Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en Burgemeester en Wethouders van de gemeente
Steenbergen, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft,
Gelet op artikel 82 van de Provinciewet en artikel 84 van de Gemeentewet;
Overwegende dat artikel 5.6, onderdeel c, onder 4 en onderdeel d, onder 3, van het
Inpassingsplan Agro & Food Cluster West-Brabant, bepaalt dat Burgemeester en Wethouders
een ontheffing kunnen verlenen van de bepalingen van het inpassingsplan indien advies
is verkregen van een door Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders gezamenlijk
aan te wijzen commissie van ter zake deskundigen;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders het in dat kader
noodzakelijk achten die commissie in te stellen en de taken, bevoegdheden, samenstelling
en werkwijze van die commissie vast te leggen;
Besluiten vast te stellen:
Toelichting behorende bij het Reglement Adviescommissie Agro & Food Cluster Nieuw
Prinsenland Noord-Brabant Steenbergen
Algemeen
Achtergrond
Het Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland is een duurzaam cluster van bedrijven uit
en gelieerd aan de agro en levensmiddelen sector, glastuinbouw en de suikerfabriek
in Dinteloord. Door deze clustering ontstaan mogelijkheden voor winstgevende symbiose
en samenwerking.
Symbiose is een samenwerkingsvorm waarbij de in het plangebied aanwezige bedrijven
enerzijds bijdragen aan het verkleinen van het gezamenlijke directe en indirecte ruimtebeslag
en anderzijds bijdragen aan gezamenlijke kennisontwikkeling en innovatie. Belangrijke
elementen hierbij zijn onder andere uitwisseling van energie (warmte, elektriciteit),
producten, (rest)stoffen en water en het terugdringen van de emissie van reststromen,
(afval)water, CO2 en het aantal transportbewegingen.
Concreet gaat het om 540 hectare bruto plangebied, waaronder 50 hectare netto nieuw
te ontwikkelen bedrijventerrein.
Primaire doelgroep
In het provinciaal Inpassingsplan Agro & Food Cluster West-Brabant (hierna Inpassingsplan)
is vastgelegd dat op het te ontwikkelen bedrijventerrein primair de volgende bedrijven
kunnen worden gevestigd:
- a.
agro- en food gerelateerde bedrijven;
- b.
bedrijven uit de voedings- en genotmiddelenindustrie;
- c.
be- en verwerkende agrologistieke bedrijven;
- d.
niet grondgebonden agrarische bedrijven.
De provincie Noord-Brabant en de gemeente Steenbergen willen zich voor de verdere
ontwikkeling van het bedrijventerrein in hoofdzaak richten op deze primaire doelgroep,
waarbij wel ruimte blijft voor de vestiging van overige sterke symbiosebedrijven.
Ontheffing overige sterke symbiosebedrijven
Met gebruikmaking van een binnenplanse afwijking kunnen Burgemeester en Wethouders
onder voorwaarden afwijken van de planregels voor de vestiging van overige sterke
symbiosebedrijven.
Voor overige agrologistieke bedrijven als bedoeld in artikel 5.6, onderdeel c van
het Inpassingsplan gelden de volgende voorwaarden:
- 1.
door de vestiging van het bedrijf dient symbiose op te treden met andere bedrijfsactiviteiten
op het bedrijventerrein;
- 2.
de oppervlakte van het bedrijfsperceel mag niet meer bedragen dan 5 ha, met dien verstande
dat deze omvangsbeperking niet geldt indien wordt aangetoond dat er regionaal geen
geschikte alternatieve vestigingslocatie voor handen is; en
- 3.
bedrijven in de milieucategorieën 1, 2, 5.3 en 6 zijn niet toegestaan.
Voor overige bedrijven als bedoeld in artikel 5.6, onderdeel d van het Inpassingsplan
geldt:
- 1.
door de vestiging van het bedrijf dient symbiose op te treden met andere bedrijfsactiviteiten
binnen het plangebied;
- 2.
er dient een relatie te zijn met het productieproces of direct daarmee verband houdende
activiteiten in agro- en foodgerelateerde bedrijven, bedrijven op het gebied van be-
en verwerkende agrologistiek, voedings- en genotmiddelenindustrie of agrarische bedrijven;
en
- 3.
bedrijven in de milieucategorieën 1, 2 en 6 zijn niet toegestaan.
Adviescommissie artikel 82 Provinciewet en artikel 84 Gemeentewet
Ten aanzien van beide ontheffingsmogelijkheden dient een advies te zijn verkregen
van een door Gedeputeerde Staten en burgemeester en wethouders gezamenlijk aan te
wijzen commissie van ter zake deskundigen. Gedeputeerde Staten en Burgemeester en
Wethouders hebben hiertoe, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, een adviescommissie
ingesteld en de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van die commissie
vastgelegd. De commissie adviseert of door de vestiging van het desbetreffende bedrijf
symbiose optreedt met andere bedrijfsactiviteiten. Voor de overige bedrijven adviseert
de commissie aanvullend nog of er een relatie is met het productieproces of direct
daarmee verband houdende activiteiten in agro- en foodgerelateerde bedrijven, bedrijven
op het gebied van be- en verwerkende agrologistiek, voedings- en genotmiddelenindustrie
of agrarische bedrijven.
Bezoldiging commissieleden
Ten aanzien van de bezoldiging van de leden van de adviescommissie zijn de artikelen
3.4.1 en 3.4.2 van het landelijke Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
(hierna te noemen Rechtspositiebesluit) van toepassing. De gemeente Steenbergen heeft
daarbij van de mogelijkheid gebruik gemaakt om een hogere bezoldiging vast te stellen,
ingevolge artikel 5 van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente
Steenbergen 2019 van toepassing is. Gezien het inwoneraantal en de ingevolge de hogere
bezoldiging van toepassing zijnde naasthogere categorie bedraagt het bedrag per bijgewoonde
vergadering € 110,76 voor de gemeente Steenbergen.
Voor de provincie Noord-Brabant is het bedrag dat aan commissieleden per bijgewoonde
vergadering mag worden toegekend € 126,45 (artikel 2.4.1 van het Rechtspositiebesluit).
PS hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot hogere bezoldiging als opgenomen
in artikel 2.4.2.
Nu de adviescommissie door zowel Gedeputeerde Staten als Burgemeester en Wethouders
is ingesteld, hebben Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders ervoor gekozen
de bezoldiging aan te houden die geldt voor commissieleden die zijn benoemd door Gedeputeerde
Staten, zijnde € 126,45 per vergadering. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd in
het landelijke Rechtspositiebesluit.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
de secretaris,
M.J.P. de Jongh, RA
de burgemeester,
R.P. van den Belt, MBA