Brabant kende in 2021 een licht sterfteoverschot (-200) en een ‘kleine plus’ in het binnenlands migratiesaldo (+300). De bevolkingsgroei wordt de laatste jaren vooral bepaald door buitenlandse migratie. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS.
Vorig jaar lag het buitenlands migratiesaldo op +18.850, waarmee vrijwel de gehele bevolkingsgroei van 19.000 Brabanders meer, kan worden verklaard. Van de mensen die zich de laatste jaren vanuit het buitenland in Brabant vestigen (immigratie), is bijna tweederde afkomstig uit de Europese Unie. Onder hen zijn veel arbeidsmigranten. De overige immigranten (van buiten de EU) zijn veelal kenniswerkers ofwel expats, buitenlandse studenten en vluchtelingen.
De verschillen in bevolkingsgroei tussen regio’s en gemeenten in Brabant hangen samen met verschillen in leeftijdsopbouw, bijvoorbeeld de mate van vergrijzing in bepaald deel van onze provincie. Maar het ligt vooral ook aan economische factoren zoals de behoefte aan arbeidskrachten die per regio verschilt, en ontwikkelingen op de woningmarkt. Daar waar meer gebouwd is, kunnen ook meer mensen wonen. Ook dat heeft effect op de cijfers van de binnen- en buitenlandse migratie.
Buitenlands migratiesaldo niet eerder zo hoog
In 2021 is het buitenlands migratiesaldo in Brabant uitgekomen op +18.850. Niet eerder lag dat buitenlands saldo – het verschil tussen het aantal immigranten en emigranten – op een dergelijk hoog niveau. Vanuit het buitenland schreven zich 38.850 personen in als immigrant in een Brabantse gemeente, het aantal emigranten lag op 20.000. Zowel immigratie als emigratie kent de laatste jaren een stijgende lijn. Een hoog immigratieniveau levert – na verloop van tijd – doorgaans ook weer de nodige emigranten op (retourmigratie). In dit verband speelt ook het toenemend belang van arbeid en studie als migratiemotief een rol, omdat een (groot) deel van deze migranten ons land na verloop van tijd weer verlaat.
Al langere tijd zijn de buitenlandse migratiesaldi bepalend voor de bevolkingsgroei, vanaf 2015 voor ruim 90%. Vooral de laatste jaren is het buitenlands migratiesaldo sterk toegenomen.
Meer geboorten, sterfte blijft hoog
In 2021 zijn er 25.400 kinderen geboren, zo’n 8% meer dan het gemiddelde van de laatste vijf jaren. Daartegenover stonden vorig jaar 25.600 sterfgevallen, 3,5% minder dan een jaar eerder, maar nog altijd beduidend hoger dan het gemiddelde van de vijf jaren daarvoor, met steeds zo rond de 22.500 sterfgevallen per jaar. De natuurlijke aanwas – het verschil tussen geboorte en sterfte – die de laatste jaren al steeds verder is afgenomen en in 2020 voor de allereerste keer is omgeslagen in een natuurlijk afname (van -3.200), lag ook in 2021 onder de ‘nullijn’, zij het dat het sterfteoverschot (-200) wel duidelijk kleiner was dan in 2020. Dit heeft alles te maken met de Coronapandemie.
Het beeld van een natuurlijke afname van de bevolking (meer sterfte dan geboorte) kenmerkte ook vorig jaar de demografische ontwikkelingen in veel gemeenten in Brabant. 37 van de 61 gemeenten (ruim 60%) kenden in 2021 een sterfteoverschot. Omdat vrijwel alle gemeenten wel een positief (binnenlands en buitenlands) migratiesaldo lieten zien, bleef een afname van de (totale) bevolking in 2021 beperkt tot een klein aantal gemeenten (5%), waaronder Cranendonck en Gilze-Rijen. De bevolkingscijfers in deze twee gemeenten worden sterk beïnvloed omdat er een asielzoekerscentrum (AZC) is.
Bevolkingsgroei in 2021 vooral in de grote steden
Binnen Brabant groeide de bevolking in 2021 het sterkst in de (gezamenlijke) vijf grote steden. In deze zogenoemde B5 lag de groei vorig jaar op 0,85%. In de meer landelijke gemeenten lag de groei met 0,73% nagenoeg op het Brabantse gemiddelde (0,74%). In de middelgrote steden (M7) en in de randgemeenten rond de steden lag de bevolkingsgroei iets onder het provinciale groeicijfer.
Vanaf de millenniumwisseling is het inwonertal van Brabant met bijna 237.000 mensen toegenomen. Van deze groei is ruim 80% (192.000) in het stedelijk gebied terecht gekomen, waarvan het leeuwendeel (bijna 125.000) in de vijf grootste steden. Bij elkaar genomen groeide de bevolking van Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg sinds 2000 met 16%. Dat is ruimschoots boven de groei van de Brabantse bevolking als geheel (10%). In het landelijk gebied lag de bevolkingsgroei in diezelfde periode op 6,2%.
Anno 2021 woont 70,5% van de Brabantse bevolking in het stedelijk gebied en 29,5% in het landelijk gebied. Ruim één op de drie Brabanders (34,6%) woont in een van de vijf grote steden, die vandaag de dag bij elkaar 897.500 inwoners hebben.
Lees ook: