- a.
achterlandhavens: havens die op een afstand van ten minste 25 kilometer in oostelijke, richting van het havengebied Rijnmond/Moerdijk liggen en die geen open verbinding met zee hebben, worden, ten behoeve van de heffingsgrondslag, als achterlandhavens in het achterland aangemerkt;
- b.
ballast: vaste en vloeibare stoffen -water voor landbouw doeleinden, industrieel gebruik of menselijke consumptie en andere goederen met handelswaarde hieronder niet begrepen- welker inneming in het zeeschip uitsluitend geschiedt of is geschied ter verhoging van de stabiliteit van het zeeschip of ter verlaging van het hoogste punt boven de waterspiegel;
- c.
bruto-tonnage, BT: eenheid voor de bruto-inhoud van een zeeschip zoals bedoeld in het Verdrag betreffende de meting van schepen, 1969, London 1969;
- d.
bunkeren: door een zeeschip innemen van brandstof voor eigen gebruik;
- e.
container: laadkist als omschreven in de aanbeveling ISO 688-1979 als Series I freight containers van de International Organisation for Standardisation voor zover de lengte tenminste 6,055 meter bedraagt;
- f.
containerschip: zeeschip dat blijkens bouw en inrichting exclusief is bestemd voor het vervoer van containers;
- g.
cruiseschip: zeeschip dat uitsluitend is bestemd en wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van passagiers, die voor toeristische doeleinden, in hoofdzaak in de zeereis zelf gelegen, deelnemen aan die reis;
- h.
dagelijks Bestuur: Dagelijks Bestuur van het Havenschap Moerdijk;
- i.
geheel of nagenoeg geheel: > 90%
- j.
grotendeels: > 50%
- k.
havenmeester: havenmeester, zoals bedoeld in artikel 1.1, onder e. van de Haven- en terreinverordening Havenschap Moerdijk 2005;
- l.
havenschap: Openbaar Lichaam genaamd Havenschap Moerdijk als bedoeld in de Gemeenschappelijke Regeling Havenschap Moerdijk, herziening 1997;
- m.
Haven van Moerdijk: het havengebied als bedoeld in artikel 1.1, onder g van de Haven- en terreinverordening Havenschap Moerdijk 2005;
- n.
havengebied Rijnmond / Moerdijk: havens, terreinen, wateren, kaden, aanlegsteigers, meerpalen, boeien en andere soortgelijke werken of inrichtingen van Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR N.V.), alsmede van de partijen met wie HbR NV een samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot de berekening en inning van zeehavengeld en/of binnenhavengeld of bijdrage afvalstoffen zeeschepen heeft gesloten;
- o.
hoofdzakelijk: > 60%
- p.
lading: door een zeeschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal, containers, trailers en zelfdrijvende laadbakken, met uitzondering van de handbagage van passagiers, voor zover deze met de passagiers op hetzelfde schip wordt vervoerd, alsmede ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden;
- q.
lash-schip: zeeschip dat door zijn inrichting in hoofdzaak is bestemd en wordt gebruikt voor het vervoer van zelfdrijvende laadbakken;
- r.
lijndienst: vastgestelde vaart van zeeschepen tussen vaargebieden onderhouden door een rederij of alliantie;
- s.
meetbrief: geldige meetbrief, bedoeld in artikel 24 van de Meetbrievenwet 1981;
- t.
oorlogsschip: zeeschip dat ten behoeve van de Koninklijke Marine of de Marine van vreemde mogendheid wordt gebezigd, waarover een militair ter zeemacht het bevel voert en dat geheel of gedeeltelijk met militairen is bemand;
- u.
plezierjacht: zeeschip dat uitsluitend wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een cruiseschip of een zeilend bedrijfsvaartuig;
- v.
roll-on/roll-off schip: zeeschip dat in hoofdzaak is bestemd en wordt gebruikt voor het vervoer van lading die geheel of ten dele rijdend aan en van boord wordt gebracht over een tot de vaste uitrusting van het schip behorende, speciaal daarvoor uitgeruste laadklep;
- w.
ruwe olie: ruwe aardolie en ruwe oliën uit bitumineuze mineralen als bedoeld onder nr. 27.09 van de gecombineerde nomenclatuur bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2658/87, PbEG 1987, L 256;
- x.
samenwerkingsregeling zeehavengeld: overeenkomst samenwerking heffing en invordering zeehavengeld, zoals destijds geaccordeerd door de Raad van de gemeente Rotterdam in haar vergadering van 28 april 1994, gedrukte stukken nr. GHR/SEZ 94/684 en tevens de samenwerkingsovereenkomst zeehavengeld 2004, ondertekend door de gemeenschappelijke partners zeehavengeld, ingaande op 1 januari 2004.
- y.
scheepsreparatie-inrichting: inrichting waarvan de hoofdactiviteit is gelegen in het verrichten of het gelegenheid geven tot het verrichten van herstellingen aan zeeschepen en die beschikt over speciaal voor dat doel bestemde en in gebruik zijnde ligplaatsen;
- z.
schip: elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt, dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer van personen, koopwaren, grondstoffen, producten en voorwerpen van allerlei aard, al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmakende;
- aa.
second call: een tweede bezoek binnen een reis van een schip in een intercontinentale lijndienst;
- bb.
sleepboot: een zeeschip dat blijkens bouw en inrichting in hoofdzaak bestemd is of wordt gebruikt voor het slepen, duwen of assisteren van andere schepen;
- cc.
slops: schadelijke stoffen welke zijn ontstaan als gevolg van het huishouden van een schip als bedoeld in artikel 1 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;
- dd.
tankschip: zeeschip dat geheel of ten dele is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer van vloeibare lading in onverpakte toestand.
- ee.
ton: massa van 1.000 kg.
- ff.
uitsluitend: 100%
- gg.
vissersschip: zeeschip dat uitsluitend is bestemd en wordt gebruikt voor het vangen van vis of van andere levende rijkdommen op zee.
- hh.
werkschip: een zeeschip dat is bestemd of wordt gebruikt voor de exploratie dan wel exploitatie van olie- en gasvelden op zee dan wel de winning van mineralen op zee.
- ii.
zeeschip: schip dat is bestemd of wordt gebruikt voor de vaart buitengaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Schepenwet, of dat in verband met sloop of voorgenomen sloop hiervoor niet meer wordt gebruikt of die bestemming heeft verloren.