Runderen | | | | | | |
A 1 | diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar | | | | | |
| Beweiden | 40% | 9,5 | 5,7 | 8 | Er zijn 7 bruikbare stalsystemen beschikbaar die ongeveer 20% reductie opleveren. Hierbij zijn ook stalsystemen die rekening houden met dierwelzijn (m.n. extra grip van de vloer). Verwacht wordt dat er op korte termijn meer stalsystemen beschikbaar komen met een factor 8 of lager. |
| permanent opstallen in open stal | 70% | 11.0 | 3,3 | 9,5 | Nog nauwelijks bruikbare staltechnieken onder wettelijk emmissieniveau van 9,5 |
| permanent opstallen in mechanisch geventileerde stal | 85% | 11.0 | 1,65 | 9,5 | idem |
A 2 | diercategorie zoogkoeien ouder dan 2 jaar | 0% | 5,3 | - | - | Huisvesting van zoogkoeien vindt niet plaats in standaard stallen, vandaar geen verdere eisen. Tevens is sprake van lange beweidingsperiode. |
A 3 | diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar | 40-85% | 3,9 | Afhankelijk van type stal (open of mechanisch geventileerd en al of niet beweiding) | 3,9 | Voorlopig hanteren van emissiewaarden traditionele systemen. Er zijn enkele luchtwassystemen bij vleeskalveren haalbaar maar die vergen relatief nog te grote investeringen. Voor de categorien A5, A6 en A7 zijn op dit moment nog geen emissie arme stalsystemen beschikbaar. |
A 4 | diercategorie vleeskalveren tot 8 maanden | 40-85% | 2,5 | 2,5 |
A 5 | diercategorie vleesstierkalveren tot 6 maanden | 40-85% | 2,5 | 2,5 |
A 6 | diercategorie vleesstieren en overig vleesvee van 6 tot 24 maanden (roodvleesproductie) | 40-85% | 7,2 | 7,2 |
A 7 | diercategorie fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar | 40-85% | 9,5 | 9,5 |
Schapen | | | | | | |
B 1 | diercategorie schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg (zie eindnoot 1 en 2) | 0% | 0,7 | 0,7 | 0,7 | Emissiereductie bij schapen wordt niet realistisch geacht, gezien de vaak lange beweidingsperiode. |
Geiten | | | | | | |
C 1 | diercategorie geiten ouder dan 1 jaar | 40-85% | 1,9 | Afhankelijk van type stal (open of mechanisch geventileerd en al of niet beweiding) | 1,9 | Voorlopig emmissiewaarde van traditionele systemen. Dit ook vanwege onzekerheid geitenhouderijsector ivm maatregelen Q-koorts. |
C 2 | diercategorie opfokgeiten van 61 dagen tot en met één jaar | 40-85% | 0.8 | 0,8 |
C 3 | diercategorie opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen | 40-85% | 0.2 | 0,2 |
Varkens | | | | | | |
D 1.1 | diercategorie biggenopfok (gespeende biggen) | | | | | |
| hokoppervlak maximaal 0,35 m2 | 85% | 0.6 | 0.09 | 0.09 | Luchtwassers werken goed in de praktijk |
| hokoppervlak groter dan 0,35 m2 | 85% | 0.75 | 0.11 | 0.11 |
D 1.2 | diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen) | 85% | 8,3 | 1.25 | 1.25 |
D 1.3 | diercategorie guste en dragende zeugen | 85% | 4.2 | 0.63 | 0.63 |
D 2 | diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder | 85% | 5.5 | 0.825 | 0.825 |
D 3 | diercategorie vleesvarkens, opfokberen van ca. 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van ca. 25 kg tot eerste dekking | | | | |
| hokoppervlak maximaal 0,8 m2 | 85% | 2.5 | 0.375 | 0.375 |
| hokoppervlak groter dan 0,8 m2 | 85% | 3.5 | 0.525 | 0.525 |
Kippen | | | | | | |
E 1 | diercategorie opfokhennen en hanen van legrassen; jonger dan 18 weken | | | | | Algemeen: toepassing van luchtwassystemen in de pluimveehouderij zorgt in de praktijk nog voor veel problemen met stofophoping. Vandaar dat (voorlopig) vooral wordt gekozen voor systemen zonder luchtwassing.
