Het advies van de FBE wordt in de loop van oktober verwacht.
In het breed samengestelde bestuur van de FBE werken jachthouders, grondgebruikers en maatschappelijke organisaties samen om het faunabeheer in Brabant op een evenwichtige en planmatige manier vorm te geven. Het bestuur bestaat uit een onafhankelijk voorzitter en vertegenwoordigers van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO), de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (KNJV), de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG), de Federatie Particulier Grondbezit (FPG), Natuurmonumenten en Brabants Landschap, Staatsbosbeheer, de Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied (SBNL), de Dierenbescherming en de Brabantse Milieufederatie (BMF).
Hygiëne belangrijk
De provincie volgt de ontwikkelingen op de voet, voert overleg met alle betrokken (overheids)organisaties en bereidt zich voor op de mogelijkheid van verspreiding van het virus richting Nederland. Het virus verspreidt zich niet via de lucht, in tegenstelling tot de klassieke varkenspest die 20 jaar geleden heerste. Besmetting kan plaatsvinden door direct contact tussen varkensachtigen, maar ook bijvoorbeeld via besmette materialen of besmet voer. De provincie sluit zich daarom aan bij de dringende oproep aan eenieder om de voorgeschreven reinigings- en ontsmettingsmaatregelen na te leven, net als het verbod om etensresten/keukenafval aan varkens te voeren.
Wilde zwijnen
Het wild zwijn is een beschermde diersoort. Daarom zijn in Gelderland en Limburg gebieden aangewezen waar de zwijnen kunnen leven. Buiten deze gebieden, en dus ook in Noord-Brabant, gelden er géén acute instandhoudingsverplichtingen. Met andere woorden: in deze gebieden hóeven geen wilde zwijnen te zijn (nul mág) om te kunnen voldoen aan de instandhoudingsverplichting.
Verkleinen risico's
Hiervoor is ooit, jaren geleden, de enigszins misleidende term ‘nulstandsbeleid’ bedacht, wat niets meer of minder betekent dan dat wildzwijnpopulaties buiten de aangewezen leefgebieden kunnen worden bejaagd. Doel: het verkleinen van het risico op de introductie en verspreiding van aangifteplichtige dierziekten, het verminderen van schade aan landbouwgewassen en het borgen van de verkeersveiligheid. De provincie staat jachtaktehouders dan ook alle wettelijk mogelijke middelen en methoden toe om wilde zwijnen te bejagen. Dit betekent echter niét dat de wilde zwijnenpopulatie in Brabant tot op het laatste exemplaar zou kunnen worden uitgeroeid. Dat blijkt in de praktijk onmogelijk en wordt ook niet door alle partijen wenselijk geacht.
Meer info