant.
Opdracht
Wij hebben bijgevoegd en door ons gewaarmerkt verzoek tot vaststelling met bijlagen inzake het project … (naam project) met het projectnummer … (projectnummer) van … (naam entiteit) te … (statutaire vestigingsplaats) gecontroleerd. De eindafrekening betreft de verantwoording over de besteding van het met briefnummer … (kenmerk beschikking) d.d. … (datum toekenningsbrief) toegekende subsidiebedrag in het kader van het OP-Zuid 2007-2013 en vermeldt een bedrag van € … aan gerealiseerde subsidiabele uitgaven. De eindafrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van … (bevoegde functionaris of orgaan van de huishouding). Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake het verzoekt tot vaststelling te verstrekken.
Werkzaamheden
Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, met inachtneming van het controleprotocol OP-Zuid 2007-2013 en met de voorwaarden genoemd in de beschikking. Dienovereenkomstig dienen wij onze controle zodanig te plannen en uit te voeren, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat het verzoek tot vaststelling geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van relevante gegevens.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Oordeel
Naar ons oordeel voldoet het verzoek tot vaststelling aan de eraan te stellen eisen, in overeenstemming met het controleprotocol OP-Zuid 2007-2013 en met de in de beschikking genoemde voorwaarden.
Overige aspecten- beperking in het gebruik (en verspreidingskring)
Het verzoek tot vaststelling van … (naam entiteit) en onze verklaring daarbij zijn uitsluitend bedoeld voor de provincie Noord-Brabant en kunnen derhalve niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
Plaats, datum
Naam accountantspraktijk
Naam externe accountant en ondertekening met die naam
Bijlage 1: gewaarmerkte eindafrekening
Bijlage 2: gewaarmerkte checklist ‘vaststelling subsidie OP-Zuid’
BIJLAGE 2 CHECKLIST EINDAFREKENING PROJECTACCOUNTANT
CHECKLIST EINDAFREKENING PROJECTACCOUNTANT |
1. | Dossier subsidieontvanger | ja/nee/nvt | Toelichting |
1.1 | Bevat het dossier alle documenten die nodig zijn om een accountantsverklaring af te kunnen geven? | | |
2. | Verzoek tot vaststelling | ja/nee/nvt | Toelichting |
2.1 | Datum eindafrekening | | |
2.2 | Subsidiabele uitgaven volgens eindafrekening | | € |
2.3 | Totale uitgaven volgens eindafrekening (incl. niet subsidiabele uitgaven) | | € |
2.4 | EFRO-bijdrage volgens beschikking subsidieverlening | | € |
2.5 | Gevraagde subsidie volgens eindafrekening verzoek | | € |
3. | Volledigheid afrekening | ja/nee/nvt | Toelichting |
3.1 | Is eindafrekening voorzien van vereiste bijlagen? | | Facturenlijst / urenregistratie |
3.2 | Is eindafrekening ondertekend door bevoegd persoon? | | |
3.3 | Is nadere informatie nodig? | | |
Zo ja, welke? |
3.4 | Vermeld de datum dat de aanvullende informatie is ontvangen. | | |
4. | Inhoudelijke beoordeling eindafrekening | ja/nee/nvt | Toelichting |
4.1 | Zijn de doelstellingen van het project gehaald? | | |
4.2 | Beoordeel de gerealiseerde indicatoren ten opzichte van de doelstellingscijfers. | | |
5. | Financiële beoordeling eindafrekening | ja/nee/nvt | Toelichting |
5.1 | Sluiten de bedragen in de eindafrekening aan bij de bijlagen (verstuurd via de webkoppeling)? | | |
5.2 | Worden alleen projectkosten verantwoord die zijn opgenomen in de begroting? | | |
5.3 | Zo nee, zijn deze aanvullende projectkosten subsidiabel? | | |
5.4 | Is het gerapporteerde bedrag plausibel in relatie tot de fysieke/inhoudelijke stand van het project? | | |
5.5 | Zijn onder- of overschrijdingen t.o.v. de begroting voldoende toegelicht? | | |
5.6 | Kloppen de tellingen?. | | |
6. | Beoordelen subsidiabiliteit projectkosten | ja/nee/nvt | Toelichting |
6.1 | Zijn de kosten in de projectperiode gemaakt en betaald? | | Subsidiabele periode van ……… tot ……. |
6.2 | Zijn de verantwoorde projectkosten subsidiabel? | | |
6.3 | Is voldaan aan eventuele extra subsidievoorwaarden in de beschikking subsidieverlening? | | |
6.4 | Blijkt uit de inhoudelijke beschrijving van het project dat de uitgaven betrekking hebben op het subsidiabele project? | | |
7. | Loonkosten | ja/nee/nvt | Toelichting |
7.1. | Worden er loonkosten ingebracht overeenkomstig de voorwaarden van art. 10 MR? | | |
7.2 | Zo ja, volgens welke variant: werkelijke kosten, vast tarief of integraal uurtarief? | | |
7.3 | Is er sprake van indirecte kosten (overheadkosten)? | | |
Zo ja, is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden van art.10 MR? | | |
7.4 | Zijn de uitgaven gebaseerd op facturen of andere bron-documenten met vergelijkbare bewijskracht? | | |
7.5 | Indien betaling plaatsvindt op basis van een contract, zijn de betaling en de factuur overeenkomstig het contract? | | |
7.6 | Is er sprake van onderaannemingscontracten waardoor de projectkosten worden verhoogd zonder dat een daarmee evenredige waarde aan het project wordt toegevoegd? | | |
8. | Promotie en publiciteit | ja/nee/nvt | |
8.1 | Worden er projectkosten gemaakt voor promotie en publiciteit overeenkomstig art .10 MR? | | |
9. | Aankoop of inbreng van grond | ja/nee/nvt | Toelichting |
9.1 | Worden kosten voor aankoop of inbreng van onbebouwde grond als projectkosten verantwoord? | | |
Zo ja, is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden van art. 10 MR? | | |
10. | Aankoop of inbreng van onroerend goed | ja/nee/nvt | Toelichting |
10.1 | Worden kosten voor aankoop van onroerend goed (lees: bestaande gebouwen en de grond waarop ze staan) als projectkosten verantwoord? | | |
Zo ja, is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden van art .10 MR? | | |
11. | Aankoop tweedehands materiaal | ja/nee/nvt | Toelichting |
11.1 | Worden kosten voor aankoop van tweedehands materiaal als projectkosten verantwoord? | | |
Zo ja, is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden van art. 10 MR? Historische aanschafprijzen. | | |
12. | Financiële diensten en andere kosten | ja/nee/nvt | Toelichting |
12.1 | Worden financiële transactiekosten als projectkosten gedeclareerd overeenkomstig de daaraan gestelde voorwaarden van art. 10 MR. | | |
12.2 | Worden bankkosten als projectkosten verantwoord? | | |
Zo ja, is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden van art. 10 MR? | | |
12.3 | Worden kosten voor financieel juridisch advies als projectkosten verantwoord? | | |
Zo ja, is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden van art. 10 MR? | | |
12.4 | Wordt BTW als projectkosten verantwoord? | | |
Zo ja, is deze niet verrekenbaar of compensabel? | | |
12.5 | Worden andere heffingen en belastingen (bijv. sociale lasten of directe belastingen) als projectkosten verantwoord? | | |
Zo ja, is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden van regel 7.5 van Verordening 448/2004? | | |
13. | Reis- en verblijfskosten | ja/nee/nvt | |
13.1 | Worden reis- en/of verblijfkosten als projectkosten gedeclareerd overeenkomstig art. 10 MR? | | |
14. | Kosten derden | ja/nee/nvt | |
14.1 | Worden er kosten gedeclareerd die aan derden verschuldigd zijn overeenkomstig art .10 MR? | | |
15. | Lease | ja/nee/nvt | |
15.1 | Worden leasekosten als projectkosten verantwoord? | | |
Zo ja, is de subsidieontvanger een lessor (lease onderneming) of een lessee? | | |
Zo ja, voldoen deze kosten aan art. 10 MR? | | |
16. | Ontvangsten | ja/nee/nvt | Toelichting |
16.1 | Worden er inkomsten in de projectperiode gegenereerd welke voortvloeien uit de projectactiviteiten (bijv. verkoop, verhuur, diensten of inschrijvingsgelden)? | | |
Zo ja, zijn deze inkomsten in mindering gebracht op de subsidiabele uitgaven? | | |
17. | Beoordelen financiering | ja/nee/nvt | Toelichting |
17.1 | Is de gerealiseerde financiering in overeenstemming met de begrote financiering? Hierin de totale investering en de totale financiering betrekken, zodat ook achteraf kan worden vastgesteld dat er geen overfinanciering is. | | |
17.2 | Hebben verschillen tussen realisatie en begroting invloed op het af te rekenen EFRO-bedrag? | | |
17.3 | Indien nog financiering te ontvangen is, is dan vastgesteld en verklaard hoe groot deze bedragen zijn? | | |
