Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op de artikelen 2a, zesde lid, 2b, zesde lid, en 2c, derde lid, van het Besluit
hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden;
Overwegende dat houders van een badinrichting op grond van artikel 10a van de Wet
hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden, nader uitgewerkt in artikel
10 van het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden, verplicht
zijn periodiek het zwem- en badwater te onderzoeken en de uitkomsten daarvan aan Gedeputeerde
Staten ter kennis te brengen;
Overwegende dat houders van een badinrichting op grond van artikel 10a van de Wet
hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden, nader uitgewerkt in de artikelen 2a tot en
met 2d van het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden verplicht
zijn risicopunten op legionella te onderzoeken, Gedeputeerde Staten van de resultaten
op hun verzoek mededeling te doen en bij overschrijding van de wettelijke concentraties
verplicht zijn hen onmiddellijk hiervan in kennis te stellen;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op grond van de artikelen 2a, zesde lid, 2b, zesde
lid, en 2c, derde lid, van het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden
bevoegd zijn nader aan te geven in welke vorm zij de voorgeschreven informatie wensen
te ontvangen;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten met het oog op verwerking van de gegevens een
voorkeur hebben voor digitale aanlevering;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten het met het oog op een efficiënt toezicht wenselijk
achten dat ook de overige meldingen en gegevensverstrekking digitaal plaatsvinden,
zodat deze geautomatiseerd kunnen worden verwerkt;
Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel: