- a.
aardkundig waardevol gebied: gebied waar de natuurlijke ontstaanswijze, al dan niet mede teweeggebracht door menselijk handelen, herkenbaar is doordat geologische, geomorfologische, bodemkundige en (geo)hydrologische verschijnselen en processen, zoals dekzandruggen, steilranden, breuklijnen, stuifduinen, rivierduinen, meanderende beeklopen en brede beekdalen, er nog een gave vorm hebben of in onderlinge samenhang voorkomen;
- b.
aardkundig waardevolle gebiedenkaart: door Provinciale Staten in het kader van de Verordening Ruimte vastgestelde kaart inzake aardkundig waardevolle gebieden:
- c.
archeologisch monument: archeologisch terrein dat op de Cultuurhistorische Waardenkaart staat afgebeeld en waaraan een monumentnummer is toegekend;
- d.
Cultuurhistorische Waardenkaart: in het kader van de Verordening Ruimte vastgestelde kaart inzake cultuurhistorische waarden;
- e.
functionele ontgronding: ontgronding die volledig gekoppeld is aan het realiseren of versterken van een maatschappelijke functie, zoals natuurontwikkeling, recreatie, wonen aan water en dergelijke, en die voldoet aan de Handleiding functioneel ontgronden, vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 4 juni 2002, dan wel aan de nota “De bodem in zicht”, vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 13 november 2001; f. gesloten stortplaats: stortplaats als bedoeld in artikel 8.47, eerste lid, onder b, van de Wet milieubeheer;
- g.
infrastructurele werken: wegen, spoor- en waterwegen, havens, kunstwerken, vliegvelden, waterkeringen en geleidingsdammen;
- h.
natuurontwikkelingsproject: project dat tot doel heeft de natuurlijke gesteldheid van een terrein te herstellen, te versterken of te ontwikkelen en dat een omvorming van bestaande natuur of het ontwikkelen van nieuwe, gebiedseigen natuur tot gevolg heeft;
- i.
ontgronding: werkzaamheid, gericht op het permanent dan wel tijdelijk verlagen van de hoogteligging van het maaiveld of het verdiepen van de waterbodem;
- j.
ontgrondingsactiviteit: activiteit, gericht op het uitvoeren van een ontgronding, daaronder mede begrepen de (her)inrichting en de aanpassing van de omgeving;
- k
. ruimtelijk besluit: een bestemmingsplan dan wel vrijstelling daarvan, voorbereidingsbesluit, omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening, inpassingsplan of een beheersverordening;
- l.
verbetering bodemgesteldheid: verandering van de samenstelling of structuur van de bodem om deze meer geschikt te maken voor de functie van de bodem; 3/5 Nummer 176/12
- m.
voormalige stortplaats: stortplaats waar vóór 1 september 1996 het storten van afval is beëindigd;
- n.
waterkering: waterkering met aangrenzende gronden, die van belang zijn voor de beveiliging tegen overstroming en als zodanig zijn aangewezen in de Waterwet of de Verordening water Noord-Brabant, alsmede de overige waterkeringen die dienen voor bescherming tegen wateroverlast vanuit het regionale watersysteem overeenkomstig de Keuren van de waterschappen.
- o.
wet: Ontgrondingenwet.