17.4 | Indien de gerealiseerde subsidiabele uitgaven lager zijn dan begroot, zijn alle financieringsbijdragen proportioneel verlaagd? | | |
17.5 | Zijn eventuele onvoorziene ontvangsten verrekend met de subsidiabele kosten? Zo ja, voor welk bedrag? | | |
18. | Voorgaande controles en bevindingen | ja/nee/nvt | Toelichting |
18.1 | Zijn de opmerkingen en constateringen tijdens de controles ter plaatse juist verwerkt in de einddeclaratie? | | |
| |
18.2 | Zijn de opmerkingen en constateringen bij de beoordeling van de voortgangsrapportages juist verwerkt in de einddeclaratie? | | |
19. | Publiciteit | ja/nee/nvt | Toelichting |
| Infrastructuur/bouwproject > € 0.5 mln. | | |
19.1 | Heeft de subsidieontvanger een informatiebord geplaatst op de bouwplaats? | | |
19.2 | Voldoet het informatiebord aan onderstaande eisen: | | |
· Is het deel met de EU-publicatie tenminste 25% van het totale oppervlak van het informatiebord? |
· Zijn het EU-logo en OP-Zuid logo op de juiste manier vermeld? |
· Is er een verwijzing gedaan naar het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling? |
| · Is de omvang van het informatiebord in overeenstemming met de omvang van het project? | | |
| · Is de door de MA gekozen vermelding opgenomen die de meerwaarde van de bijstandsverlening voor de Gemeenschap doet uitkomen? (Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst.) | | |
19.3 | Heeft de subsidieontvanger een permanente gedenkplaat (plaquette) aangebracht die zichtbaar is voor het publiek? | | |
19.4 | Voldoet de plaquette aan onderstaande eisen: | | |
· Is de omvang van de plaquette in overeenstemming met de omvang van het project? |
· Is het deel met de EU publicatie tenminste 25% van het totale oppervlak van de plaquette? |
· Zijn het EU-logo en OP-Zuid logo op de juiste manier vermeld? |
· Is er een verwijzing gedaan naar het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling? | | |
| · Is de door de MA gekozen vermelding opgenomen die de meerwaarde van de bijstandsverlening door de Gemeenschap doet uitkomen? (Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst.) | | |
| Promotie en voorlichtingsmateriaal | | |
19.5 | Is op al het overige promotiemateriaal van de subsidieontvanger (folders, posters, rapporten, nieuwsbrieven, audio-visuele middelen, website enz.) zowel het EU-logo als het OP-Zuid logo aanwezig? | | |
19.6 | Voldoet al het niet-kleine overige promotiemateriaal van de subsidieontvanger aan onderstaande eisen: | | |
| · Is er een verwijzing gemaakt naar het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling? | | |
| · Is de door de MA gekozen vermelding opgenomen die de meerwaarde van de bijstandsverlening door de Gemeenschap doet uitkomen? ( Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst.) | | |
| Evenementen en cursussen | | |
19.7 | Heeft het project (voorlichtings)evenementen (workshops, seminars, beurzen e.d.) gehouden t.b.v. publiek/doelgroepen, of daaraan deelgenomen? | | |
| Zo ja, heeft de subsidieontvanger bij deze evenementen de EU-bijdrage aan het project zichtbaar gemaakt, b.v. door middel van de EU-vlag en vermelding van het EU-logo conform de voorschriften in annex 1 van Verordening 1828/2006? | | |
19.8 | Heeft het project cursussen verzorgd? | | |
| Zo ja, heeft de subsidieontvanger in alle documenten, inclusief bewijzen van aanwezigheid of andere certificaten, betreffende de cursussen vermeld dat de cursus is gegeven i.h.k.v. EFRO en indien van toepassing is medegefinancierd door ESF? (Art 8, lid 4 Verordening 1828/2006) | | |
20. | Aanbesteding | Opdracht 1 | Opdracht 2 |
| Voor elke opdracht boven de €50.000 dient u de volgende vragen te beantwoorden. Indien er meer opdrachten zijn dient u dit checklist onderdeel uit te breiden met opdracht 3, 4, etc. |
20.1 | Betreft de opdracht een: werk, dienst of levering? | | |
20.2 | Naam en eventuele kenmerk van de opdracht. | | |
20.3 | Naam leverancier. | | |
20.4 | a) Datum ondertekening van het contract, b) contractuele leverdatum/leverperiode, c) actuele leverdatum/leverperiode. | a) b) c) | a) b) c) |
| |
20.5 | Bedrag volgens het contract. | € (aanneemsom) | € (aanneemsom) |
