Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Provinciale Staten op 21 september 2012 de nota Brabant: uitnodigend groen hebben vastgesteld waarin de kaders voor het provinciale natuur- en landschapsbeleid voor de periode 2012 tot 2022 worden aangegeven;
Overwegende dat aanpassing van de Subsidieregeling natuur en landschap Noord-Brabant aan de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant leidt tot een groot aantal noodzakelijke wijzigingen en Gedeputeerde Staten het derhalve wenselijk achten een geheel nieuwe regeling vast te stellen;
Overwegende dat deze nieuwe regeling tevens inspeelt op de nieuwe beleidsinzichten zoals opgenomen in de nota Brabant Uitnodigend groen;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Toelichting behorende bij de Subsidieregeling verbindingen en landschap Noord-Brabant.
Algemeen
Deze subsidieregeling is de opvolger van de subsidieregeling Natuur en landschap Noord-Brabant en is aanzienlijk gewijzigd. Aanpassing was nodig om nieuwe regelgeving (rijkskader subsidies) op te nemen, om de resultaten van de beleidsevaluatie van de ecologische verbindingszones (verder: EVZ’s) te verwerken en om in te spelen op nieuwe beleidsinzichten (nota Brabant: uitnodigend groen).
Deze subsidieregeling heeft betrekking op de volgende componenten:
- Subsidies voor aanleg van landschapselementen en herstel van cultuurhistorische landschapselementen;
- Subsidies voor de aanleg van ecologische verbindingszones;
- Subsidies voor ontsnippering van gemeentewegen.
Met deze subsidieregeling worden alleen projecten gelegen buiten de EHS gesubsidieerd, omdat er binnen de EHS diverse andere subsidieregelingen van toepassing zijn. Een uitzondering hierop zijn projecten voor de ontsnippering van gemeentewegen. Daarom zijn deze projecten –veelal gelegen binnen de EHS– wel subsidiabel.
Ten opzichte van de oude subsidieregeling zijn de voornaamste aanpassingen:
- Het subsidiepercentage voor EVZ’s van voor 2008, namelijk 50%, wordt weer gehanteerd. Van 2008 tot 2011 was dit tijdelijk verhoogd naar 100%. De subsidiepercentages voor de overige onderdelen zijn gelijk gebleven.
- Voor EVZ’s is een onderverdeling gemaakt in hoge en lage prioriteit, om op die manier meer focus aan te kunnen brengen in de realisatie. De komende jaren zullen alleen EVZ’s met een hoge prioriteit in aanmerking komen voor subsidie. De prioriteiten zijn weergegeven op de subsidiekaart EVZ’s, die onderdeel uitmaakt van deze regeling.
- Subsidie voor herstel van landschapselementen wordt beperkt tot cultuurhistorische landschapselementen, dat wil zeggen landschapselementen die aantoonbaar zijn aangelegd voor 1950.
- Subsidie voor landschapselementen in de vorm van aanleg van erfbeplanting is volledig komen te vervallen.
- Subsidie voor herstel en behoud van monumentale lanen op particuliere landgoederen is komen te vervallen.
Artikelsgewijs
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
In deze paragraaf gaat het alleen om de aanleg of herstel van landschapselementen. Voor beheer van landschapselementen zijn er eventueel subsidiemogelijkheden in het kader van andere subsidieregelingen, zoals de Subsidieregeling natuur en landschapsbeheer (binnen de EHS) of het Groen-Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant (buiten de EHS).
Artikel 6 Subsidievereisten
Onder 3c grondwaterstand in de zomerperiode niet lager dan 120 cm onder maaiveld
Deze eis waarborgt dat poelenaanleg alleen plaatsvindt in gebieden die daarvoor geschikt zijn (voldoende nat). Indien betwijfelt wordt of aan deze eis wordt voldaan, kan een grondboring worden uitgevoerd.
Artikel 7 Subsidiabele kosten
In bijlage 3 van de subsidieregeling zijn normkosten met betrekking tot herstel en aanleg van landschapselementen nader gespecificeerd. De gehanteerde normbedragen zijn afgestemd op die van het Groen-Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant.
Onder 1b kosten voor het verplaatsen van een bestaand raster of aanbrengen van een nieuw raster
Het gaat hierbij om het verplaatsen van een raster ter bescherming tegen veevraat als er sprake is van begrazing. Daarbij kan het zijn dat een bestaand raster dient te worden verplaatst of door het plaatsen van een nieuw raster.
Artikel 8 Niet subsidiabele kosten
Onder c kosten voor uitvoering van wettelijke taken, een bestaand convenant of een bestaande regeling of afspraak
Onder dergelijke kosten worden onder andere een goede landbouwpraktijk en compensatieverplichtingen verstaan.
