Juridische toetsing
Wij hebben uw aanvraag getoetst aan:
• artikel 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
• de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Pb 2014 L187) (hierna: Algemene groepsvrijstellingsverordening);
• Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (Pb 2013, L 352) (hierna: Verordening);
• de Algemene wet bestuursrecht;
• de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant.

Besluit
Wij hebben besloten u een begrotingssubsidie in de vorm van een geldlening te verlenen van € 200.000,- inclusief eventuele niet-verrekenbare/compensabele BTW, op grond van artikel 4 in samenhang met artikel 7, eerste lid onder d en tweede lid onder b van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant.

Het genoemde bedrag is een maximum subsidiebedrag. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de daadwerkelijk gemaakte netto kosten van de activiteiten genoemd in uw projectplan voor subsidie in aanmerking. Deze activiteiten passen binnen de provinciale doelstellingen, omdat dit initiatief op strategische wijze bijdraagt aan de provinciale doelstelling van 14 % duurzame energie in 2021.

Staatssteun
Wij hebben uw aanvraag getoetst aan de staatssteunregels (artikel 107 e.v. van het Europees Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie).

Werkpakketten 1 t/m 3 (haalbaarheidsonderzoek)
Wij zijn van oordeel dat de steun voor werkpakketten 1 t/m 3 voldoet aan de voorwaarden gesteld in de Algemene groepsvrijstellingsverordening en in het bijzonder aan de voorwaarden van artikel 25, tweede lid, onder d (haalbaarheidsstudie). Om de Algemene groepsvrijstellingsverordening toe te kunnen passen moet de steun stimulerend effect hebben. Wij hebben geconcludeerd dat de subsidie stimulerend effect heeft, omdat de activiteiten waarvoor u de subsidie heeft aangevraagd niet zijn gestart vóór de datum van uw schriftelijke subsidieaanvraag. Staatssteun voor de werkpakketten 1 t/m 3 bedraagt 50% van de kosten, zijnde € 142.500,-. Deze beschikking zullen wij binnen 20 dagen na besluitvorming ter kennis brengen aan de Europese Commissie. De Europese Commissie kan vragen stellen naar aanleiding van de kennisgeving. Dit kan mogelijk tot gevolg hebben dat de Europese Commissie alsnog van oordeel is dat onderhavige beschikking niet onder de vrijstellingsverordening valt. Dit kan tot gevolg hebben dat de subsidieverlening moet worden teruggevorderd.

Daarnaast wordt de subsidie aan u verleend onder de voorwaarde dat er tegen u geen bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.

In het kader van transparantieverlichtingen zullen wij deze beschikking op internet publiceren.

Werkpakketten 4 en 5 (consortium uitwerking, take-off overeenkomsten en marketing)
Wij zijn van oordeel dat de steun, zijnde € 57.500,-, voor werkpakketten 4 en 5 niet hoeft aangemeld te worden bij de Europese Commissie. Uit de door u ondertekende “Verklaring de-minimissteun” hebben wij opgemaakt dat deze steun voldoet aan de vrijstellingsvereisten zoals geformuleerd in de Verordening.
Wij wijzen u erop dat u er zelf op moet toezien dat deze subsidie, samen met de in een aaneengesloten periode van drie fiscale jaren (te) ontvangen andere subsidie of vormen van steun, het drempelbedrag van € 200.000 niet overschrijdt. Op het moment dat deze drempel dreigt te worden overschreden, dient de steun die de overschrijding zou veroorzaken te worden aangemeld bij de Europese Commissie.

Opschortende voorwaarden
Aan dit besluit tot subsidieverlening verbinden wij naast de opschortende
voorwaarde die is opgenomen in artikel 7 van de overeenkomst van
geldlening, en die hier als ingelast en herhaald moeten worden beschouwd, de
navolgende opschortende voorwaarden:
1. U werkt als subsidieontvanger mee aan de totstandkoming van een
overeenkomst van geldlening, als bedoeld in artikel 4:36 juncto artikel
4:33, aanhef en onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht;
2. U vult het Formulier Zakelijke doorlopende machtiging SEPA, bijlage 2
van de overeenkomst van geldlening, in en ondertekent dit formulier.
Vervolgens retourneert u het formulier aan ons t.a.v. de Afdeling Subsidies vóór 25 mei 2018;
3. De overeenkomst maakt onderdeel uit van deze beschikking en is als
bijlage in tweevoud bijgevoegd. U dient één exemplaar ondertekend
aan ons te retourneren t.a.v. de Afdeling Subsidies vóór 25 mei 2018.

Voorschot
Wij verstrekken u op basis van artikel 23 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant een voorschot van € 200.000,- (100% van de verleende subsidie). Dit voorschot wordt verstrekt wanneer voldaan is aan de gestelde voorwaarden als opgenomen in de overeenkomst van geldlening en de hierboven genoemde opschortende voorwaarden onder vermelding van “C2223664/4347669” overgemaakt naar IBAN NL57RABO0327261412.