|
| overige huisvestingssystemen niet-batterijhuisvesting | 85% | 0.17 | 0.0255 | 00,030 | De praktijk kiest meer en meer voor systemen met roostervloer met emissie arme techniek. |
| overige huisvestingssystemen batterijhuisvesting | 85% | 0.045 | 0.00675 | 0,007 | Dit huisvestingssysteem gaat op termijn verdwijnen gezien verbod op batterijhuisvesting bij leghennen per 1-1-2012. |
E 2 | diercategorie legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen | | | | | |
| overige huisvestingssystemen niet-batterijhuisvesting | 85% | 0.315 | 0.047 | 0,055 (volièresysteem) en 0,068 (scharrelsysteem | Betreft het meest reducerende systeem dat geen gebruik maakt van luchtwassing |
| overige huisvestingssystemen batterijhuisvesting | 85% | 0.100 | 0.015 | n.v.t. in verband met toekomstig verbod | Batterijhuisvesting is wettelijk niet meer toegestaan vanaf 01-01-2012. Bedrijven zullen voor die datum moeten omschakelen naar of koloniehuisvesting (voldoet zonder luchtwasser niet aan verordening) of alternatieve huisvesting (volière of scharrel).
|
E 3 | diercategorie (groot)ouderdieren van vleeskuikens in opfok; jonger dan 19 weken | 85% | 0.250 | 0.0375 | 0,183 | Betreft het meest reducerende systeem dat geen gebruik maakt van luchtwassing
|
E 4 | diercategorie (groot)ouderdieren van vleeskuikens | 85% | 0.580 | 0.087 | 0,435 | Er zijn enkele systemen die hieraan voldoen |
E 5 | diercategorie vleeskuikens | 85% | 0.080 | 0.012 | 0,037 | Er zijn voldoende beschikbare systemen die op of onder deze waarde zitten. |
Kalkoenen | | | | | | |
F 1 | diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok, tot 6 weken | 85% | 0.15 | 0.023 | 0,15 | Er zijn voorlopig geen systemen beschikbaar anders dan traditioneel. |
F 2 | diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok; van 6 tot 30 weken | 85% | 0.47 | 0.07 | 0,47 |
F 3 | diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen van 30 weken en ouder | 85% | 0.59 | 0.0885 | 0,59 |
F 4 | diercategorie vleeskalkoenen | 85% | 0.68 | 0.102 | 0,68 |
Eenden | | | | | | |
G 1 | diercategorie ouderdieren van vleeseenden tot 24 maanden | 85% | 0.32 | 0,047 | 0,32 | Er zijn voorlopig geen systemen beschikbaar anders dan traditioneel |
G 2 | diercategorie vleeseenden | | | | |
| binnen mesten | 85% | 0.210 | 0.03 | 0,210 |
| buiten mesten (per afgeleverde eend) | 0% | 0.019 | 0,019 | 0,019 | Buiten mesten is niet toegestaan . |
Nertsen | | | | | | |
H 1 | diercategorie nertsen, per fokteef | 85% | 0,58 | 0,087 | 0.25 | Het systeem van dagontmesting met afvoer naar gesloten opslag wordt in vrijwel alle nertsenstallen toegepast. |
Konijnen | | | | | | |
I 1 | diercategorie voedster van konijnen inclusief 0,15 ram en bijbehorende jongen tot speenleeftijd | 85% | 1.2 | 0.18 | 0,77 | Het betreft systeem van mechanisch geventileerde stal met gescheiden afvoer van mets en urine. |
I 2 | diercategorie vlees en opfokkonijnen tot dekleeftijd | 85% | 0.2 | 0.03 | 0,12 |
Parelhoenders | | | | | | |
J 1 | diercategorie parelhoenders voor de vleesproductie | 0% | 0.05 | 0.05 | 0.05 | Worden voor het grootste gedeelte in buitenren gehouden. |
Paarden | | | | | | |
K 1 | diercategorie volwassen paarden (3 jaar en ouder) | 0% | 5.0 | 5.0 | 5.0 - | Emissiereductie bij paarden wordt niet realistisch geacht gezien de vaak lange beweidingsperiode. |
K 2 | diercategorie paarden in opfok (jonger dan 3 jaar) | 0% | 2.1 | 2.1 | 2.1 |
K 3 | diercategorie volwassen pony's (3 jaar en ouder) | 0% | 3.1 | 3.1 | 3.1 |
K 4 | diercategorie pony's in opfok (jonger dan 3 jaar) | 0% | 1.3 | 1.3 | 1.3 |
Struisvogels | | | | | | |
L 1 | diercategorie struisvogelouderdieren | 0% | 2.5 | 2.5 | 2.5 | Emissiereductie bij struisvogels wordt niet realistisch geacht gezien het feit dat ze vooral buiten lopen - - |
L 2 | Diercategorie opfokstruisvogels (tot 4 maanden) | 0% | 0.3 | 0.3 | 0.3 |
L 3 | Diercategorie vleesstruisvogels (4 tot 12 maanden) | 0% | 1.8 | 1.8 | 1.8 |