Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben van de gemeente Roosendaal een aanvraag om een vergunning op grond van de Ontgrondingenwet ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op het project Kasteel van Wouw , op de percelen kadastraal bekend, gemeente Wouw, sectie P, nummers 980, 982, 4715 en sectie Q, nummers 379, 381 en 498.

De besluitvorming op deze aanvraag is door het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant gemandateerd aan de directeur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant.

De directeur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant maakt namens Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bekend dat zij op grond van de Ontgrondingenwet de vergunning voor de aanvraag verlenen.

De definitieve beschikking is niet gewijzigd ten opzichte van de ontwerpbeschikking.

Wat houdt het project in?
Het project omvat het herstellen van de kasteelgrachten, het omleggen van watergang De Smalle Kreek en de aanleg van drie poelen, dit alles met een met een gezamenlijke ontgrondingsoppervlakte van 2,17 ha en een maximale ontgrondingsdiepte van 2.00 m-mv ter plaatse. De maximaal te vergraven hoeveelheid bedraagt 28.800m3 welke geheel zal worden toegepast binnen het project.
Waar en wanneer kunt u de stukken inzien?
De definitieve beschikking en de aanvraag met bijbehorende stukken liggen op 16 april 2021 ter inzage bij de gemeente Roosendaal. Voor locatie, tijdstippen en dagen waarop u de stukken kunt inzien, verwijzen wij naar de website van de gemeente.

Het is ook mogelijk om de stukken in te zien bij de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant, Wal 28 in Eindhoven. U kunt daarover contact opnemen met de heer E. Huijbregts, telefoonnummer (088) 3690 458. Vanaf het moment dat de stukken ter inzage liggen, kunt u de beschikking inzien via www.brabant.nl/loket/verleende-vergunningen.

Wanneer, door wie en hoe kan beroep worden ingesteld?
Als u het niet eens bent met dit besluit, kunt u een beroepschrift indienen. Er kan tot zes weken na de publicatie van dit besluit, en wel tot en met 29 mei 2021beroep worden ingesteld door belanghebbenden die redelijkerwijs niet kunnen worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht over de ontwerpbeschikking.

Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht;
d. de gronden van het beroep.
Zo mogelijk wordt een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft, door u overgelegd.

Het beroepschrift kunt u richten aan:
de Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Postbus 20019
2500 EA in Den Haag.

Het instellen van beroep schorst de werking van de beschikking niet op. Als tijdig een beroepschrift is ingediend kan bij een spoedeisend belang een voorlopige voorziening worden gevraagd. Deze kunt u richten aan:

de Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Postbus 20019
2500 EA Den Haag.
Er zijn kosten verbonden aan het vragen van een voorlopige voorziening (griffierecht).

De verleende vergunning treedt in werking de dag na afloop van de beroepstermijn. Indien gedurende deze periode door belanghebbenden bij de Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt de vergunning niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.

Aan deze procedure is het kenmerk HZ_ONG-2020-14690 gekoppeld. Wij vragen u bij correspondentie dit kenmerk te vermelden.


Eindhoven, april 2021.


Geldig in de volgende locatie(s)

  • Roosendaal