Verplichtingen
Voor de uitvoering van uw project bent u gebonden aan de volgende verplichtingen:
• de verplichtingen zoals opgenomen in de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
• u voert de activiteiten uit overeenkomstig uw projectplan;
• u realiseert de activiteiten in de periode van 12 maart 2018 tot 12 juli 2018;
• uiterlijk 12 oktober 2018 dient u een aanvraag tot subsidievaststelling in.

Daarnaast wijzen wij u op het volgende ten aanzien van de geldlening:
• u lost de geldlening af conform hetgeen hierover is bepaald in de overeenkomst van geldlening
• u bent over het uitstaande subsidiebedrag vanaf het tijdstip waarop het
bedrag is opgevraagd een rente verschuldigd van 4,5% op jaarbasis.
De betaling van de rente geschiedt door middel van automatische
incasso. Het voorgaande is nader bepaald in de overeenkomst van
geldlening;
• de geldlening dient uiterlijk 1 juli 2019 volledig te zijn afgelost.


Meldingsplicht
Over tussentijdse wijzigingen in uw project dient u ons z.s.m. na bekend worden hiervan schriftelijk te informeren.
De volgende omstandigheden vallen expliciet onder de meldingsplicht:
- het niet uitvoeren of vertraagd uitvoeren van de activiteiten zoals genoemd in het projectplan en in de subsidieverlening;
- het gewijzigd uitvoeren van de activiteiten zoals genoemd in het projectplan en in de subsidieverlening;
- het niet kunnen halen van de gestelde datum voor het indienen van het verzoek tot vaststelling van de subsidie;
- het niet kunnen voldoen aan de verplichting om het project 5 jaar na realisatie in stand te houden conform artikel 16, aanhef en onder a, van de Asv;
- faillissement of surseance van betaling.

Subsidievaststelling
De subsidie wordt vastgesteld op basis van uw verzoek tot vaststelling. Hieruit moet blijken dat de gesubsidieerde activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan. Als bewijsstukken voegt u minimaal bij:
• een activiteitenverslag als bedoeld in artikel 4:80 Algemene wet bestuursrecht waarin wordt aangetoond dat:
- de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;
- aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan;
• een financieel verslag dat:
- aansluit op de begroting waarvoor subsidie is verleend;
- een vergelijking bevat van de begroting met de gerealiseerde inkomsten en uitgaven; en
- een toelichting bevat op substantiële afwijkingen van de gerealiseerde inkomsten en uitgaven ten opzichte van de begroting;
• een controleverklaring, inclusief een oordeel over de rechtmatigheid, overeenkomstig de Regeling controleprotocol subsidies Noord-Brabant.

De Regeling controleprotocol subsidies Noord-Brabant vindt u op onze site http://www.brabant.nl/loket/regelingen.aspx onder de letter R.

Wij benadrukken dat het niet of niet tijdig voldoen aan de vereisten voor subsidievaststelling in beginsel leidt tot het ambtshalve vaststellen van de subsidie. Dit betekent dat de subsidie wordt vastgesteld op basis van de tot dan toe bekende gegevens. Een te late indiening van de aanvraag tot subsidievaststelling kan leiden tot het lager – of zelfs op nihil – vaststellen van de subsidie.




Communicatie
De provincie Noord-Brabant vindt het belangrijk om haar burgers te informeren over haar rol in de samenleving. Wij verwachten dat u in publicitaire uitingen over het project vermeldt dat de activiteit geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant wordt of is gerealiseerd. U vindt het beeldmerk en het logo op www.brabant.nl/huisstijl.
Zo draagt u bij aan de zichtbaarheid van de provincie Noord-Brabant en uw project.

Nadere informatie
Uw aanvraag is behandeld door mevrouw N. Lambrechts.
Vragen over dit besluit kunt u stellen via subsidie@brabant.nl of via
(073) 680 8282 tussen 9.00 en 12.00 uur op werkdagen. Wij verzoeken u bij verdere correspondentie ons kenmerk te vermelden.


Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant dd. 15 mei 2018 genomen besluit,
namens deze,


W. Maaskant,
programmamanager Deelnemingen en Participaties

In verband met geautomatiseerd verwerken is dit document digitaal ondertekend.





Bezwaar
Bezwaren tegen dit besluit kunnen binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Secretariaat van de hoor- en adviescommissie
Postbus 90151
5200 MC te ‘s Hertogenbosch

Wij verzoeken u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord "bezwaarschrift" te vermelden.

Het bezwaarschrift moet zijn voorzien van een handtekening, de naam en adres van de indiener, de dagtekening en ons kenmerk van het besluit, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is en de gronden van het bezwaar.
Daarnaast vragen wij u vriendelijk om uw telefoonnummer te vermelden. Zo kan de provincie, indien aan de orde, u bellen om samen de beste aanpak van behandeling van uw bezwaarschrift te bespreken.

Voor meer informatie over de behandeling van bezwaarschriften verwijzen wij u naar www.brabant.nl/bezwaar.

Het secretariaat van de Hoor- en adviescommissie is bereikbaar op telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 16 en e mailadres bezwaar@brabant.nl.