20.6 | Bedrag werkelijk betaald aan de leverancier. | € | € |
20.7 | Betreft het contract een hoofdcontract of een aanvullend contract? | | |
20.8 | Welke aanbestedingsprocedure is gevolgd? | Europees aanbesteed; ga naar onderdeel 2. | Europees aanbesteed; ga naar onderdeel 2. |
Niet Europees aanbesteed; ga naar onderdeel 3. | Niet Europees aanbesteed; ga naar onderdeel 3. |
| Europese aanbesteding | Alleen invullen voor opdrachten die Europees zijn aanbesteed. | |
20.9 | Wat is de datum van publicatie in het Publicatieblad van de EU? | | |
20.10 | Budget of hoeveelheden zoals vermeld in het Publicatieblad? | | |
20.11 | Volgens welke procedure is deze opdracht aanbesteed? | Openbare procedure | Openbare procedure |
Niet openbare procedure | Niet openbare procedure |
Gunning van een raamovereenkomst | Gunning van een raamovereenkomst |
Onderhandeling zonder / met aankondiging | Onderhandeling zonder / met aankondiging |
Anders, nl. | Anders, nl. |
20.12 | Is er een proces verbaal van opening opgesteld? Zo ja, verkrijg een kopie. | | |
20.13 | Bevat het proces verbaal van opening minimaal de volgende informatie: a) aantal offertes, b) afgewezen offertes evt. met motivering, c) bedragen per offerte, indien gunning o.b.v. laagste prijs? | | |
20.14 | Verkrijg kopie van proces verbaal van gunning. | | |
20.15 | Verkrijg kopie bewijs van publicatie gunning. | | |
20.16 | Is er sprake van een vervolgopdracht zonder aanbesteding? | | |
A | Is de vervolgopdracht noodzakelijk, door onvoorziene omstandigheden? | | |
B | Heeft de subsidieontvanger een rapport opgesteld met een deugdelijke verklaring voor de onvoorziene omstandigheden? | | |
C | Is de verklaring voor de onvoorziene omstandigheden acceptabel? | | |
D | Zo ja, zijn de onvoorziene omstandigheden te wijten aan de subsidieontvanger? | | |
| Niet-Europese aanbesteding | | |
20.17 | Kent de opdracht een duidelijk grensoverschrijdend belang? | | |
20.18 | Heeft de eindsubsidieontvanger “een passende mate van openbaarheid” gegeven aan deze opdracht? Zo ja, op welke wijze? | | |
20.19 | Voldoet deze mate van openbaarheid aan de Interpretatieve mededeling van de Europese Commissie, gepubliceerd op 01-08-2006? | | |
20.20 | Is de opdracht verstrekt in overeenstemming met de subsidievoorwaarden van het programma? | | |
| Bedrag boven de Europese drempel (uitzonderingen op Europees aanbesteden) | | |
20.21 | Indien het bedrag de Europese drempel overschrijdt, op welke uitzondering doet de eindsubsidieontvanger een beroep? NB. De uitzonderingen worden genoemd in art. 10-19 en 21 van Richtlijn 2004/18/EG. | In-house opdracht | In-house opdracht |
IIA-dienst (plaatsing van personeel) IIB-dienst | IIA-dienst (plaatsing van personeel) IIB-dienst |
Percelenregeling (max. 20% bij werken en diensten) | Percelenregeling (max. 20% bij werken en diensten) |
Vervolgopdracht | Vervolgopdracht |
Anders, nl. | Anders, nl. |
20.22 | Doet de eindsubsidieontvanger een terecht beroep op de uitzondering om niet-Europees aan te besteden? | | |
| | |
| |
20.23 | In geval van IIA-dienst: is binnen 48 dagen na gunning de melding gestuurd voor publicatie in het EG blad? | | |
20.24 | In geval van vervolgopdracht voor een dienst zonder aanbesteding aan dezelfde aanbieder: op welke gronden is de dienst niet opnieuw aanbesteed, gelet op de volgende cumulatieve voorwaarden: a) 1e opdracht moet volgens een openbare of niet-openbare procedure hebben plaatsgevonden; b) mogelijkheid vervolgopdracht moet in 1e procedure zijn vermeld; c) de waarde van de vervolgde opdracht is correct berekend; d) binnen drie jaar na sluiten 1e overeenkomst. | | |
21. | Oordeel/Conclusie | ja/nee/nvt | Toelichting |
21.1 | Zijn alle uitgaven van de ingediende eindafrekening subsidiabel? | | |
21.2 | Is de financiering in de eindafrekening volledig vermeld? | | |
21.3 | Voldoet het project aan de publiciteitseisen? | | |
22. | Ondertekening | | Toelichting |
22.1 | Datum | | |
22.2 | Paraaf | | |
22.3 | Naam | | |
22.4 | Functie | | |
| | | | | | | | | | | | |
1) Een accountant-administratieconsulent (AA) zonder certificerende bevoegdheid is derhalve niet bevoegd.