Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 99 en artikel 158, eerste lid, onder d, van de Provinciewet;
Gezien de beslissing van Gedeputeerde Staten van 19 oktober 2021;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten het wenselijk vinden duidelijkheid te verschaffen
of, en onder welke voorwaarden, het gebruik van een dienstauto door de algemeen directeur/secretaris
is toegestaan;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten het daarbij van belang vinden dat de algemeen
directeur/secretaris bij het gebruik van een dienstauto de nodige zorgvuldigheid betracht
en de integriteit en goede naam van de Provincie Noord-Brabant waarborgt;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten van mening zijn dat het gebruik van de dienstauto
terughoudend dient te zijn, efficiënt en logisch en dat de dienstauto met of zonder
chauffeur alleen zakelijk en alleen voor dienstreizen mag worden gebruikt, dus dat
privégebruik niet is toegestaan en dat de dienstauto slechts beperkt mag worden gebruikt
voor woon-werkverkeer, mits de reis gekoppeld is aan een dienstreis;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling: