Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Provinciale Staten op 9 maart 2012 € 3.840.000 ten behoeve van het
programma Mijn Mooi Brabant beschikbaar hebben gesteld, waarvan € 3.104.000, in twee
periodes van openstelling, wordt ingezet voor het verstrekken van subsidies;
Overwegende dat het programma Mijn Mooi Brabant uitwerking geeft aan een van de 49
speerpunten uit de uitvoeringsagenda Tien voor Brabant;
Overwegende dat het programma Mijn Mooi Brabant het verbeteren van de ruimtelijke
kwaliteit centraal stelt en vooral ingezet wordt op zes doelen:
- het concreet en beleefbaar maken van ruimtelijke kwaliteit voor de Brabantse samenleving;
- het samen met anderen genereren van inspirerende projecten waarvan de resultaten
tot nieuwe initiatieven leiden;
- het leveren van publiciteit voor de provincie en voor de nieuwe rol als regisseur,
facilitator en deskundige op het gebied van ruimtelijke kwaliteit;
- concrete en tastbare resultaten in deze bestuursperiode;
- het actief betrekken van jongeren bij de initiatieven via het onderwijs;
- het opnemen van ruimteiljke kwaliteit in de curriculae van de betrokken opleidingen;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Toelichting behorende bij de Subsidieregeling Mijn Mooi Brabant Noord-Brabant.
Algemeen
Gedeputeerde Staten hebben op 12 februari 2012 de uitwerking van het project Mijn
Mooi Brabant vastgesteld. Op 9 maart 2012 heeft de Commissie ROW ingestemd met het
bestedingsvoorstel en met de begrotingswijziging. e Subsidieregeling Mijn Mooi Brabant
Noord-Brabant vormt de nadere uitwerking van het bestedingsvoorstel.
Het project Mijn Mooi Brabant (MMB) heeft als doel om in deze bestuursperiode ruimtelijke
kwaliteit concreet en beleefbaar te maken voor de Brabantse samenleving via het uitvoeren
van zichtbare projecten. In MMB werken de ondernemers, omgeving, overheden en onderzoek
& onderwijs (vier O’s) intensief samen. De gekozen projecten streven naar duurzame
ontwikkeling, beschikken over cofinanciering, hebben draagvlak en vertrouwen vanuit
de streek en werken aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. De Brabantse
universiteiten, hbo’s, mbo’s en technasia ondersteunen de uitvoering door onderzoek,ontwerpen,
haalbaarheidsstudies en het maken van bestekken. Ruimtelijke kwaliteit krijgt, waar
relevant een plek in de curricula van de opleidingen. Alle betrokkenen werken intensief
samen, delen kennis en ervaringen en dragen bij aan het op de “kaart zetten van ruimtelijke
kwaliteit”. Het resulteert aan het einde van deze bestuursperiode in concrete projecten,
curricula, netwerken en vervolginitiatieven op het gebied van ruimtelijke kwaliteit
in Brabant.
Op dit moment zijn er zo’n dertig initiatieven aangemeld. Daaruit worden tenminste
vijftien intitiatieven gekozen die via de subsidieregeling Mijn Mooi Brabant steun
van de provincie gaan krijgen. In totaal wordt er een bedrag van € 3,104 mln, te verdelen
in twee periodes van openstelling, besteed aan de gekozen initiatieven.
De-minimissteun
Deze subsidieregeling behoeft niet aangemeld te worden bij de Europese Commissie omdat
voldaan wordt aan de vrijstellingsvereisten als geformuleerd in Verordening (EG) nr.
1998/2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op
de-minimissteun (Pb 2006, L 379/05). Hiertoe is bepaald dat niet meer subsidie wordt
verstrekt dan tot het drempelbedrag van € 200.000,- (€100.000,- voor ondernemingen
in het wegvervoer). De subsidieaanvrager dient hier overigens zelf op toe te zien
en zelf de juiste gegevens toe aan te dragen.
Juridisch kader
De regels van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene subsidieverordening
Noord-Brabant (Asv) zijn op deze subsidieregeling van toepassing.
Artikelsgewijs
Artikel 1 Begripsbepalingen
Er is niet één universele definitie van ruimtelijke kwaliteit. Gekozen is voor de
meest gangbare definitie.
Artikel 6 Subsidievereisten
Het eerste lid bevat de vereisten voor het project. De wijze waarop aan het vereiste
van verbetering van de ruimtelijke kwaliteit wordt voldaan, is uitgewerkt in het tweede
lid.
Artikel 7 Subsidiabele kosten
In principe komen alle daadwerkelijk gemaakte kosten voor het project voor subsidie
in aanmerking. Deze wijze waarop dit dient te worden verantwoord is geregeld in artikel
13 bij de verplichtingen van de subsidieontvanger.
Artikel 9 Subsidieplafond
Het subsidieplafond geeft het bedrag aan dat voor de genoemde periode beschikbaar
is voor subsidie.
Artikel 10 Subsidiehoogte
Tweede lidHet bedrag van € 200.000,-- (resp. € 100.000,--) komt overeen met het drempelbedrag
dat de Europese Commissie heeft vastgesteld ten aanzien van de- minimissteun. Dit
bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steun onder
deze drempel behoeft niet te worden aangemeld. In deze (verordening/regeling) is ervoor
gekozen om bij de subsidietoekenning dit bedrag niet te overschrijden.
Het kan echter in de praktijk voorkomen dat een door ons begunstigde onderneming in
de afgelopen drie jaar al eens subsidie of een andere vorm van steun van een overheidsorgaan
heeft ontvangen. Dit moet blijken uit de “Verklaring de-minimissteun”.
Indien de te verlenen subsidie tezamen met de reeds ontvangen steun een bedrag van
€ 200.000,-- (resp. € 100.000,--) overschrijdt, zal in dat specifieke geval de onderhavige
subsidieverlening aangemeld moeten worden.
Artikel 11 Verdeelcriteria
Omdat de omvang van het voor verstrekking van subsidies beschikbare bedrag wordt beperkt
door het subsidieplafond, wordt in dit artikel bepaald hoe de beschikbare gelden over
de in beginsel voor verlening in aanmerking komende, volledige aanvragen wordt verdeeld.
Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger
In de artikelen 4:37 tot en met 4:41 van de Awb is geregeld welke verplichtingen aan
de subsidieontvanger kunnen worden opgelegd. Enkele verplichtingen vloeien rechtstreeks
voor uit de Awb. De verplichtingen starten zodra de subsidie wordt verleend en eindigen
over het algemeen als de subsidie wordt vastgesteld. Dit betekent dat niet bij de
aanvraag reeds getoond hoeft te worden dat voldaan wordt aan de verplichtingen. Het
niet voldoen aan de verplichtingen kan overigens leiden tot bijstelling van de subsidieverlening
binnen de in de regeling gestelde ruimte. Artikel 4:48 van de Awb geeft de grondslag
voor het tussentijds wijzigen ten nadele van de subsidieontvanger.
De campagne van Mijn Mooi Brabant omvat onder andere bijeenkomsten gericht op het
gezamenlijk ontwikkelen en delen van kennis en onderling netwerken.
Artikel 14 Bevoorschotting en betaling
Dit artikel beoogt te realiseren dat gedurende de looptijd van het project de verleende
subsidie gelijkmatig of naar liquiditeit van de aanvrager wordt bevoorschot.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter
|
de secretaris
|
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
|
drs. W.G.H.M. Rutten
|