Onder e Achterstallig onderhoud
Herstel van een landschapselement is niet subsidiabel wanneer de onderhoudstoestand van een landschapselement hiervoor geen aanleiding geeft. Kosten voor achterstallig ‘regulier’ onderhoud of nalatigheid ten aanzien van onderhoud zijn dan ook niet subsidiabel.
Artikel 18 SubsidievereistenOnder d Ecologische visie
Een vereiste bij het aanvragen van subsidie voor een ecologische verbindingszone is een deugdelijke ecologische onderbouwing. Een ecologische visie die eerder is goedgekeurd door de (opgeheven) Adviescommissie Ecologische Verbindingszones kan ook gelden als voldoende onderbouwing.
In bijlage 4 is de Handreiking ecologische visie opgenomen, met daarin een aantal vragen die in de visie beantwoord dienen te worden.
Onder e Subsidiekaart EVZ
Voor subsidie komen in aanmerking de verbindingszones zoals aangegeven op de subsidiekaart EVZ behorende bij deze subsidieregeling , met dien verstande dat hiermee een zoekgebied wordt aangeduid. Op dit moment komen alleen EVZ’s die op de kaart met ‘prioriteit hoog’ zijn aangeduid, in aanmerking voor subsidie. De provincie wil namelijk meer focus aanbrengen bij het realiseren van de EVZ’s en daarom de EVZ’s met de meeste ecologische meerwaarde realiseren of EVZ’s afmaken waar al gedeeltes van zijn gerealiseerd.
Onder f Gemiddelde breedte
Voor sommige ecologische verbindingszones is de gemiddelde breedte niet noodzakelijk voor een voldoende ecologisch functioneren, afhankelijk van het soort EVZ en de omgevingskenmerken. Dit is per EVZ bepaald en betreft maatwerk. Welke EVZ’s dat betreft en om welke breedte het gaat, staat aangegeven op de subsidiekaart. Die EVZ’s komen slechts voor de aangegeven breedte in aanmerking voor subsidie.
Artikel 19 Subsidiabele kosten
Onder a kosten voor verwerving van landbouwgrond
Deze kosten mogen niet uitstijgen boven de gemiddelde getaxeerde grondprijs per regio. De subsidieregeling sluit hier aan bij de vergoeding uit de Subsidieregeling groen blauw stimuleringskader Noord-Brabant. Er is gekozen voor deze wijze van vergoeden, omdat een taxatie vooraf ondoenlijk is. Bij EVZ’s is sprake van een zoekgebied en vooraf is niet exact te bepalen waar de EVZ daadwerkelijk wordt aangelegd.
Artikel 20 Niet subsidiabele kosten
Onder a kosten welk uit andere hoofde zijn of worden gesubsidieerd
De subsidie is beschikbaar voor maximaal 2,5 hectare per strekkende kilometer, overeenkomstig de provinciale doelstelling om ecologische verbindingszones met een gemiddelde breedte van 25 meter aan te leggen. Voor natte verbindingszones is alleen dat deel van de verbindingszone subsidiabel dat breder is dan 10 meter. Provincie en waterschappen hebben afspraken gemaakt over de eerste 10 meter in die zin dat waterschappen reeds hierover uit andere hoofde subsidie hebben ontvangen.
Onder c kosten van aanleg van EVZ op gronden die zijn gelegen in of grenzend aan uitbreidingsplannen woningbouw of bedrijventerrein
Kosten voor verwerving, waardedaling of ontpachting van landbouwgronden ten behoeve van de realisering van een ecologische verbindingszones die gelegen zijn in, of grenzen aan uitbreidingsplannen voor woningbouw of bedrijventerrein, zijn niet subsidiabel, aangezien deze kosten onderdeel dienen uit te maken van de projectontwikkelingskosten; hier is het principe ‘Rood betaalt voor Groen’ van toepassing.
Artikel 29 Subsidiabele activiteiten
Bij ontsnippering van gemeentewegen gaat het om de aanleg van faunavoorzieningen als dassentunnels, rasters, ecoduikers en amfibieënpassages.
Artikel 31 Subsidievereisten
Onder b ecologische noodzaak van de ontsnipperingsvoorziening
De ecologische noodzaak dient aangetoond te worden door de aanvrager. Dit hangt af voornamelijk af van de doelsoort van de ecologische verbindingszone of de in het betreffende natuurgebied voorkomende fauna (zeldzaamheid, mate van bescherming, verspreidingsgedrag, etc.) en de impact van de weg (breedte, intensiteit, etc.).
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter | de secretaris |
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk | drs. W.G.H.M. Rutten |