Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant in hun
hoedanigheid als beheerautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland
2021-2027 en Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant in hun hoedanigheid als intermediaire
instantie voor het NSP GLB 2023–2027, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft,
Gelet op artikel 82 van de Provinciewet;
Overwegende dat artikel 3:5 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 82 van de
Provinciewet van overeenkomstige toepassing worden verklaard met betrekking tot Gedeputeerde
Staten in hun hoedanigheid als beheerautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO
Zuid Nederland 2021-2027 en in hun hoedanigheid als intermediaire instantie voor het
NSP GLB 2023–2027;
Overwegende dat het wenselijk is dat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant zich in
het kader van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland
2021-2025 laten adviseren over het nemen van subsidiebesluiten en het wenselijk is
hiertoe een commissie in te stellen en de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze
van die commissie vast te leggen;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering
topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025 tevens in mandaat uitvoeren voor de provincie
Zeeland en de provincie Limburg;
Overwegende dat het wenselijk is dat Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als beheerautoriteit
voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2021-2027, zich in het kader van
de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2021-2027 laten adviseren
over het nemen van subsidiebesluiten en het wenselijk is hiertoe een commissie in
te stellen en de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van die commissie
vast te leggen;
Overwegende dat het wenselijk is dat Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als intermediaire
instantie voor het NSP GLB 2023–2027 zich in het kader van de Subsidieregeling Europese
landbouwsubsidies Noord-Brabant 2023-2027 laten adviseren over het nemen van subsidiebesluiten
en het wenselijk is hiertoe een commissie in te stellen en de taken, bevoegdheden,
samenstelling en werkwijze van die commissie vast te leggen;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027
provincie Limburg en de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie
Gelderland tevens in mandaat uitvoeren voor de provincie Limburg en de provincie Gelderland;
Besluiten vast te stellen:
Toelichting behorende bij het Reglement Adviescommissie Stimulus Programmamanagement
Gedeputeerde Staten, Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als beheerautoriteit
voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2021-2027 en Gedeputeerde Staten
in hun hoedanigheid als intermediaire instantie voor het NSP GLB 2023–2027 (hierna
samen te noemen: GS) voeren diverse nationale en Europese subsidieregelingen uit,
waarbij gebruik wordt gemaakt van een adviescommissie. Deze adviescommissie adviseert
over de kwaliteit van subsidieaanvragen op basis van de in de betreffende subsidieregeling
opgenomen criteria. Ook adviseert zij bij sommige regelingen over het al dan niet
voldoen aan bepaalde in de betreffende subsidieregeling neergelegde subsidievereisten.
Met dit instellingsbesluit wordt de advisering over subsidieaanvragen op grond van
diverse subsidieregelingen bij de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement (hierna:
commissie) ondergebracht. Het gaat hierbij allereerst om subsidieaanvragen op grond
van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025.
Gedeputeerde Staten voeren deze regeling tevens in mandaat uit voor de provincies
Zeeland en Limburg. De tweede subsidieregeling betreft de Subsidieregeling Operationeel
Programma Zuid-Nederland 2021-2027.
Verder adviseert de commissie over de Subsidieregeling Europese landbouwsubsidies
Noord-Brabant 2023-2027. Gedeputeerde Staten voeren twee verwante regelingen (Verordening
Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Limburg en Verordening Europese landbouwsubsidies
2023-2027 provincie Gelderland) tevens in mandaat uit voor de provincies Limburg en
Gelderland.
Artikel 4 Samenstelling en benoeming
Zesde lid Deskundigheid flexibele schil
Met evenredige vertegenwoordiging wordt bedoeld dat de betreffende leden in de flexibele
schil in een gelijke verhouding voorzien in de benodigde expertise zoals hierboven
beschreven ten aanzien van de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027, de Subsidieregeling
MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025, de Subsidieregeling
Europese Landbouwsubsidies Noord-Brabant 2023-2027, de Verordening Europese landbouwsubsidies
2023-2027 provincie Limburg en de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027
provincie Gelderland. Een afzonderlijk lid hoeft bijvoorbeeld minimaal kennis en een
netwerk te hebben op het terrein van één van de vijf transities uit de RIS3, maar
binnen de flexibele schil als geheel moet de kennis over de vijf transities wel gelijkelijk
zijn verdeeld over de individuele leden. Dit geldt ook voor de verhouding tussen de
vereiste expertise voor enerzijds de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027, anderzijds
de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025
en tot slot de Subsidieregeling Europese Landbouwsubsidies Noord-Brabant 2023-2027,
Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Limburg en Verordening
Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Gelderland.
Voor de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027 is voorzien in expertise en een netwerk
gerelateerd aan de Regionale Innovatiestrategie voor Slimme Specialisaties, vastgesteld
op 7 april 2020 door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, op 14 april 2020 door
Gedeputeerde staten van Limburg en op 21 april 2020 door Gedeputeerde Staten van Zeeland
(hierna te noemen: RIS3). Het gaat dan om:
- a.
kennis en een netwerk op het terrein van minimaal één van de transities uit de RIS3;
- b.
kennis en een netwerk op het terrein van minimaal één van de clusters uit de RIS3;
- c.
kennis en een netwerk op het terrein van minimaal één van de enablers uit de RIS3;
- d.
kennis en ervaring met innovatieprocessen en product- en procesontwikkeling, in het
bijzonder op het gebied van brede innovatie, demonstratie en ontwikkeling als bedoeld
in de RIS3;
- e.
kennis en ervaring om de maatschappelijke impact als bedoeld in de RIS3 van een project
te kunnen beoordelen;
De vijf transities als bedoeld onder a, zijn de Energietransitie, de Grondstoffentransitie,
de Klimaattransitie, de Landbouw- en voedingstransitie en de Gezondheidstransitie.
De zeven clusters als bedoeld onder b zijn de clusters HTSM, Agrofood, Chemie, Logistiek,
Biobased, Life science en Maintenance. De drie enablers zoals genoemd onder c, zijn
Sleuteltechnologieën, Digitalisering en Arbeidsmarkt/Skills/Sociale Innovatie.
Onderdeel d volgt uit de in de RIS3 gelegen focus. Deze is gericht op projecten die
innovatieve technologieën en samenwerkingsvormen in hun relevante omgeving demonstreren,
in hun operationele omgeving integreren, naar behoren laten werken in hun reële omgeving
en de laatste stappen nemen richting marktintroductie. Ruimte wordt voorzien voor
het inrichten van living labs, pilots, proefproductie en een eerste uitrol waar technologische
innovaties in de praktijk worden gedemonstreerd en getest.
Met maatschappelijke impact waar onderdeel e naar verwijst wordt in de RIS3 tenslotte
bedoeld, dat op korte of afzienbare langere termijn sprake is van een aantoonbare
bijdrage aan de transities die in Zuid Nederland en (inter)nationaal urgent zijn.
De RIS3 geeft een niet limitatieve opsomming met voorbeelden van gewenste maatschappelijke
impact, bijvoorbeeld CO2-reductie of een (bovengemiddelde) toename van de levensverwachting.
Voor de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025
is voorzien in expertise en een netwerk gerelateerd aan een van de zes kennis- en
innovatieagenda’s als bedoeld in bijlage 1 van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering
topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025 (hierna te noemen: KIA’s).
- 1.
de KIA energietransitie en duurzaamheid;
- 2.
de KIA landbouw, water en voedsel;
- 3.
de KIA gezondheid en zorg;
- 4.
de KIA veiligheid;
- 5.
de KIA sleuteltechnologieën;
- 6.
de KIA maatschappelijk verdienvermogen;
- 7.
maatschappelijke impact
Met onderdeel zeven wordt bedoeld de positieve maatschappelijke impact die de projecten
hebben op de onderwerpen genoemd in een of meerdere KIA’s.
In de Subsidieregeling Europese Landbouwsubsidies Noord-Brabant 2023-2027, de openstellingsbesluiten
horende bij de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Limburg
en de openstellingsbesluiten horende bij de Verordening Europese landbouwsubsidies
2023-2027 provincie Gelderland is op dit moment nog niet voorzien in de benodigde
expertise en het benodigde netwerk.
Artikel 8 Vergaderorde
Eerste lid Aantal vergaderingen
Uit dit lid volgt dat ten behoeve van één openstellingsperiode meerdere vergaderingen
kunnen worden uitgeschreven die nodig zijn om de ingediende subsidieaanvragen qua
aantal en complexiteit zorgvuldig te kunnen beoordelen. Het betreft vergaderingen
zowel voor de commissie zelf, als voor vergaderingen die worden gehouden uit de deelcommissies
daaruit (zie het vijfde lid).
Tweede en derde lid Samenstelling adviescommissie
De samenstelling van de commissie wordt per vergadering door de voorzitter en de secretaris
bepaald. Zij selecteren per vergadering de leden uit de flexibele schil die beschikken
over de vereiste deskundigheid in relatie tot de te behandelen subsidieaanvragen.
Aan de vergaderingen nemen de voorzitter en het vaste lid zelf deel, en daarnaast
minimaal twee en ten hoogste zeven leden uit de flexibele schil op basis van hun deskundigheid.
Vijfde lid Deelcommissies
In situaties dat een groot aantal aanvragen wordt ingediend in een openstellingsperiode,
kunnen de voorzitter en het vaste lid deelcommissies instellen die de vergaderingen
van de commissie voorbereiden. De voorzitter en het vaste lid nemen geen zitting in
de deelcommissies. De deelcommissies bereiden elk adviezen over projecten voor. Veelal
worden deze deelcommissies ingesteld op specifieke deskundigheid in relatie tot clusters,
transities of KIA’s gerelateerd aan de subsidieaanvragen. Een deelcommissie bekijkt
bijvoorbeeld de High Tech projecten, een andere deelcommissie bekijkt de Life Science
and Healt projecten, een derde deelcommissie bekijkt alle Logistiek and Maintenance
projecten etc. Vervolgens neemt er naast de voorzitter en het vaste lid in elk geval
één vertegenwoordiger van elke deelcommissie zitting in de vergadering van de commissie
die alle subsidieaanvragen met behulp van het gedane voorwerk uit de diverse deelcommissies
beoordeelt en waarin de advisering over de projecten plaatsvindt. De commissie stelt
het uiteindelijke advies (en indien nodig de ranking) vast.
Achtste lid Digitale vergadering
Er kunnen zich uitzonderlijke onvoorziene omstandigheden voordoen waarin het onmogelijk
blijkt fysiek of hybride te vergaderen. In dergelijke gevallen, die ter beoordeling
zijn aan de voorzitter en het vaste lid in afstemming met de secretaris, is een digitale
vergadering mogelijk. In deze situatie, waarin het gaat om advisering ten aanzien
van subsidievereisten en het indien nodig maken van een ranking, blijven de eisen
ten aanzien van de samenstelling van de commissie onverkort gelden.
Negende lid Advies over bezwaren en beroepen
Als de commissie wordt gevraagd om een advies te geven ten aanzien van een bezwaar-
of beroepschrift dat zich (mede) richt tegen een eerder door de commissie uitgebracht
advies, dan vindt standaard een digitale vergadering plaats. In de regel zullen dit
de leden zijn die over de subsidieaanvraag hebben geadviseerd. De voorzitter kan hier
vanwege moverende redenen van afwijken.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als
Managementautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2021-2027,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. G.H.E. Derks MPA